Lezersrecensie
De beide kanten van zelfmoord
Over Merlijn Kamerling (1998) is relatief weinig bekend (goed zo, jongen, houden zo!), behalve dat hij 21 jaar is en de zoon van een dode acteur en een nog levende actrice. Op het eerste gezicht is hij een typische Millennial: hij doet al vijf jaar niks en wil ook niks. Hij houdt van hiphop en blowen. De vooroordelen liggen dus al op de loer voordat je ook maar een zin van dit boek gelezen hebt, want na de stortvloed aan schrijvende BN’ers, hebben we hier het kind van een BN’er dat ook zo nodig een boek moet schrijven en moet profiteren van de roem van zijn dode vader. Toch ligt er in deze zin een hele harde kern van waarheid, namelijk het stukje ‘een boek moet schrijven’. De rest van de gedachte kun je al meteen na de inleiding naar de prullenbak verwijzen. Je voelt als lezer hoe urgent dit verhaal is. Het moet verteld worden. Merlijn laat zich bijstaan door schrijver en documentairemaker Matthijs Kleyn, wat vooral gelet op de vorm een meesterlijke zet blijkt.
Op 6 oktober 2010 staat Nederland heel even stil: Antonie Kamerling is dood en het was zijn eigen keuze. Net als bij Herman Brood voor hem en Joost Zwagerman na hem, reageert Nederland zoals het reageert: nog nooit was Kamerling zo populair als op de dag van zijn overlijden. De pers duikt er bovenop, de cd die niet verkocht is in no-time nergens meer te krijgen, de dvd’s van zijn films zijn niet aan te slepen en het internet ontploft. Iedere tv-zender, iedere nieuwssite, elk roddelblad en elke social media-gebruiker met een vooroordeel vindt iets van de keuze van Kamerling, en in die chaos moeten weduwe Isa, de dan 11-jarige Merlijn en kleuter Vlinder overeind zien te blijven.
Jong als hij is, kiest Merlijn er bewust voor om sterk te zijn voor zijn moeder en kleine zusje. Zijn eigen verwerkingsproces belandt in de wachtkamer. Tien jaar later beseft Merlijn dat hij eigenlijk niets verwerkt heeft en nog maar weinig herinneringen aan zijn vader heeft. Hij besluit op zoek te gaan: naar wie zijn vader was en naar wie hij zelf is. Door middel van een serie gesprekken met mensen die zijn vader hebben gekend en archiefbeelden terug te kijken, leert Merlijn Antonie beter kennen, ontdekt hij wat ze wel en niet gemeen hadden, en komen geleidelijk de herinneringen terug.
‘Nu Ik Je Zie’ is een verhaal dat niet alleen geschreven moest worden, maar ook zeker gelezen moet worden, vooral gezien het taboe dat nog altijd op zelfmoord rust, en de zorgwekkende ontwikkeling van social media. Want wat doen roem en social media met iemand die al ontvankelijk is voor depressies? Wat is het om continu opgejaagd en lastig te worden gevallen door fans, stalkers en pers? Waarom wisten goede vrienden zoals Reinout Oerlemans en Beau van Erven-Dorens niet hoezeer de ziekte Antonie in zijn greep had? En wat bezielt iemand die eigenlijk helemaal niet van aandacht houdt in godsnaam om de camera op te blijven zoeken?
Merlijn zocht het allemaal uit en wordt tijdens zijn zoektocht niet alleen overspoeld met mooie, liefdevolle herinneringen, maar ook geconfronteerd met keiharde vooroordelen, waardoor de lezer zich op bepaalde punten in het verhaal niet meer afvraagt waarom Antonie zelfmoord pleegde, maar zich vooral verbaast over het feit dat Beau en Reinout zich afvragen waarom Antonie tegenover hen niet over zijn depressies of zelfmoordgedachten sprak.
