Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Meanderende beschouwingen, vol fascinerende zijwegen, over de raadselachtige en turbulente Duitse geschiedenis

In 1989 voltrok zich "Die Wende", waarbij de Berlijnse muur viel zodat Oost- en West- Duitsland één konden worden. Cees Nooteboom was daar bij, als betrokken buitenstaander die met open oog keek, met lenige geest mijmerde en met ongelofelijk soepele pen schreef.

In "Berlijn 1989-2009" zijn Nootebooms in Duitsland bekroonde Berlijnse notities uit 1989 opgenomen, alsook zijn beschouwingen over andere steden in Duitsland, en de notities die hij schreef over zijn latere verblijf in Berlijn. Resultaat: vierhonderd verbazende bladzijden over het al even verbazende raadsel van de Duitse geschiedenis. Opgetekend door iemand die voortdurend verbijsterde vragen stelt bij het onbegrijpelijke verleden, en over hoe dat verleden in al zijn onbegrijpelijkheid het turbulente heden bewoont. Nooteboom neemt daarbij de dubbele positie in van de getuige die zich helemaal onderdompelt in de turbulentie van de actualiteit, maar die tegelijk reflecteert op die actualiteit en de raadselachtig veelvormige historische wortels ervan. Wat vreemd is, die combi van onderdompeling en gedistantieerde reflectie, maar voor Nooteboom ook natuurlijk: sterker nog, hij kan gewoon niet anders. Kijk maar hoe Nooteboom zichzelf en zijn project, met een opmerkelijke mix van ironische distantie en romantisch pathos, als volgt in de hij-vorm karakteriseert: "Het verleden als beroep, dat moest een ziekte zijn. Normale mensen hielden zich met de toekomst bezig, of met die drijvende ijsschots die ze het leven noemden, dat bewegende station dat nergens bij hoorde, altijd onderweg was. Op die schots was hij degene die omkeek. Alles in Europa was oud, maar de ouderdom leek hier, in het midden van de landvlakte, van een ander soortelijk gewicht. Hij liep in een verdwenen koninkrijk, maar dat riep op zichzelf geen bijzondere sentimenten op, nee, als hij doorliep naar het Oosten, dan begon het pas goed, de uit elkaar geslagen wereld van Musil, van de K.u.K., al die brokstukken, fragmenten, de tot onmacht geworden macht, de afgesloten wereld van Polen en Tsjecho- Slowakije, die uit het werelddeel gerukt leken, maar ook Servië, Kroatië, Slovenië, Triëst, de zuigkracht van wat er met die landstreken in deze eeuw gebeurd was, nog steeds gebeurde, de dubbele verloren werelden van Isaac Bashevis Singer en Vladimir Nabokov, van Roth en Canetti, hier was, leek het hem, de uitkijkpost waar je tot diep in de tijd kon kijken en kon zien hoezeer die verre streken er eenmaal bij hadden gehoord, hoe diep de wond was. Je moest in een mijn afdalen om het terug te halen". Ik bedoel: de passie en betrokkenheid druipen er in deze passage van af, maar de gedistantieerde reflectie evenzeer, al was het maar omdat Nooteboom niet voor de ik- vorm kiest maar voor de hij- vorm, waardoor hij zaken die hem persoonlijk zeer aangaan toch als van buitenaf beschouwt. En zichzelf eveneens.

Het geciteerde stuk vind ik vintage Nooteboom, in elk geval kenmerkend voor het boek als geheel. Waarmee ik ook maar wil aangeven dat dit boek niet als een trein leest. Passages als deze vragen immers om langzaam gelezen te worden, aandachtig meebewegend met het meanderende beschouwende ritme. Dat is nodig om rustig de beelden tot je te laten doordringen, bijvoorbeeld het beeld van het leven als ijsschots, en van Nooteboom als de man die op die ijsschots staat en die niet, zoals zoveel anderen, vooruitkijkt maar achterom. En die bovendien weet dat hij op een ijsschots staat, niet op vaste grond. Waardoor hij ook een scherp oog heeft voor de totale onbestendigheid en onwerkelijkheid van het heden, zeker in de periode van de "Wende" toen alles doorlopend veranderde. En dat verwoordt hij bijvoorbeeld weer als volgt: "Of het door al die turbulentie komt weet ik niet, maar op deze manier lijkt het of er geen heden meer is: de vluchtige momenten waarin al die wendingen, onderhandelingen, besluiten, tegenstellingen plaatsvinden lijken of al bij het geschiedenisboek te horen of te worden opgeslokt door de vraatzuchtige toekomst die alleen maar kan worden bevredigd met steeds meer veranderingen. Thatcher en Mitterand wonen intussen in Oceanië, zelfs de oostelijke nabuurlanden zijn achter mistbanken verdwenen, alleen Gorbatsjov wordt nog gevolgd in zijn eenzaam avontuur omdat iedereen hier, volgens de oude wetten van het Gleichgewicht, donders goed weet dat daar waar hij het nog voor het zeggen heeft het andere randpunt van Europa ligt".

