Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Een kritische en verrijkende aanvulling op "De vreemdeling" van Camus

Toen ik kort geleden een stukkie schreef over "De vreemdeling" van Camus werd mij via diverse sociale media "Moussa of de dood van een Arabier" aangeraden. Mooie tip, want ook van dat boek heb ik genoten. Het is een kritische aanvulling op "De vreemdeling", en tegelijk een eigen uitwerking van Camus' gedachten over het absurde: een kritiek op Camus en tegelijk een eerbewijs aan Camus. En los daarvan is het ook gewoon een goed boek.

Camus werkte zoals bekend in veel van zijn boeken zijn idee en ervaring uit dat het bestaan absurd is: de mens zoekt naar verklaringen en stelt zingevingsvragen aan de wereld, de wereld daarentegen zwijgt. De mens die dat redeloze zwijgen tot in zijn haarvaten ervaart zal volgens Camus beseffen dat iedereen alleen is in het zinloze universum, dat elke hoop een illusie is, en dat al het handelen neerkomt op een "acte gratuit". Zo ook Meursault in "De vreemdeling": een persoon die op alles reageert met de reactie dat het hem om het even is, en alles beziet met de vervreemde blik van de buitenstaander. Een van zijn centrale "actes gratuits" is een moord op een naamloze Arabier (het verhaal speelt in Algerije, ver voor de Algerijnse burgeroorlog). Die moord is namelijk totaal redeloos, omdat hij niet voortkomt uit innerlijke noodzaak of een doordacht motief of zelfs maar een emotionele impuls: het enige wat Meursault drijft is toeval en bedwelming door de enorme hitte van de alom tegenwoordige Algerijnse zon.

"Moussa of de dood van een Arabier" (in het Frans: "Meursault, contre- enquête") vertelt hetzelfde verhaal, maar dan vanuit het perspectief van de broer van de gedode Arabier. De vermoorde krijgt nu, anders dan bij Camus, wel een naam en een eigen geschiedenis. Exact dat wordt door de verteller vol woede uitgeschreven, als fel protest tegen "De vreemdeling" waarin het Algerijnse slachtoffer anoniem wordt gelaten en de Franse dader het podium krijgt. De verteller geeft zelfs aan dat hij bewust Frans geleerd heeft, de taal van de vroegere bezetters en onderdrukkers van zijn land, om dit protest te kunnen opschrijven en om zijn broer, zijn moeder en zichzelf op te heffen uit de anonimiteit. Want niet Meursault was de echte vreemdeling, maar Moussa, en het absurde dat Meursault (of: Camus) zo enorm eloquent verwoordt is nadrukkelijker terug te vinden in het lot van Moussa en zijn familie dan in het lot van Meursault. Feitelijk stelt de verteller zich dus op als "De Vreemdeling" met kapitalen, die nadrukkelijk ALS vreemdeling binnen wil dringen in de Franse taal en in een klassiek sleutelwerk van een van de grote helden in de Franse schone letteren.

Dit boek is zonder meer een kritische tegenhanger van "De vreemdeling", omdat de door Meursault (Camus) geanonimiseerde achtergrondfiguur van "de Arabier" hier fel op de voorgrond komt. Daarmee vraagt Kamel Daoud meteen ook extra aandacht voor een minder mooi Frans koloniaal verleden, een verleden dat bij Camus (zelf als Fransman in Algerije geboren) in de ogen van Kamel Daoud mogelijk wat weinig aandacht kreeg. Maar tegelijk is dit boek ook een fraai en meeslepend eerbewijs aan Camus, omdat Moussa en boven alles de verteller zelf zo mooi tot Camusiaans absurde personages worden uitgewerkt. Moussa sterft immers een bij uitstek absurde dood, zo gratuit dat hij de kranten nauwelijks haalt en dat hij door de autoriteiten niet eens als martelaar wordt gezien. Zijn moeder krijst een leven lang om genoegdoening, maar haar verhaal wordt te futiel en absurd geacht om te kunnen worden geloofd. Moussa's broer ( de verteller) begaat later zelf ook een moord, als een soort wraak of poging om het evenwicht te herstellen, een moord dus die niet - zoals die van Meursault- voortkomt uit bedwelming door de zon. Maar die "tegenmoord" is minstens zo gratuit als de moord van Meursault, omdat de motieven van de verteller zo enorm duister en irrationeel zijn en omdat de wijze waarop de moord voltrokken wordt vol redeloos toeval is. Bovendien vindt die moord net VOOR de Algerijnse vrijheidsoorlog plaats: tijdens die oorlog zou hij te vermommen zijn geweest als zinvolle daad van verzet, nu echter is hij lachwekkend en van elke zin verstoken. Meursault krijgt voor zijn moord nog een - weliswaar absurd- proces, maar de verteller krijgt zelfs dat niet.