Het is een eerlijk verhaal, soms zo mooi en lelijk dat het pijn doet, en voor het eerst dat ik een boek over zelfmoord las dat beide kanten zo goed belicht: die van de achterblijvers en die van degene die uitstapt. Het is een boek dat beide kanten inzichtelijk en begrijpelijk maakt, en herkenning oproept bij degenen die zijn achtergelaten of zelf overwogen hebben alles achter te laten. Een boek dat in tegenstelling tot de meeste genre-genoten werkelijk kan bijdragen aan Suicide Awareness. Het toont Antonie in al zijn verdeeldheid: de manische periodes en de depressieve, zijn strijd tegen zowel het leven als de dood, het willen uiten van zijn creativiteit maar ook het met rust gelaten willen worden, het eeuwige soapie-label dat hem in 1990 werd opgeplakt en waar hij nooit vanaf kwam. Toch wordt het boek nergens echt zwaar op de hand en overheerst als je het voor de laatste keer dichtslaat vooral een gevoel van berusting: die kleine blonde is dood, maar met Merlijn komt het wel goed.
Op 6 oktober 2010 staat Nederland heel even stil: Antonie Kamerling is dood en het was zijn eigen keuze. Net als bij Herman Brood voor hem en Joost Zwagerman na hem, reageert Nederland zoals het reageert: nog nooit was Kamerling zo populair als op de dag van zijn overlijden. De pers duikt er bovenop, de cd die niet verkocht is in no-time nergens meer te krijgen, de dvd’s van zijn films zijn niet aan te slepen en het internet ontploft. Iedere tv-zender, iedere nieuwssite, elk roddelblad en elke social media-gebruiker met een vooroordeel vindt iets van de keuze van Kamerling, en in die chaos moeten weduwe Isa, de dan 11-jarige Merlijn en kleuter Vlinder overeind zien te blijven.
Jong als hij is, kiest Merlijn er bewust voor om sterk te zijn voor zijn moeder en kleine zusje. Zijn eigen verwerkingsproces belandt in de wachtkamer. Tien jaar later beseft Merlijn dat hij eigenlijk niets verwerkt heeft en nog maar weinig herinneringen aan zijn vader heeft. Hij besluit op zoek te gaan: naar wie zijn vader was en naar wie hij zelf is. Door middel van een serie gesprekken met mensen die zijn vader hebben gekend en archiefbeelden terug te kijken, leert Merlijn Antonie beter kennen, ontdekt hij wat ze wel en niet gemeen hadden, en komen geleidelijk de herinneringen terug.
‘Nu Ik Je Zie’ is een verhaal dat niet alleen geschreven moest worden, maar ook zeker gelezen moet worden, vooral gezien het taboe dat nog altijd op zelfmoord rust, en de zorgwekkende ontwikkeling van social media. Want wat doen roem en social media met iemand die al ontvankelijk is voor depressies? Wat is het om continu opgejaagd en lastig te worden gevallen door fans, stalkers en pers? Waarom wisten goede vrienden zoals Reinout Oerlemans en Beau van Erven-Dorens niet hoezeer de ziekte Antonie in zijn greep had? En wat bezielt iemand die eigenlijk helemaal niet van aandacht houdt in godsnaam om de camera op te blijven zoeken?
Merlijn zocht het allemaal uit en wordt tijdens zijn zoektocht niet alleen overspoeld met mooie, liefdevolle herinneringen, maar ook geconfronteerd met keiharde vooroordelen, waardoor de lezer zich op bepaalde punten in het verhaal niet meer afvraagt waarom Antonie zelfmoord pleegde, maar zich vooral verbaast over het feit dat Beau en Reinout zich afvragen waarom Antonie tegenover hen niet over zijn depressies of zelfmoordgedachten sprak.
Het is een eerlijk verhaal, soms zo mooi en lelijk dat het pijn doet, en voor het eerst dat ik een boek over zelfmoord las dat beide kanten zo goed belicht: die van de achterblijvers en die van degene die uitstapt. Het is een boek dat beide kanten inzichtelijk en begrijpelijk maakt, en herkenning oproept bij degenen die zijn achtergelaten of zelf overwogen hebben alles achter te laten. Een boek dat in tegenstelling tot de meeste genre-genoten werkelijk kan bijdragen aan Suicide Awareness. Het toont Antonie in al zijn verdeeldheid: de manische periodes en de depressieve, zijn strijd tegen zowel het leven als de dood, het willen uiten van zijn creativiteit maar ook het met rust gelaten willen worden, het eeuwige soapie-label dat hem in 1990 werd opgeplakt en waar hij nooit vanaf kwam. Toch wordt het boek nergens echt zwaar op de hand en overheerst als je het voor de laatste keer dichtslaat vooral een gevoel van berusting: die kleine blonde is dood, maar met Merlijn komt het wel goed.
2
Reageer op deze recensie