Het motief

Walter Dabney is een liefhebbende echtgenoot en vader van vier dochters. Hij heeft een goedlopend bedrijf en leeft een bestaan waar velen jaloers op zouden zijn. Maar dan gebeurt het ondenkbare. Voor het hoofdkantoor van de FBI in Washington D.C. schiet Dabney op klaarlichte dag lerares Anne Berkshire in koelen bloede neer, om daarna de hand aan zichzelf te slaan.
Een van de vele getuigen is Amos Decker, een man die niets vergeet en ziet wat de meeste anderen missen. Verbijsterd over deze op het eerste gezicht totaal onverklaarbare moord, stort hij zich op het onderzoek. Decker maakt deel uit van een speciale eenheid binnen de FBI en hij en zijn collega’s duiken in de levens van Dabney en Berkshire, op zoek naar een verband dat niet lijkt te bestaan. Wat ze wel vinden, zijn geheimen die hen leiden naar een op handen zijnde aanslag – een die Decker en zijn team midden in de vuurlinie plaatst…

Het derde deel over Amos Decker begint letterlijk en figuurlijk met een knal. Walter Dabney lijkt, ogenschijnlijk uit het niets, een onbekende vrouw op straat neer te schieten om vervolgens zelfmoord te plegen. Meteen zat ik middenin het verhaal, want waarom zou deze succesvolle zakenman en betrouwbare man en vader dit doen? Al snel blijkt dat niets is was het lijkt en niemand echt te vertrouwen is. Er worden de nodige aanwijzingen nagetrokken en met diverse mensen gesproken en dat is precies wanneer het boek zijn oorspronkelijke vaart een beetje verliest. Tussendoor word er namelijk ook nog even een burenruzie opgelost, welke totaal misplaatst lijkt in het hele verhaal. Hoezo?
Het verhaal zit uiteindelijk goed in elkaar en de gang naar het plot is spannend en verrassend. Niet het beste boek in deze serie, maar toch zeker 3,5 ster waard voor mij