De kunstenaarskolonie van Vincent.

De Limburgse Noor is afgestudeerd op Van Gogh, en krijgt nu de kans om, tijdelijk, in het Van Gogh Museum in Amsterdam aan de slag te gaan. Ze zegt haar vaste baan bij het Bonnefantenmuseum in Maastricht op, en verhuist voor 2 jaar naar Amsterdam.
Haar vriend Ewald en haar ouders zijn hier helemaal niet blij mee. Hun ‘huisje-boompje-beestje’ ideaal valt hiermee in duigen, net als hun wens om vader of grootouders te worden, iets wat ze niet onder stoelen of banken steken en waar Noor absolúut nog niet aan toe is. Ewald besluit zelfs om niet mee te verhuizen en blijft alleen achter in hun huis in Itteren. Dan staat haar zus Kiki plots in Amsterdam. Kiki werkt voor kunsticoon Jeff Koons en reist voor hem de wereld rond. Ze is single, wild en onbezonnen, maar wél vastbesloten om de tentoonstelling van de beruchte kunstenaar naar het Stedelijk in Amsterdam te halen.
Ook komt Noor haar oude studievriend tegen. Joost is archeoloog en kunsthistoricus en werkt als adviseur bij het Rijksmuseum. Hij kan een verwaarloosd pand aan de Herengracht huren van een vriend. Het huis is veel te groot voor hem alleen, dus hij zoekt medehuurders. Gezien zowel Noor als haar zus Kiki een woning zoeken, trekken ze in bij Joost. Het huis, vol seventies-accenten, is dringend aan renovatie toe, en klusjesman Gijs doet zijn best om de boel te op te knappen. Ze hebben maar één huisregel; thuis wordt er niet over het werk gesproken.
Maar dan stuit Noor op een groot schandaal in de kunstwereld. Noor gaat op onderzoek uit en krijgt het steeds moeilijker met dit groot geheim; ze komt steeds meer in de knoop met haar geweten, gevoelens en de feiten. Wat speelt er allemaal achter de schermen van het museum af? Wie kan haar helpen? Wie kan ze nog vertrouwen? Dan wordt ze ook nog eens geconfronteerd met het overlijden van haar collega Tim. En intussen wordt ook de afstand tussen Noor en Ewald óók alleen maar groter, tot de schade uiteindelijk onherstelbaar blijkt. Noor maakt dan ook een einde aan de relatie. Kan Noor het hoofd boven water houden…?

Astrid Harrewijn is een Nederlandse schrijfster. Zij studeerde rechten en was daarna werkzaam als vertaalster. In het voorjaar van 2006 deed ze mee aan de Jill Mansell-schrijfwedstrijd, georganiseerd door het weekblad Flair en Uitgeverij Sijthoff. De roman “Ja kun je krijgen” was geboren. Inmiddels heeft ze al een flink aantal romans gepubliceerd. Ze heeft een onmiskenbaar eigen stijl en schrijft met humor over de valkuilen van ons dagelijks bestaan. Astrid Harrewijn woont in Den Haag met haar man en hond, en heeft twee dochters.

“Drie vrienden, een huis (en een klusjesman)” zijn voor mij 4 sterren waard. De schrijfstijl is vlot en prettig, met sympathieke hoofdpersonages en er zit een spanningsopbouw in, die ervoor zorgt dat je wil blijven lezen. De auteur zuigt je als het ware meteen mee in het verhaal. Bovendien geeft de achtergrond van de kunstwereld het verhaal een leuke extra; feitjes over de schilderijen, het leven van Van Gogh en een mysterie dat zich langzaam ontrafelt, maken dat zowel de kunstliefhebbers als de niet-kunstliefhebbers van het boek zullen genieten! Je kan merken dat de auteur goede research heeft gedaan.