Fraaie passage, vind ik, omdat de verbazing over de voortdurend veranderende actualiteit in zulke pregnante beelden wordt gevat. En die verbazing over de voortdurend veranderende, en bovendien erg dominerende actualiteit wordt dan, verrassend genoeg, in andere stukken weer afgewisseld met verbazing over het verleden, tijdens het wandelen door een van het heden afgesloten klassiek en maniakaal geometrisch Duits park: "De achttiende eeuw wilde geen wildgroei, erkende geen onbeheersbare krachten, eiste onderwerping, afgemeten carrés met gesnoeide rozen, plantaardige geometrie, priëlen en pavillons met naar buiten geopende poorten waardoor een prins een jonge graaf volgens de ijzeren wetten van het perspectief al uit de verte kon zien aankomen, studerend op zijn Franse openingszin. Maten, verhoudingen, letterlijk en figuurlijk, de verlichting van de Encyclopédie tegenover de duisternis van de mogelijke, altijd op de loer liggende chaos, daarover praten de vrienden terwijl ze langs de rietkraag lopen, en over het heen en weer van werkelijkheid en kunst, want terwijl ze van het gereglementeerde park naar de duistere vorm van het Boberowwoud lopen, zijn de kale bomen ineens de dreigende naakte bomen van Caspar David Friedrich geworden, die met hun verstarde grijpvingers in de ijzeren lucht klauwen. Stil is het, zo'n geladen stilte die sneeuw of hevige regens oproept, en waar het ijverige geluid van een kleine tractor als tegenspraak bij hoort. Ouderwetse woorden dringen zich op, rietkraag, plompebaren, ze worden begeleid door het doffe geluid van een bijl, hier wil het nog geen heden worden".

"Berlijn 1989- 2009" staat vol met dit soort passages. Ik vond het daarom een fascinerend ongrijpbaar boek. Die ongrijpbaarheid vond ik weliswaar soms ook vermoeiend, vooral omdat al die meanderende Nooteboom- zinnen in al die vierhonderd bladzijden mij soms te veel werden, vooral omdat ze mij te vaak tot langzaam lezen dwongen terwijl ik daar deze keer niet altijd genoeg geduld voor had. En je moet die zinnen wel langzaam lezen, want anders mis je details en denk je puur geouwehoer te lezen of mooischrijverij om niks. Ook de opzet van het boek als geheel vraagt om veel geduld, aandacht en flexibiliteit: het ene moment lees je bladzijden die bol staan van de turbulente actualiteit van toen, al wordt die actualiteit wel vermengd met allerlei zijpaden en omwegen die je bij een meer journalistieke of documentaire schrijver nooit zou zien, maar op andere momenten word je ondergedompeld in heel meeslepende maar ook opmerkelijk eigenzinnige beschouwingen over Duitse monumenten of hedendaagse experimentele kunst, of in passages zoals hierboven over een klassiek park dat helemaal los lijkt te staan van welke actualiteit dan ook. Als lezer moet je dan overschakelen van actualiteit met zijpaden naar zijpaden over het verleden die ook weer vol zijpaden staan. Maar ja, zo werkt het brein van de schrijver Nooteboom, de man die op de ijsschots van het leven staat en achterom kijkt, de man ook die naar eigen zeggen schrijver is geworden omdat je dan meerdere omwegen en zijwegen tegelijk kunt kiezen. De passage hierboven over dat park, vol geometrie die de chaos verdringt met daarachter een woud dat die chaos toch weer oproept, is dan zo'n zijweg. Maar wel een uiterst functionele, naar mijn smaak, al was het maar door dat sfeerbeeld van de chaos die toch door de geometrie heen kiert. Of die in het werk van Caspar David Friedrich zo suggestief wordt geschilderd. Want tja, Duitsland, in de 20e eeuw zeer betrokken bij twee wereldoorlogen, en bij het vormgeven aan twee dictatoriale en repressieve ideologieën.... Berlijn, lange tijd de stad waarin het vrije westen en het communistisch oosten in één enkele stad naast elkaar bestonden...… En dan nog al die turbulentie van al die verschillende vorstendommen in het zo gefragmenteerde Duitsland van voor de 20e eeuw..... Daar kiert de chaos toch ook behoorlijk doorheen, ondanks alle symmetriedrift die je via allerlei klassieke Duitse gebouwen tegemoet komt.

