Lezersrecensie
Een fluisterend feest van woorden en beelden
De titel Stille confetti van Carolien Frijns klinkt als een paradox: confetti roept feest, kleur en beweging op, terwijl stilte juist rust en terughoudendheid suggereert. In deze bundel smelten die twee uitersten samen. Het resulteert in een feest van observatie en aandacht voor het alledaagse, maar ook in een fluisterend boek waarin woorden vallen als confetti: zacht, zorgvuldig en met onverwachte glans. Op de cover staat een kleine roman, maar een klassiek plot ontbreekt. Toch vormen de korte fragmenten en gedichten een hecht geheel.
Stilte als vorm van spreken
In Stille confetti is stilte geen leegte, maar een actieve kracht. Frijns schrijft met traag ritme, gebruikt witruimte en laat de lezer ademen tussen de zinnen. Het zijn geen verhalen met een duidelijke verhaallijn, maar momentopnamen die uitnodigen tot verstilling.
In het eerste fragment We zijn meanderthalers – een van de vele prachtige titels – leunt de verteller tegen een boom: “Die trekt me nog wat meer de grond in (…) Alsof ik een beetje met de boom begin mee te wortelen.” Zo vangt Frijns haar aandacht voor details in één beeld. De stilte is verbonden met verlies, herinnering en introspectie, maar zonder zwaarte. Verdriet en gemis sluipen subtiel naar binnen in korte observaties of momenten van herkenning.
Verlies en ontworteling
Veel fragmenten cirkelen rond verlies in zijn vele gedaanten: een jeugd die voorbij is, een geliefde die verdwenen is, een vader die enkel nog in herinneringen opduikt. In Barcelona wijst een barman vaders aan: “Laaf je aan die vader. Laaf je lijf aan die onderwegvaders.” Het is lang geleden dat haar vader nog een arm om haar heen sloeg.
Ook een land dat men verlaat of een kat die er niet meer is, roept verlies op. “Hoe moet het zijn om in een metropool vol daken te wonen en er zelf geen te hebben,” schrijft ze over vluchtelingen. Frijns, zelf een Nederlandse in Vlaanderen, kijkt met een dubbele blik: van binnenuit én van buitenaf. Dat gevoel van nergens helemaal thuis te zijn loopt als een stille draad door de bundel.
Verlies is ook een besef van tijd: herinneringen die vervagen of van kleur verschieten. In het ontroerende Belle étage beschrijft Frijns hoe een vrouw een ochtendjas wil terugbrengen naar haar ex-geliefde: “Technisch gezien kon ze die 850 gram stof vervoeren van A naar B. A was haar huis, B het zijne, ooit het hunne.” Hij blijkt niet thuis, dus frommelt ze de ochtendjas door de brievenbus. Met woordspel – beletage wordt belle étage – vangt Frijns het verlangen naar wat voorbij is.
De fragmentaire vorm versterkt het gevoel van breekbaarheid. Het leven laat zich niet vatten in één doorlopend verhaal, alleen in scherven. In taal probeert Frijns te bewaren wat dreigt te verdwijnen.
Onderweg en verwondering
Reizen en zoeken naar verbinding keren steeds terug. Frijns beschrijft het leven in Spanje, de culturele verschillen en de kleine ontmoetingen die betekenis krijgen. Vaak zit ze aan een bar “drie krukken breed en vijf krukken lang” en observeert ze de barkrukzitters: “Krukjeskijken… Het toont dat we anders kunnen kijken, dingen anders beogen.”
Onderweg zijn is bij Frijns zowel letterlijk als innerlijk. Ze observeert, reflecteert en probeert nabijheid te vinden. Geluk zit in de kleine momenten, “in een vergeten kier van een grootstad”. Echte verbinding ontstaat in stilte, in een blik of een gebaar – niet in grote woorden.
