Lezersrecensie
Monsters met een glimlach
Het is bijna bedtijd. Het licht gaat uit, de kamer wordt stil — en dan hoor je het: “Papa, kijk even onder het bed?” Dat moment kennen we allemaal. Angst voor monsters hoort bij kind zijn, maar hoe zorg je dat die angst niet te groot wordt? Monsters gaan niet naar de kapper van Marie-Hélène Versini en illustrator Vincent Boudgourd helpt daarbij.
Monsters die niets kunnen
In dit boek leren we dat monsters eigenlijk maar een stelletje sukkels zijn. De humor van het boek zit in de herhaling: monsters drinken geen milkshakes, gaan niet naar de kapper, spelen geen piano, en kunnen niet zwemmen. Eén monster heeft zelfs zó veel tenen dat schoenen dragen onmogelijk is. En een ander sleept een zwemband met bloemetjesmotief mee, omdat het bang is te zinken. Elk voorbeeld haalt een stukje angst weg. Want wat valt er nog te vrezen van een monster dat zelfs niet weet hoe een bril werkt omdat het te veel ogen heeft?
De tekst is eenvoudig en ritmisch opgebouwd, ideaal voor een voorleesmoment voor het slapengaan. Het slot geeft de geruststellende clou: monsters doen die dingen niet, omdat…. Een zucht van opluchting en een glimlach sluiten het boek af.
Beestachtig leuke illustraties
De illustraties van Vincent Boudgourd zijn een belevenis op zich. Zijn potlood lijkt te dansen, te krassen en te spatten. Zijn monsters zijn groot, harig, vaak een beetje over-the-top, maar nooit écht eng. Ze lijken rechtstreeks uit de fantasie van een kind te komen: wild, chaotisch en grappig tegelijk. Absurd, maar ook aandoenlijk. Boudgourd snapt precies hoe je kinderen helpt om te lachen om wat ze eerst eng vonden.
Voorleespret met een boodschap
Wat ik sterk vind aan dit boek, is dat het niet probeert de angst te ontkennen. Het zegt niet: “Er zijn geen monsters.” In plaats daarvan maakt het de monsters belachelijk. En dat werkt. Door samen te lachen, wordt angst iets wat je kunt delen en zelfs kunt overwinnen.
Versini en Boudgourd gebruiken een slimme strategie: ze nemen de angst serieus, maar ontmantelen haar met logica en humor. Angst verliest zijn kracht wanneer je haar belachelijk maakt. Dat principe werkt in dit prentenboek perfect. Het kind leert dat wat in je hoofd eng lijkt, in werkelijkheid gewoon niet klopt – en dat lachen het beste wapen is.
Kleine opdracht voor na het lezen
Laat kinderen hun eigen onhandige monster bedenken. Een monster dat bang is voor tandenborstels, of eentje dat altijd in de knoop raakt met zijn veters. Teken het samen, geef het een naam en verzin wat het niet kan. Zo wordt angst creativiteit, en lachen de kinderen hun monsters vanzelf weg.
Monsters gaan niet naar de kapper is een prentenboek dat spanning omzet in humor. Dankzij de levendige tekeningen en de grappige tekst verdwijnen de monsters onder het bed niet met een gil, maar met een bulderlach. En dat is precies wat elk kind verdient voor het slapengaan.
Monsters die niets kunnen
In dit boek leren we dat monsters eigenlijk maar een stelletje sukkels zijn. De humor van het boek zit in de herhaling: monsters drinken geen milkshakes, gaan niet naar de kapper, spelen geen piano, en kunnen niet zwemmen. Eén monster heeft zelfs zó veel tenen dat schoenen dragen onmogelijk is. En een ander sleept een zwemband met bloemetjesmotief mee, omdat het bang is te zinken. Elk voorbeeld haalt een stukje angst weg. Want wat valt er nog te vrezen van een monster dat zelfs niet weet hoe een bril werkt omdat het te veel ogen heeft?
De tekst is eenvoudig en ritmisch opgebouwd, ideaal voor een voorleesmoment voor het slapengaan. Het slot geeft de geruststellende clou: monsters doen die dingen niet, omdat…. Een zucht van opluchting en een glimlach sluiten het boek af.
Beestachtig leuke illustraties
De illustraties van Vincent Boudgourd zijn een belevenis op zich. Zijn potlood lijkt te dansen, te krassen en te spatten. Zijn monsters zijn groot, harig, vaak een beetje over-the-top, maar nooit écht eng. Ze lijken rechtstreeks uit de fantasie van een kind te komen: wild, chaotisch en grappig tegelijk. Absurd, maar ook aandoenlijk. Boudgourd snapt precies hoe je kinderen helpt om te lachen om wat ze eerst eng vonden.
Voorleespret met een boodschap
Wat ik sterk vind aan dit boek, is dat het niet probeert de angst te ontkennen. Het zegt niet: “Er zijn geen monsters.” In plaats daarvan maakt het de monsters belachelijk. En dat werkt. Door samen te lachen, wordt angst iets wat je kunt delen en zelfs kunt overwinnen.
Versini en Boudgourd gebruiken een slimme strategie: ze nemen de angst serieus, maar ontmantelen haar met logica en humor. Angst verliest zijn kracht wanneer je haar belachelijk maakt. Dat principe werkt in dit prentenboek perfect. Het kind leert dat wat in je hoofd eng lijkt, in werkelijkheid gewoon niet klopt – en dat lachen het beste wapen is.
Kleine opdracht voor na het lezen
Laat kinderen hun eigen onhandige monster bedenken. Een monster dat bang is voor tandenborstels, of eentje dat altijd in de knoop raakt met zijn veters. Teken het samen, geef het een naam en verzin wat het niet kan. Zo wordt angst creativiteit, en lachen de kinderen hun monsters vanzelf weg.
Monsters gaan niet naar de kapper is een prentenboek dat spanning omzet in humor. Dankzij de levendige tekeningen en de grappige tekst verdwijnen de monsters onder het bed niet met een gil, maar met een bulderlach. En dat is precies wat elk kind verdient voor het slapengaan.
2
Reageer op deze recensie
