Lezersrecensie
Het huis waarin je bent opgegroeid
'Geuren' bevat 60 kortverhalen over geuren, elke geur gevangen op een ander moment in Claudel's leven. Vaak niet meer dan een paar bladzijden lang, en toch zie ik ze niet als 'verhaaltjes'. Claudel's schrijfstijl is daarvoor te groots, zoals die van Annie Ernaux, heel sober maar toch ongemeen krachtig. Geuren zijn "scheepjes die ons meenemen op een heerlijke tocht" schrijft Claudel. En dat is het ook. Een tocht vol wonderlijk mooie en beklijvende verhalen. (en dit niet alleen voor wie olfactorisch is ingesteld.)
Een uittreksel uit het verhaal 'het huis waarin je bent opgegroeid'.
"Ik zit aan de keukentafel. Het huis staat al meer dan twee jaar leeg. Sinds de dood van mijn vader. Het is schoongemaakt en de meubels zijn voor een deel al weggehaald. Er slingert nog van alles rond: de rest van de meubels, openstaande dozen, zakken die half gevuld zijn met spullen. Het huis lijkt op een dode die half is afgelegd en toen in de steek is gelaten, niet om een bepaalde reden, niet uit walging, niet uit vergeetachtigheid, maar gewoon omdat men nog iets anders te doen had. Ik heb lang geaarzeld voordat ik hierheen kwam om deze tekst te schrijven, in deze keuken die nauwelijks veranderd is, aan de tafel waar ik als kind at en mijn huiswerk deed. Nu is het ijskoud in huis. Er wordt niet meer gestookt. Er is toch niemand. Ik ga alle kamers af. Hier ben ik thuis, op bekend terrein, maar verder is er niets meer. Ik ga naar boven, naar de keuken, de slaapkamer, de woonkamer, de salon. Ik zet de luiken open. En hoe diep ik ook inadem, hoe vaak ik mijn neus ook snuit om mijn neusgaten vrij te maken, hoe vaak ik mijn ogen ook sluit, ik ruik niks, geen enkele geur. Het huis ruikt nergens meer naar. Mijn vader is vertrokken met medeneming van datgene wat dit huis uniek maakte. Ik heb het koud. Binnenkort wordt het huis verkocht. Er zullen hier andere mensen komen wonen. Langzaam maar zeker zal het huis zich als kneedbare was aanpassen en hun geur gaan vasthouden. Als ik hier langs zal komen, met de auto of op de fiets, weet ik dat ik niet zal kijken. Dat zal ik niet kunnen. Het is triest om niets meer te ruiken. Ik dacht dat ik zou moeten huilen. Maar nee. Ik ben alleen verbaasd. Ik weet niet of ik ben afgedreven of dat het huis dat heeft gedaan, maar we zijn vreemden voor elkaar geworden. Ik ga weg. Ik zal de luiken weer sluiten, het licht uitdoen, de deuren op slot doen. Ik zal terugkeren naar het leven. Hier ben ik niet meer op mijn plaats. Dat is me nu duidelijk geworden."
Precies zo voelde het toen ik onlangs in het lege huis van mijn ouders afscheid nam, kamer na kamer. Het huis was me vreemd geworden, hoewel het nog steeds het huis is waarin ik ben opgegroeid. Intussen is het afgebroken, en in de plaats is een mooi, modern huis gebouwd dat een nieuw, jong gezin zal omarmen. Ik ben blij dat mijn vroegere thuis weer een nieuwe thuisbestemming krijgt.
Een uittreksel uit het verhaal 'het huis waarin je bent opgegroeid'.
"Ik zit aan de keukentafel. Het huis staat al meer dan twee jaar leeg. Sinds de dood van mijn vader. Het is schoongemaakt en de meubels zijn voor een deel al weggehaald. Er slingert nog van alles rond: de rest van de meubels, openstaande dozen, zakken die half gevuld zijn met spullen. Het huis lijkt op een dode die half is afgelegd en toen in de steek is gelaten, niet om een bepaalde reden, niet uit walging, niet uit vergeetachtigheid, maar gewoon omdat men nog iets anders te doen had. Ik heb lang geaarzeld voordat ik hierheen kwam om deze tekst te schrijven, in deze keuken die nauwelijks veranderd is, aan de tafel waar ik als kind at en mijn huiswerk deed. Nu is het ijskoud in huis. Er wordt niet meer gestookt. Er is toch niemand. Ik ga alle kamers af. Hier ben ik thuis, op bekend terrein, maar verder is er niets meer. Ik ga naar boven, naar de keuken, de slaapkamer, de woonkamer, de salon. Ik zet de luiken open. En hoe diep ik ook inadem, hoe vaak ik mijn neus ook snuit om mijn neusgaten vrij te maken, hoe vaak ik mijn ogen ook sluit, ik ruik niks, geen enkele geur. Het huis ruikt nergens meer naar. Mijn vader is vertrokken met medeneming van datgene wat dit huis uniek maakte. Ik heb het koud. Binnenkort wordt het huis verkocht. Er zullen hier andere mensen komen wonen. Langzaam maar zeker zal het huis zich als kneedbare was aanpassen en hun geur gaan vasthouden. Als ik hier langs zal komen, met de auto of op de fiets, weet ik dat ik niet zal kijken. Dat zal ik niet kunnen. Het is triest om niets meer te ruiken. Ik dacht dat ik zou moeten huilen. Maar nee. Ik ben alleen verbaasd. Ik weet niet of ik ben afgedreven of dat het huis dat heeft gedaan, maar we zijn vreemden voor elkaar geworden. Ik ga weg. Ik zal de luiken weer sluiten, het licht uitdoen, de deuren op slot doen. Ik zal terugkeren naar het leven. Hier ben ik niet meer op mijn plaats. Dat is me nu duidelijk geworden."
Precies zo voelde het toen ik onlangs in het lege huis van mijn ouders afscheid nam, kamer na kamer. Het huis was me vreemd geworden, hoewel het nog steeds het huis is waarin ik ben opgegroeid. Intussen is het afgebroken, en in de plaats is een mooi, modern huis gebouwd dat een nieuw, jong gezin zal omarmen. Ik ben blij dat mijn vroegere thuis weer een nieuwe thuisbestemming krijgt.
1
Reageer op deze recensie