Spelen met woorden
Frijns’ taalgevoel is speels en poëtisch. Ze transformeert woorden tot iets nieuws: beletage wordt belle étage, dialoog verandert in dial-ogen wanneer mensen bellen, wegwee vangt weemoed naar iets dat voorbij is, en cafeterapia beschrijft de bar als een plek van kleine genezing. “We schenken wat je nodig hebt,” zegt de barman-psycholoog.
Woorden worden bij Frijns klank en beweging. Taal is lichamelijk: “Spanjaarden kunnen woorden zo heerlijk neerzetten. Met hun lichaam, handen en gezicht.” Ze beschrijft hoe zelfs een kleine mondhoekbeweging betekenis draagt. Zo toont ze dat taal niet alleen iets is wat we zeggen, maar ook wat we uitstralen.
De titel Stille confetti krijgt dan ook een symbolische betekenis: woorden als dwarrelende stukjes papier, die langzaam neerdalen en oplossen. Frijns strooit niet met taal, ze laat woorden landen. In hun zuinigheid schuilt hun kracht.
Fragmenten en illustraties
De bundel bestaat uit miniaturen die elk een eigen klank hebben, maar samen een mozaïek vormen. Elk fragment is een ademteug, een stukje bewustzijn, soms niet meer dan een bladzijde lang. Samen maken ze het boek tot een intiem geheel – als losse confettideeltjes die pas samen het feest vormen.
Wie een klassieke roman verwacht, moet even wennen, maar wie zich openstelt voor de klank, de stiltes en de beelden, ontdekt een verrassende gelaagdheid. Elk stukje spiegelt iets van de lezer.
De illustraties van Maïté Baillieul versterken dat gevoel. Haar tekeningen ademen dezelfde stilte, precisie en subtiliteit als Frijns’ taal. Beeld en tekst spiegelen elkaar, als twee manieren om hetzelfde onzegbare te benaderen. Waar woorden stilvallen, nemen de lijnen het over. Zo ontstaat een dialoog tussen kijken en lezen, tussen vorm en gevoel.
Stille confetti is een zeldzaam mooi boek dat traag gelezen wil worden – een uitnodiging om zachter te kijken en beter te luisteren.
—
Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com
Leesadvies voor jongeren
Een boek om langzaam te lezen en te laten dwarrelen als confetti. 'Stille confetti' van Carolien Frijns is een fluisterende viering van taal, stilte en kleine momenten, prachtig geïllustreerd door Maïté Baillieul.
Stilte als vorm van spreken
In Stille confetti is stilte geen leegte, maar een actieve kracht. Frijns schrijft met traag ritme, gebruikt witruimte en laat de lezer ademen tussen de zinnen. Het zijn geen verhalen met een duidelijke verhaallijn, maar momentopnamen die uitnodigen tot verstilling.
In het eerste fragment We zijn meanderthalers – een van de vele prachtige titels – leunt de verteller tegen een boom: “Die trekt me nog wat meer de grond in (…) Alsof ik een beetje met de boom begin mee te wortelen.” Zo vangt Frijns haar aandacht voor details in één beeld. De stilte is verbonden met verlies, herinnering en introspectie, maar zonder zwaarte. Verdriet en gemis sluipen subtiel naar binnen in korte observaties of momenten van herkenning.
Verlies en ontworteling
Veel fragmenten cirkelen rond verlies in zijn vele gedaanten: een jeugd die voorbij is, een geliefde die verdwenen is, een vader die enkel nog in herinneringen opduikt. In Barcelona wijst een barman vaders aan: “Laaf je aan die vader. Laaf je lijf aan die onderwegvaders.” Het is lang geleden dat haar vader nog een arm om haar heen sloeg.
Ook een land dat men verlaat of een kat die er niet meer is, roept verlies op. “Hoe moet het zijn om in een metropool vol daken te wonen en er zelf geen te hebben,” schrijft ze over vluchtelingen. Frijns, zelf een Nederlandse in Vlaanderen, kijkt met een dubbele blik: van binnenuit én van buitenaf. Dat gevoel van nergens helemaal thuis te zijn loopt als een stille draad door de bundel.