Kamel Daoud schrijft dat allemaal mooi op, in een meeslepende en intense stijl. Een stijl waarin verlies van hoop hoogtij viert: "Wat doen mensen die van elkaar houden? Hoe verdragen ze elkaar? Waardoor lijken ze te vergeten dat ze alleen zijn geboren en apart zullen sterven? Ik heb veel gelezen, en de liefde lijkt me een compromis, bepaald geen mysterie. Het komt me voor dat wat sommige mensen voor de liefde voelen, ik vooral voor de dood voel: het besef van kwetsbaarheid, van het absolute van elk leven, het kloppen van een hart, de ontreddering over een blind lichaam. Voor mij is de dood - toen ik hem kreeg, toen ik hem bracht- het enige mysterie. De hele rest is slechts rituelen, gewoontes en dubbele verstandhoudingen". Om die reden verzet hij zich ook fel tegen de religieuze zekerheden van een imam die zich over zijn zielenheil buigt: "Maar toch woog geen van zijn zekerheden op tegen EEN haar van een vrouw die ik liefhad. [...] Het leek alsof ik lege handen had. Maar ik was zeker van mijzelf, zeker van alles, zekerder dan hij, zeker van mijn leven en van een dood die komen ging. Ja, dat was alles wat ik had. Maar die waarheid hield ik tenminste vast, zoals zij mij vasthield". Twee passages waarin op mijns inziens meeslepende wijze de absurditeit van het bestaan wordt uitgeschreeuwd. Maar naar mijn gevoel ook passages waarin dat absurde bestaan in een soort amor fati wordt omhelsd. De verteller staat met lege handen, omdat hij ontdaan is van hoop en illusies, maar juist DAARDOOR komt hij tot extra scherp besef van de "kwetsbaarheid" en van "het absolute van elk leven". Alles is van zin verstoken omdat de dood alles uiteindelijk zijn zin ontneemt, maar juist DAARDOOR is elke "haar van een vrouw die ik liefhad" uiterst wezenlijk, veel wezenlijker dan welke zalvende zingevende troost ook. Ja, veel passages in "Moussa of de dood van een Arabier" ademen duidelijk de sfeer van een zeer oude en dronken man die vertelt over het verlies van al zijn illusies. Maar heel pregnant zijn ook de passages over de zee, de zon, en die ene geweldige hoewel onvervulde liefde. En juist die geweldige, hoewel onvervulde liefde klinkt ook door in de uitroep over elke "haar van een vrouw die ik liefhad". Want de verteller mag de liefde dan beschrijven als compromis, maar de intensiteit waarmee hij die ENE liefde beschrijft maakt mijns inziens heel voelbaar dat hij dat compromis zonder illusies maar met overgave omarmt.

"De vreemdeling" lees ik als een verhaal over het absurde, wat samengaat met verlies van alle hoop en illusies, maar ook met nieuwe intense vormen van levenslust en een radicale amor fati voor het absurde leven. "Moussa of de dood van een Arabier" vertelt volgens mij een soortgelijk verhaal. De toon is echter schrijnender en opstandiger, het perspectief - van een Arabier die vecht tegen de anonimisering van hemzelf, zijn familie, zijn volk - is bovendien radicaal anders. Daardoor werpt Daoud ook een ander en nieuw licht op het Camus-thema van de absurde, maar intens levende mens. Dat levert een mooi boek op, dat mij bovendien nog weer anders laat kijken naar mijn geliefde Camus. Ik ben dus blij dat ik het gelezen heb.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.