Interessant en complex

Non fiction over de wetenschappelijke zoektocht naar de werking van het gen. Het boek volgt de geschiedenis van ontdekkingen, die langzamerhand meer zicht geven op de genetica. De eerste helft vind ik het boeiendst. De oude Grieken, Darwin en vooral Mendel, die in een kloostertuin jarenlang zeer methodisch en toegewijd - helemaal uit zichzelf - erwtenplantjes met elkaar kruiste om daaruit de eerste beginselen van de genetica af te leiden. Geen van allen kon een gen zien, maar men dacht logisch na op basis van waarnemingen over de manier waarop overerving plaatsvond en kon dat in globale, eenvoudige termen beschrijven. In de moderne tijd zit men het gen veel dichter op de huid en blijkt deze in een netwerk met andere factoren ( andere genen, buitenwereld, regelaars etc.) zijn functie uit te oefenen, waardoor het in ieder geval voor mij allemaal wat waziger wordt en het boek ook wat diffuser en minder krachtig. Ik heb ook ernaast nog veel gegoogeld om het wat beter te begrijpen. Wetenschappelijke ontdekkingen komen voort uit een combinatie van geduld, genialiteit, voorstellingsvermogen, toeval en noeste repetitieve arbeid. Het lijkt soms alsof wetenschap en maatschappij nogal losgezongen zijn van elkaar. Boeiend boek, maar het had van mij wat dunner gemogen. De tril van ontdekkingen en de verwoording in theorieën, maakt het boeiend. Maar ook: hoe kunnen al deze complexe processen als gevolg van natuurlijke evolutie zijn ontstaan?