Verlies is ook een besef van tijd: herinneringen die vervagen of van kleur verschieten. In het ontroerende Belle étage beschrijft Frijns hoe een vrouw een ochtendjas wil terugbrengen naar haar ex-geliefde: “Technisch gezien kon ze die 850 gram stof vervoeren van A naar B. A was haar huis, B het zijne, ooit het hunne.” Hij blijkt niet thuis, dus frommelt ze de ochtendjas door de brievenbus. Met woordspel – beletage wordt belle étage – vangt Frijns het verlangen naar wat voorbij is.
De fragmentaire vorm versterkt het gevoel van breekbaarheid. Het leven laat zich niet vatten in één doorlopend verhaal, alleen in scherven. In taal probeert Frijns te bewaren wat dreigt te verdwijnen.
Onderweg en verwondering
Reizen en zoeken naar verbinding keren steeds terug. Frijns beschrijft het leven in Spanje, de culturele verschillen en de kleine ontmoetingen die betekenis krijgen. Vaak zit ze aan een bar “drie krukken breed en vijf krukken lang” en observeert ze de barkrukzitters: “Krukjeskijken… Het toont dat we anders kunnen kijken, dingen anders beogen.”
Onderweg zijn is bij Frijns zowel letterlijk als innerlijk. Ze observeert, reflecteert en probeert nabijheid te vinden. Geluk zit in de kleine momenten, “in een vergeten kier van een grootstad”. Echte verbinding ontstaat in stilte, in een blik of een gebaar – niet in grote woorden.
Spelen met woorden
Frijns’ taalgevoel is speels en poëtisch. Ze transformeert woorden tot iets nieuws: beletage wordt belle étage, dialoog verandert in dial-ogen wanneer mensen bellen, wegwee vangt weemoed naar iets dat voorbij is, en cafeterapia beschrijft de bar als een plek van kleine genezing. “We schenken wat je nodig hebt,” zegt de barman-psycholoog.
Woorden worden bij Frijns klank en beweging. Taal is lichamelijk: “Spanjaarden kunnen woorden zo heerlijk neerzetten. Met hun lichaam, handen en gezicht.” Ze beschrijft hoe zelfs een kleine mondhoekbeweging betekenis draagt. Zo toont ze dat taal niet alleen iets is wat we zeggen, maar ook wat we uitstralen.
De titel Stille confetti krijgt dan ook een symbolische betekenis: woorden als dwarrelende stukjes papier, die langzaam neerdalen en oplossen. Frijns strooit niet met taal, ze laat woorden landen. In hun zuinigheid schuilt hun kracht.
Fragmenten en illustraties
De bundel bestaat uit miniaturen die elk een eigen klank hebben, maar samen een mozaïek vormen. Elk fragment is een ademteug, een stukje bewustzijn, soms niet meer dan een bladzijde lang. Samen maken ze het boek tot een intiem geheel – als losse confettideeltjes die pas samen het feest vormen.
Wie een klassieke roman verwacht, moet even wennen, maar wie zich openstelt voor de klank, de stiltes en de beelden, ontdekt een verrassende gelaagdheid. Elk stukje spiegelt iets van de lezer.
De illustraties van Maïté Baillieul versterken dat gevoel. Haar tekeningen ademen dezelfde stilte, precisie en subtiliteit als Frijns’ taal. Beeld en tekst spiegelen elkaar, als twee manieren om hetzelfde onzegbare te benaderen. Waar woorden stilvallen, nemen de lijnen het over. Zo ontstaat een dialoog tussen kijken en lezen, tussen vorm en gevoel.
Stille confetti is een zeldzaam mooi boek dat traag gelezen wil worden – een uitnodiging om zachter te kijken en beter te luisteren.
—
Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com
Leesadvies voor jongeren
Een boek om langzaam te lezen en te laten dwarrelen als confetti. 'Stille confetti' van Carolien Frijns is een fluisterende viering van taal, stilte en kleine momenten, prachtig geïllustreerd door Maïté Baillieul.
1
Reageer op deze recensie
