Meer dan 7,0 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Hartverscheurende scènes uit een huwelijk

Frans Moberts 31 december 2025
In 1973 maakte de Zweedse regisseur Ingmar Berman ‘Scènes uit een huwelijk’ een miniserie voor televisie. Ze bestaat uit zes episodes uit het huwelijk van Johan en Marianne die lopen van hun gelukkige huwelijk na 10 jaar, ontrouw, uit elkaar gaan, weerzien, pijnlijke scheiding tot samenkomst na jaren en wederzijds ongelukkig hertrouwen. De tv-serie was in Zweden ongekend populair, ze trok 3,5 miljoen kijkers, de helft van de toenmalige bevolking. Slechts één jaar later verscheen de op de serie gebaseerde speelfilm die eveneens veel bezoekers trok.

Tove Ditlevsen schreef haar roman Vilhelms kamer over het tumultueuze huwelijk van Lise en Vilhelm twee jaar later, in 1975. Het duurde bijna vijftig jaar voordat de Nederlandse vertaling het licht zag. Vilhelms kamer begint als volgt;

“De kamer bestaat niet meer. Dag in dag uit zag ik door de vieze ramen de ravage groeien […] Pas toen ook het hoge, sierlijk gedecoreerde plafond met de dikke gipsen engeltjes verdwenen was, verloor ik mijn interesse in de vernielingen en begon ik de kamer in mijn hoofd opnieuw op te bouwen. Daar leeft die nu, vol fluisterende schaduwen, zacht gelach als spottend vogelgekrijs en warme tranen die worden weggekust of vrij mogen stromen als het vocht uit de scheuren in het behang, dat bevlekt is met hartstocht en wanhoop. Ik wil een boek schrijven over Vilhelms kamer en over de gebeurtenissen die er plaatsvonden of daaruit voortkwamen en die tot de dood van Lise leidden.”

Even verderop lezen we het volgende; “Mijn hoofdpersonage houdt niet van zichzelf. Wanneer ze fijne en zachte sporen achterlaat in het hoofd van een ander, dan heeft ze dat door en verdwijnt zo snel als een fotograaf die het gelukt is om haar veranderlijke gezicht vanuit een goede hoek te vereeuwigen. Ze is ervan overtuigd dat iemand alleen van haar kan houden als deze persoon haar niet kent. Ze denkt dat, als er gelukkige echtparen op de wereld bestaan, hun geluk berust op bijna totale onwetendheid over elkaars ware aard. Zo wordt elke verliefde persoon bedrogen, en Vilhelms haat voor haar is daardoor volkomen begrijpelijk. […] Ik vraag de lezer niet om van haar te houden, maar ze heeft echt behoefte aan sympathie. Want wie in haar vroegste jaren geen liefde heeft gekend, is permanent afgesneden van de overtuiging dat ze het waard is om van gehouden te worden. Toch ben ik van plan om van haar te houden, nu ik bezig ben me van haar los te maken.”

Wie is die ‘ik’? Is dat Tove zelf en heeft ze het hier over zichzelf, het leven van kinderboekenschrijfster Lise lijkt immers wel heel erg op dat van haarzelf, of is het een alwetende verteller die schrijft “Haar heb ik alleen overleefd om het verhaal van haar en Vilhelm te kunnen opschrijven. Een ander doel heeft mijn bestaan niet. […] Nu zal ik mijn verhaal vertellen, met als enige reden dat ik dat moet doen. En omdat niemand het met hetzelfde bestaansrecht en dezelfde vanzelfsprekendheid kan doen…” En wie is er aan het woord bij het volgende fragment “Maar het interesseert me niet of mevrouw Thomsen ooit heeft bestaan. Ze is een scherf van mijn verdampte bewustzijn, die nu wegdrijft op de golven van woorden, zich eraan vastklampt en om hulp smeekt, zoals ik ook de lezer om hulp smeek, ja zelfs om van mij te houden, ongeacht in welke gedaanten mijn gezicht zal opduiken, vloeibaar en ongrijpbaar als gespiegeld op verwaaid water, vanachter andere gezichten die veel gemakkelijker vast te houden zijn.” Is dit Lise zelf, de Lise die we kennen uit De gezichten? De volgende direct erop volgende zin is namelijk “We woonden in de flat onder die van mevrouw Thomsen.”

Ergens halverwege is het perspectief dan weer omgedraaid; “[…] je moet nooit je personages op eigen houtje laten handelen. Het is al erg genoeg dat ik, uit pure ongeduld om van deze Lise af te komen, haar in haar laatste boek slechter ten tonele breng dan ze is. […] deze vrouw moet ik een nieuwe taal schenken, met een driestheid zodat Vilhelm geen reden meer zal hebben om ernaar te zoeken. En daarmee moet ze haar ondergang tegemoet lopen.”

Dit fragment vormt de inleiding tot het relaas van Lise, de scènes uit een huwelijk, die ze op verzoek van een hoofdredacteur die nog een rekening met Vilhelm te vereffenen heeft op papier zet.

‘Een haal in een huwelijk’ is een scène uit hun huwelijk van 13 jaar geleden, de avond dat Lise de boekhandelsprijs krijgt. Vilhelm wordt dronken en bij thuiskomst “gaf (hij) me een trap in mijn buik toen ik hem uit zijn kleren wilde helpen. De hak van zijn schoen maakte een haal in mijn lange, witte jurk, en ook een haal in ons huwelijk, waar andere mensen nu een wig tussen konden drijven, met de nobele intentie om de scheur te repareren of met het veel eenvoudigere doel om de scheur groter te maken.” De eerste twee die ermee aan de slag gaan zijn hun beider psychiaters.

