Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Knappe novelle, mooie hommage aan Bruno Schulz

Over Schulz' verzameld werk en over "De kaneelwinkels & Sanatorium Clepsydra" heb ik zeer jubelende recensies geschreven, want ik ben hevig idolaat van de goede man. Dat geldt voor meer mensen: weliswaar is Schulz wegens zijn wel erg barokke en extreme verbeeldingskracht een schrijver die lang niet iedereen aanspreekt, maar voor diverse collega-schrijvers is hij precies vanwege die zo barokke en extreme verbeeldingskracht juist een lichtend voorbeeld. Philip Roth en Updike bewonderden hem; de ooit wereldberoemde Danilo Kis noemde Schulz zijn god, diverse Poolse schrijvers (Stasiuk, volgens mij ook Tokarczuk) imiteerden zijn stijl, net als onze eigen Erwin Mortier in zijn vroegste werk. Sommige schrijvers hebben zelfs in Schulziaanse stijl boeken geschreven waarin Schulz als personage optrad: Jonathan Safran Foer schreef in 2010 het curieuze "The tree of codes" dat letterlijk "De kaneelwinkels" volgt maar toch een heel ander boek is, Cynthia Ozick schreef het magnifieke "The Messiah of Stockholm" waarin een vergeefse zoektocht naar Schulz' verloren roman "De Messias" tot diverse prachtig beschreven Schulziaanse visioenen leidt, in David Grossmans bijzonder roman "Zie: liefde" staat het adembenemende hoofdstuk "Bruno" waarin Bruno Schulz door metamorfoses aan de Nazi's ontkomt en waarin Schulz enorme fantasie ook wordt ingezet als protest tegen alle onderdrukking inclusief de holocaust. Prachtig vind ik dat, en ontroerend bovendien: hoe de bij zijn leven en ook na zijn dood vaak gemarginaliseerde en naar mijn smaak ook wel miskende maar fantastische schrijver Schulz als personage en als stijlvoorbeeld voortleeft in het werk van meerdere echt goede schrijvers.

In 2013 maakte Maxim Biller een mooie nieuwe Schulz- hommage: de novelle "Im Kopf von Bruno Schulz". Wat dan helaas is vertaald als "De verloren brief aan Thomas Mann", een titel waarin de naam van Schulz ineens is verdwenen (niet om commerciële redenen, naar ik hoop). De "echte" Bruno Schulz zat ooit lang te zwoegen op een brief naar de door hem geadoreerde Thomas Mann, die hij dan naar hem zou versturen samen met de in het Duits geschreven novelle "Die Heimkehr", maar noch de brief noch de novelle zijn ooit weer gevonden. Biller nu reconstrueert in zijn novelle als het ware hoe die brief er uitgezien zou kunnen hebben: hij laat ons meeleven en meelezen met alle aarzelende overwegingen achter en kladversies van de brief, en combineert dat met fraaie beschrijvingen en observaties van hoe Bruno denkt, voelt, handelt en er uitziet. De toon van de (fictieve) brief raakt volgens mij heel treffend de toon van Schulz wel bewaard gebleven brieven: de angst voor afwijzing, de smekende toon zonder dat het verzoek heel concreet wordt omdat Schulz eigenlijk niet durft te vragen wat hij vraagt. Bovendien kiest Schulz in deze fictieve brief de omweg van fantasie en barokke fictie: hij vertelt het verhaal van een (door hem verzonnen) dubbelganger van Thomas Mann die op bezoek is in zijn stadje, en zich ook gedraagt zoals Thomas Mann zich volgens Schulz NOOIT zou hebben gedragen, en via dat verhaal vraagt hij heel indirect om erkenning en steun van de echte Thomas Mann. Zulke omwegen koos Schulz in zijn bewaard gebleven brieven niet, maar de verlegenheid uit die brieven wordt op deze wijze wel mooi benadrukt, en de voor Schulz zo essentiële waarde van fantasie komt op deze wijze ook mooi naar voren. Dat, samen met alle aarzelingen en afwegingen van Schulz bij het schrijven van de brief, maakt van deze novelle een fraaie en ontroerende beschouwing over wat voor Schulz de waarde van het schrijven was. Dat wordt nog versterkt door de passages over Schulz bewondering voor Mann, en nog meer door de soms Schulziaanse beelden die de verteller gebruikt om zijn observaties van Bruno te beschrijven. Op een gegeven moment houdt Bruno "zijn hoofd met beide handen vast - het was een heel groot, bijna driehoekig, mooi hoofd, dat in de verte deed denken aan de papieren drakenvliegers die zijn leerlingen op de eerste winderige septemberdagen oplieten bij de steengroeve van Koszmarsko -, en even later liet hij zijn hoofd met een driftig gebaar weer los, alsof hij op die manier zijn gedachten kon bevrijden". Een hoofd als een vlieger van een kind, dat zou Schulz mooi hebben gevonden. En die drang om zijn gedachten te bevrijden stond altijd centraal in zijn werk. In die zin was hij inderdaad een schrijver die vaak zijn hoofd beetpakte, misschien soms ook vol verbazing over wat daar allemaal in rondkolkte. Fraai is ook de beschrijving van "de kleine gebutste messing oortrompet die papa in zijn laatste maanden steeds maar weer tegen de vloer van hun oude huis op het Marktplein hield om beter te kunnen horen wat de daaronder wonende muizen, spinnen en marters hem te vertellen hadden". Een mooi beeld voor iedereen die de vaderfiguur uit Schulz' proza kent, die clowneske fantast die alternatieve gedachten over De Schepping wil beluisteren uit de meest ongebruikte bronnen.

De novelle geeft tussen de regels door ook veel biografische informatie, over Schulz treurige leven, zijn angst - zo fysiek aanwezig dat hij bijna tot een aanspreekbaar personage uitgroeit-, zijn twijfels, zijn sadomasochistische aanvechtingen, zijn door vernedering getekende gemoed, en ook - voorvoeld als een bijna apocalyptisch visioen- zijn eigen einde en dat van zijn Joodse vrienden en zijn vele Joodse lotgenoten. Dat doet Biller op respectvolle wijze. Maar deze novelle is vooral een respectvolle hommage door de wijze waarop Biller Schulz' stijl eer aandoet, en door de passages over aard en waarde van zijn schrijverschap. Een mooie novelle kortom, vooral voor verstokte Schulz- fans zoals ik.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.