Precies die chaos brengt Nooteboom dan mooi over in sfeerbeelden zoals die in het citaat hierboven. Zoals hij ook de pluriformiteit van de Duitse geschiedenis mooi overbrengt door de pluriformiteit van zijn boek. En hij maakt mooi voelbaar hoe het Duitse verleden duister en ongrijpbaar voortleeft in het Duitse heden, door zelf steeds van heden naar verleden te bewegen en weer terug, zonder ooit de complexiteit van dit heden en dit verleden te versimpelen. Hij verklaart niet, maar stelt vragen. Hij legt geen verhelderende patronen bloot, maar omcirkelt de raadsels en zoekt zijwegen. Hij geeft geen documentaire opsomming van feiten over de Holocaust, maar impressies over de zeer bevreemdende kunst van Anselm Kiefer waarin vorm gegeven wordt aan de verbijstering in sprakeloosheid over de Holocaust. En in Nootebooms impressies wordt die kunst niet verklaard of geduid, maar als raadsel getoond.

Veel van zijn zijwegen gaan over schrijvers, kunstenaars en filosofen, waarbij hij niet streeft naar diepgravende duidingen van hun werk maar wel naar impressionistische suggesties waar je lang over kunt mijmeren. Zo zegt hij bijvoorbeeld op een voor mij onverwacht moment dat Heidegger woordsnoeren construeerde rondom het Niets. Dat is wat kort door de bocht, want over Heidegger is veel meer interessants te zeggen dan alleen dat. Maar het is wel een rake en bewonderenswaardig bondige typering van Heideggers werk, en de verwijzing naar het ongrijpbare Niets past mooi bij de vele onwerkelijkheden in de Duitse geschiedenis. Een soortgelijk effect is er zodra Nooteboom Hegels beeld aanhaalt over "de lege bladzijden van de geschiedenis": door zijn kortheid lijkt deze Hegel-verwijzing bijna een vorm van name-dropping, maar tegelijk is het wel een raak beeld voor de ongrijpbaarheid waar het Nooteboom vooral op gaat, en voor momenten in de geschiedenis die zich niet laten samenvatten als zinvol volgeschreven pagina's in de Geschiedenis (met hoofdletter) als Totaaloverzicht (met hoofdletter). Een enkele keer zou je willen dat Nooteboom dieper inging op de door hem gememoreerde filosofen of schrijvers, en wat meer deed dan hen alleen aanraken in zijpaden. Maar meestal zijn dit soort impressionistische zijpaden ook heel geslaagd, juist door hun suggestieve openheid, door het ontbreken van duiding en compleetheid, door de ruimte die zij bieden aan verwonderde mijmering. Nooteboom schrijft, wellicht om dezelfde redenen, ook geen uitputtende beschouwing over hoe men na WO II worstelde met de vraag of men nog wel Duits kon spreken, nu die taal door de Nazi's zo was bevlekt. Nee, hij schrijft een fraai gedicht over iemand die de onschuld van het Duits weer wilde herstellen, door zichzelf en anderen weer helemaal onder te dompelen in de vooroorlogse Duitse poëzie. De introductie van dit gedicht is uiteraard alleen kort, en suggestief. Nooteboom schrijft geen journalistieke of feitelijke beschouwingen, maar persoonlijke en poëtische impressies. "Berlijn 1989-2009" wordt niet gepresenteerd als "dé geschiedenis" van Berlijn of Duitsland, maar als Nootebooms geschiedenis, ook vanuit de gedachte dat er alleen persoonlijke geschiedenissen bestaan en dat alle persoonlijke geschiedenissen samen "dé geschiedenis" zijn. Die dan uiteraard pluriform is en vol irrationele zijwegen, wat Nooteboom ook al had benadrukt door de pluriformiteit van zijn boek en de vele zijwegen binnenin zijn meanderende, melodieuze zinnen.

Door al zijn meanderende zijwegen stelde dit boek mij stevig op de proef. Maar juist die zijwegen gaven mij ook veel intrigerende beelden en gedachten terug. Nooteboom is niet alleen een schrijver, hij is door de eigenheid van zijn stijl en vorm volgens mij ook een genre. En van dat genre zal ik zeker nog meer gaan lezen, in de toekomst.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.