‘Het risico van de liefde’ vindt twee jaar later plaats. Lise heeft een uitnodiging gekregen om naar Rusland te gaan, samen met twee parlementsleden en een arts. Tegelijkertijd ontvangt Vilhelm het verzoek om feestelijke toespraak te schrijven, iets waarop Lise reageert met “‘Dat klinkt interessant, wie gaat het recenseren.’ De daaropvolgende week was complete waanzin, want wat had ik eigenlijk gedaan? Elke avond ging Vilhelm in de leunstoel naast mijn bed zitten […] Hij las de bladzijden voor uit Proust waarin de schrijver het wezen van jaloezie onderzoekt. Het object kon iedereen zijn, dat maakte niet uit. Bevend van angst en medeleven luisterde ik naar hem. Ik staarde in een ziel die doordesemd was met verbittering en gelardeerd met verdriet.” Tijdens de Rusland-reis wordt de arts, Hugo “mijn eerste minnaar in zeven jaar. Hij werd ook de onschuldige reden dat we onze erotische dromen in werkelijkheid begonnen uit te leven, en daarvan is geen weg meer terug.”

‘Ons liefdesbad’ speelt nog voor de Rusland-reis. Vilhelms psychiater slaagt erin hem eigenschappen terug te geven die Lise geprobeerd heeft te verstoppen. Zij vindt dat “op een duistere manier gevaarlijk, want ik had geen eerzuchtige man nodig, het was voldoende dat ik dat zelf was. En nu was Vilhelms bewondering voor mij zo snel als je met je ogen kunt knipperen veranderd in gifgele afgunst en haat. Als er geen wonder gebeurde, zou hij me blijven raken op mijn kwetsbare punt: mijn artistieke zelfvertrouwen, dat nooit groot was geweest.”

De eraan voorafgaande honderd pagina’s zijn een soort lange epiloog over hoe het Lise verder vergaan is, in de aankondiging van de reeks artikelen wordt dat omschreven als “een mentale inzinking, een opname in een psychiatrisch ziekenhuis en de sensationele huwelijksadvertentie.”

Die contactadvertentie - ‘Na te zijn ontsnapt uit een lang, ongelukkig huwelijk - 51 jaar, maar jong van geest - prachtige zoon van 15 jaar - bekende naam in de Deense literatuur - zomerhuis - groot appartement in het centrum van de stad - momenteel opgenomen vanwege een zenuwcrisis - bij voorkeur automobilist.’ - schrijft ze op aanraden van een van de andere patiënten.

De opname in een psychiatrische kliniek was onvermijdelijk. Nadat Vilhelm eerder al talloze minnaressen heeft gehad, kortdurende relaties met niet beklijvende klaproosmeisjes, is het uiteindelijk Mille die het voor elkaar krijgt dat Vilhelm voor háár kiest. “Mille zag iets bij jou wat ze nodig had, en als ik nu aan haar denk, wordt er een woedend, in de steek gelaten diertje in me wakker dat zijn klauwtjes uitslaat. Ik weet dat we haar lang hebben bejegend met dezelfde gevoelens als haar voorgangers; een soort genegenheid gebaseerd op kennis over onze macht om te vernietigen, een gevoel dat des te warmer was omdat het was vermengd met minachting. Ik weet niet hoe het deze gezondheidsgekke leverpasteibakker gelukt is om mijn hand weg te duwen van het hete, kloppende middelpunt van jouw bestaan […] Wat is het voor onaangenaam spel waarin ze ons heeft verstrikt? Wanneer heeft zij de overhand gekregen?”

Hoe Vilhelm tegen zijn huwelijk met Lise aankeek wordt duidelijk wanneer Kurt, de tijdelijke nieuwe bewoner van Vilhelms kamer, diens dagboeken vindt en daarin de volgende ontboezeming na de zoveelste echtelijke ruzie leest, “We huilden allebei. ‘Mijn lieve vrouw,’ zei ik, ‘de jongen moet ons nooit verlaten. Hij is het anker dat ons aan de aarde bindt.’ Toen tilde ze haar gehavende gezicht op en keek me in mijn ogen. ‘Na een dergelijk besef, welke verzoening?’ citeerde ze Elliot - in een ellendige vertaling, maar wanneer had ze ook Engels moeten leren? Deze stokersdochter, die op haar twaalfde van school was gegaan! Ze parasiteert op mijn kennis, kneedt die in haar gedachten en braakt die uit in briljante gedichten die ze nooit zonder mij had kunnen schrijven. Ik haat haar, haat haar.”

Desondanks komt Vilhelm, wanneer een vroegere vriendin van hem een leugen van Karl doorvertelt, namelijk dat hij de minnaar is van Lise tot de ontdekking dat hij nog steeds om haar geeft. “Hij wist niet waarom hij zo van Lise had gewalgd dat hij de aanblik van haar niet meer aankon, want ze redde het duidelijk niet zonder hem. En nu was ook hij in beweging gekomen; hij zou terugkeren naar zijn vrouwtje en hun jongen.”

Lise heeft echter inmiddels een drastisch besluit genomen waardoor het einde van Vilhelms kamer grote overeenkomst vertoont met het einde van Toves eigen leven.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Frans Moberts