Lezersrecensie
De geschiedenis krijgt een gezicht
De bastaard van Brussel - Simone van der Vlugt.
Voor dit boek heeft Van der Vlugt veel research gedaan naar de ‘voordagen’ van de 80-jarige oorlog in het Vlaanderen rond 1565. De tijd van de inquisitie, van de brandstapels. Lutheranen die voor hun geloof uitkomen zijn hun leven niet zeker met een figuur als de deken Titelmans, die door keizer Karel zelf als inquisiteur is aangesteld. Alleen het katholieke geloof is toegestaan, andere religies zoals het Lutheranisme is verboden!
Op beeldende wijze beschrijft Van der Vlugt deze roerige tijden, het is geen saai geschiedenis verhaal, er worden geen feiten opgesomd. Alle gebeurtenissen krijgen een gezicht. Een prachtige manier om je in deze tijd in te leven.
In Brussel leren we Crispijn kennen. Een bierbrouwer met zijn speciaal bier Lambic. Hij verafschuwt de zwarte lijsten, de zuiveringen (razzia’s) de brandstapels, de openbare ketterverbrandingen.
Stina, zijn hulp, zijn huishoudster en haar dochter Eva wonen bij hem in en zijn oprechte Lutheranen. Zij gaan geregeld naar de hagepreken met alle gevolgen van dien. Stina wordt opgepakt en in het Broodhuis opgesloten. Als er voor de zoveelste keer brandstapels op de markt van Brussel verschijnen, komt het volk in opstand. Ook Crispijn. Zij vallen de soldaten en de beulen aan. Stina wordt bevrijd van de brandstapel! Maar verdwijnt en laat niets van zich horen, grote onzekerheid voor Eva.
Crispijn, een bastaardzoon van de graaf van Egmond, Lamoraal, moet ook vluchten. Titelmans heeft hem te midden van het opstandige volk herkend. Hij laat de kroeg en brouwerij van Crispijn minutieus onderzoeken, vindt geen sporen van Lutheranisme. Maar toch wordt Crispijn meegenomen, verhoord, gemarteld. De beschrijvingen van deze praktijken laten niet veel te wensen over.
“… een razende duizeling slingert hem steeds verder de duisternis in… helse pijnen…”(p.62)
Als Crispijn bij komt, blijkt hij niet meer in zijn ‘cel’ te liggen, hij wordt goed verzorgd. Waar is hij, hoe komt hij daar? Hij komt er zo goed als mogelijk weer bovenop, maar hij maakt zich ernstige zorgen over Eva. Waar is zij? Wie zorgt voor haar?
Thuis wonen blijkt onmogelijk. Zijn brouwerij is dichtgespijkerd. De omstandigheden worden invoelend beschreven. De toenemende angst, de boekverbrandingen, haat tegen de ketters, vervolging en ‘zuiveringen’. Als de koning van Spanje dan ook nog de hertog van Alva aanstelt, is niemand zijn leven meer zeker.
Crispijn gaat in het verzet. Hij sluit zich aan bij de Bosgeuzen, een bende zwervers, opstandelingen, rouwdouwers, die niet terugdeinst voor geweld, gevoed door de haat tegen de gevestigde orde van de katholieke machthebbers en inquisiteurs, gevoed door al het leed dat hun is aan gedaan. Crispijn leeft in het bos, leeft van wat ze kunnen roven en plunderen. Hij ziet er als een verwaarloosde zwerver. Hij moet zich af sluiten voor de ellende om hem heen. Een lange rij vluchtelingen…
“… buiten de angst voor vervolging heerst er hongersnood in Vlaanderen… uitgemergelde vrouwen en kinderen zwerven rond… met holle wangen en een koortsachtige gloed in de ogen…in lompen lopen ze door de sneeuw op zoek naar iets eetbaars…”(p.157)
Crispijn mist Brussel, hij mist Eva maar hij weet ook dat hij niet veilig in Brussel kan wonen. Waar dan?
