Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Iedereen deelt het menselijk tekort

Nico van der Sijde 15 december 2018
(Onderstaand stukkie schreef ik jaren geleden al, maar het leek wel alsof het uit Hebban was verdwenen. Dus zet ik het er maar opnieuw op....)

Er zijn volgens mij veel goede boeken, waar ik dan op reageer door vijf sterren te geven en een enthousiast juichstukje te schrijven. Maar veel zeldzamer zijn de echte meesterwerken, boeken die je totaal overdonderen en verpletteren en die zo enorm goed zijn dat je er helemaal hilair van wordt. Boeken van de 'buitencategorie' dus, die eigenlijk zes duimen zouden verdienen. Voor mij is Reis naar het einde van de nacht zo'n boek: ik las het als 24-jarige en werd helemaal weggeblazen, en nu ik het jaren later lees vind ik het nog even schitterend en geweldig als toen. Ik ken geen ander boek dat zo intens en onverbloemd scheldt op alle slechtheid, ongeluk en kleinheid van de mensen: op hun onvermogen, hun egoisme, hun hebzucht, hun waanzin, hun lafheid, hun zelfbedrog. En toch is het boek ook boordevol pikzwarte en keiharde humor, en ook nog boordevol mededogen en deernis.

De hoofdpersoon, Ferdinand Bardamu, scheldt op alles en iedereen, en op briljante wijze. Hij smijt schreeuwend alle illusies en idealen overboord, verwerpt alle gedachten over schoonheid en de zin van het leven. De mens is voor hem een hulpeloze en naakte vleeszak vol stront, meer niet. Maar daarbij ontziet hij zichzelf zeker niet. Ook zichzelf scheldt hij verrot, omdat hij machteloos staat tegenover zijn eigen leed en dat van zijn vrienden. Hij jankt en schatert omdat iedereen "kleiner is dan de dood": bijna niemand is groot en sterk genoeg om de confrontatie met zijn eigen sterfelijkheid aan te kunnen, en al helemaal niet om anderen bij te staan als zij zinloos creperen. Maar Bardamu beseft terdege dat we allemaal 'kleiner zijn dan de dood': die 'kleinheid' kenmerkt ook hem, Bardamu. Al zijn spot en woede en treurnis betreft ook hemzelf. Hij voelt zich niet beter dan de sukkelaars om zich heen, hij voelt zich sukkelaar met de sukkelaars. Wij zijn allemaal naakte, meelijwekkende en hulpeloze strontzakken, wij staan allemaal hulpeloos tegenover het menselijke tekort. Aldus Bardamu. Aldus Celine. En dat menselijke tekort wordt in Reis naar het einde van de nacht in alle toonaarden gedemonstreerd: Bardamu wil echt tot in het diepst van het duister doordringen, echt 'het einde van de nacht' peilen, alle dimensies van het menselijk tekort bevatten.

Op de tweede bladzij van het boek komt Bardamu ook al met de volgende geweldige one-liner: "Arthur, de liefde is een stuk oneindigheid dat op poedeltjesniveau gebracht is, en ik heb ook mijn eigenwaarde!" Oftewel: in onze idealen is liefde iets oneindigs dat sterker is dan de dood, in de praktijk echter is daar helemaal niks van waar en schieten wij in de liefde oneindig tekort, dus donder op met die liefde! Maar ja, Bardamu kan dat soort gedachtes veel bondiger en pregnanter formuleren dan ik. Het boek zit boordevol met dat soort m.i. geniale one-liners, pikzwart van inhoud, maar wel heel treffend en raak.En tegelijk zit het boek ook vol met deernis en liefde. Ja, Bardamu proceert steeds geniale inkwzarte one-liners, en ja, alle mensen - inclusief hijzelf- ziet hij als hulpeloze en walgelijke strontzakken, en TOCH zijn er allerlei ontroerende passages over bijvoorbeeld zijn zorg om een klein ziek jongetje, zijn grote -hoewel tijdelijke- liefde voor een Amerikaanse hoer, of zijn liefde voor een Slowaakse verpleegster in een gesticht voor krankzinnigen. Puur seksueel, die liefde, in die zin vrij banaal, maar wel een bron van vreugde en nieuwe vitaliteit. In alle illusieloosheid is die liefde toch een baken en houvast, het ENIGE baken zelfs, hoe onvolkomen ook. Sterker nog, juist die illusieloosheid maakt de liefde en deernis in het boek extra pregnant. Of, anders gezegd: het menselijk tekort, het lijden, de lafheid, de verachtelijkheid, DAT is wat wij allemaal gemeen hebben. Solidariteit, liefde en deernis moeten we niet baseren op een of ander hoger ideaal, maar op het besef dat alle illusies tevergeefs zijn. Wat we 'delen' is de verloedering en de dood, anders niets, en juist DAT moeten we proberen te begrijpen en aanvaarden. Dat althans is volgens mij de 'boodschap' van Celine. En ik vind dat wel een imponerende gedachte, hoe zwaar hij ook is.