Een historisch Young Adult verhaal dat geschiedenislessen zeker zal verlevendigen!
Voor dit boek heeft Van der Vlugt veel research gedaan naar de ‘voordagen’ van de 80-jarige oorlog in het Vlaanderen rond 1565. De tijd van de inquisitie, van de brandstapels. Lutheranen die voor hun geloof uitkomen zijn hun leven niet zeker met een figuur als de deken Titelmans, die door keizer Karel zelf als inquisiteur is aangesteld. Alleen het katholieke geloof is toegestaan, andere religies zoals het Lutheranisme is verboden!
Op beeldende wijze beschrijft Van der Vlugt deze roerige tijden, het is geen saai geschiedenis verhaal, er worden geen feiten opgesomd. Alle gebeurtenissen krijgen een gezicht. Een prachtige manier om je in deze tijd in te leven.
In Brussel leren we Crispijn kennen. Een bierbrouwer met zijn speciaal bier Lambic. Hij verafschuwt de zwarte lijsten, de zuiveringen (razzia’s) de brandstapels, de openbare ketterverbrandingen.
Stina, zijn hulp, zijn huishoudster en haar dochter Eva wonen bij hem in en zijn oprechte Lutheranen. Zij gaan geregeld naar de hagepreken met alle gevolgen van dien. Stina wordt opgepakt en in het Broodhuis opgesloten. Als er voor de zoveelste keer brandstapels op de markt van Brussel verschijnen, komt het volk in opstand. Ook Crispijn. Zij vallen de soldaten en de beulen aan. Stina wordt bevrijd van de brandstapel! Maar verdwijnt en laat niets van zich horen, grote onzekerheid voor Eva.
Crispijn, een bastaardzoon van de graaf van Egmond, Lamoraal, moet ook vluchten. Titelmans heeft hem te midden van het opstandige volk herkend. Hij laat de kroeg en brouwerij van Crispijn minutieus onderzoeken, vindt geen sporen van Lutheranisme. Maar toch wordt Crispijn meegenomen, verhoord, gemarteld. De beschrijvingen van deze praktijken laten niet veel te wensen over.
“… een razende duizeling slingert hem steeds verder de duisternis in… helse pijnen…”(p.62)
Als Crispijn bij komt, blijkt hij niet meer in zijn ‘cel’ te liggen, hij wordt goed verzorgd. Waar is hij, hoe komt hij daar? Hij komt er zo goed als mogelijk weer bovenop, maar hij maakt zich ernstige zorgen over Eva. Waar is zij? Wie zorgt voor haar?
Thuis wonen blijkt onmogelijk. Zijn brouwerij is dichtgespijkerd. De omstandigheden worden invoelend beschreven. De toenemende angst, de boekverbrandingen, haat tegen de ketters, vervolging en ‘zuiveringen’. Als de koning van Spanje dan ook nog de hertog van Alva aanstelt, is niemand zijn leven meer zeker.
Crispijn gaat in het verzet. Hij sluit zich aan bij de Bosgeuzen, een bende zwervers, opstandelingen, rouwdouwers, die niet terugdeinst voor geweld, gevoed door de haat tegen de gevestigde orde van de katholieke machthebbers en inquisiteurs, gevoed door al het leed dat hun is aan gedaan. Crispijn leeft in het bos, leeft van wat ze kunnen roven en plunderen. Hij ziet er als een verwaarloosde zwerver. Hij moet zich af sluiten voor de ellende om hem heen. Een lange rij vluchtelingen…
“… buiten de angst voor vervolging heerst er hongersnood in Vlaanderen… uitgemergelde vrouwen en kinderen zwerven rond… met holle wangen en een koortsachtige gloed in de ogen…in lompen lopen ze door de sneeuw op zoek naar iets eetbaars…”(p.157)
Crispijn mist Brussel, hij mist Eva maar hij weet ook dat hij niet veilig in Brussel kan wonen. Waar dan?
Een historisch Young Adult verhaal dat geschiedenislessen zeker zal verlevendigen!
1
Reageer op deze recensie