Die boodschap, en dus die combinatie van zwartgalligheid en deernis, zit ook in het volgende, mijns inziens prachtige, citaat: " Om weer wat plezier te krijgen, zou je nieuwe smoelen moeten bedenken, die je voor de mensen kunt trekken... Maar je hebt de moed niet meer om je repertoire te veranderen. Je brabbelt maar wat. Je zoekt nog wel naar foefjes en smoesjes om bij je vrienden te blijven, maar de dood, die is daar ook, naast jou, stinkend en wel, en de hele tijd nu, hij is minder raadselaachtig dan een spelletje klaverjas. 't Enige wat je nog iets doet en waar je een beetje verdrietig aan terugdenkt, is bijvoorbeeld dat je geen tijd gevonden hebt om een oude oom in Bois-Colombes te gaan opzoeken, toen hij nog leefde en wiens liedje voorgoed is weggestorven op een avond in februari. Deze kleine wrange wroeging, de rest heb je onderweg met min of meer succes uitgekotst, met heel veel moeite en inspanning. Je bent niets anders meer dan een oude lantaarn vol herinneringen op de hoek van een straat waar al bijna niemand meer langs komt". Vooral die one-liner aan het slot vind ik geweldig. Maar ook dat beeld van die oom die wegkwijnt, de wroeging omdat we die oom niet hebben opgezocht, en het feit dat alle andere gevoelens (behalve dus die wroeging) inmiddels zijn uitgekotst. Waardoor je nu alleen bent met de wroeging en de naast je zittende, stinkende en banale dood. En mooi is ook die jij-vorm, waardoor de lezer direct betrokken wordt bij deze zwartgallige en treurige ontboezeming. Bardamu zegt hier iets over zichzelf, maar spreekt daarbij ook rechtstreeks tot de lezer, alsof hij zeggen wil: ook jij kent dit soort treurnis, dit soort falen, dit soort wroeging. Ook jij bent als die oom, en als die neef die zijn oom niet heeft bezocht. Ook jij bent weerloos tegen de dood, want die zit ook naast jou, stinkend en wel.

Dat citaat laat nog iets anders zien: Celine is niet alleen briljant in WAT hij zegt, maar vooral in HOE hij het zegt. Reis naar het einde van de nacht is vooral geniaal door zijn stijl. Zeldzaam vitaal en bruisend vaak, vol krachttermen en brilnate one-liners. Vol hyperbolen ook. Het volgende citaat is volkomen koortsachtig hallucinerend, maar laat mijns inziens juist DAARDOOR goed de waanzin zien van de oorlog: "Zou ik dan de enige lafaard op aarde zijn? vroeg ik me af. En ik huiverde bij die gedachte!...Verloren tussen twee miljoen heldhaftige idioten, die buiten zichzelf waren en gewapend tot de tanden? Met helmen, zonder helmen, zonder paarden, op motoren gierend, in auto's, fluitend, schietend, samenzwerend, vliegend, knielend, gravend, 'm smerend, zwenkend op weggetjes, knallend, gekluisterd aan deze aarde als in een cel, om er alles wat leeft te vernietigen, nog doller dan honden, omdat ze hun eigen dolheid vereren (wat honden niet doen), honderdmaal, duizendmaal doller dan duizend honden en zoveel valser! 't Was een fraaie boel! Ja, nu begreep ik 't, ik was in een apocalytische kruistocht terechtgekomen." Celine zet door alle herhalingen en uitroeptekens zijn taal onder hoogspanning, en doet daar nog een schepje bovenop door mensen met dolle honden te vergelijken en die vergelijking vervolgens ook nog eens uit te vergroten. Aldus knalt hij alle koortsachtige emotie zo direct mogelijk op papier, en zuigt hij de lezer daarin mee. Ik vind het werkelijk geniaal zoals hij dat doet. Even geniaal als de eerder geciteerde passage waarin hij de lezer meesleurt in deernis, wroeging en zwartgalligheid. Even geniaal ook als al die one-liners. Elke bladzij is een leesgenot, elke zin heeft wel iets speciaals of verrassends.

Reis naar het einde van de nacht is kortom een bijzonder intense leeservaring: door de enorme zwartgalligheid ervan, door de bijna pijnlijke deernis waarmee deze zwartgalligheid wordt gecombineerd, en bovenal door de enorme intensiteit van Celines stijl. Weinig boeken zijn zo enorm meeslepend als dit. Ik ben blij dat ik het herlezen heb!



1

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.