Meer dan 6,6 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Wees Gegroet Rosemary, Wees Gegroet Satan

Peter B 18 juni 2023
Door min of meer toevallige omstandigheden kon ik me recentelijk drie klassiekers van het horrorgenre tweedehands aanschaffen, die kort achter elkaar in de periode eind jaren ’60 begin jaren ’70 zijn geschreven en verfilmd, de periode waarin dergelijke thrillers heel populair en nog goed waren ook.
1. “Rosemary’s Baby” van Ira Levin (1967), verfilmd in 1968 door Roman Polanski, met Mia Farrow in de hoofdrol (de film die haar ook beroemd maakte !)
2. “De Exorcist” van William Peter Blatty (1971), verfilmd in 1973 door William Friedkin, met o.a. Max von Sydow in één van de paterrollen
3. “Carrie” van Stephen King (1974, zijn eerste roman, waarmee hij ook beroemd werd !), verfilmd in 1976 door Brian De Palma, met Sissy Spacek in de hoofdrol (de film waarmee ze doorbrak !)

Het leek me dan ook een prima gelegenheid om deze klassiekers kort na elkaar te lezen, in de zelfde volgorde dat ze geschreven en in de bioscoopzalen uitgebracht zijn, als een soort van trilogie van het summum van horrorverhalen.

“Rosemary’s Baby” van Ira Levin :

Rosemary en Guy Wodehouse zijn een jong stel met een kinderwens dat zich in New York gaat vestigen, alwaar Guy hoopt een boost te krijgen voor zijn kwakkelende acteursloopbaan.

Wanneer het koppel net op het punt staat het huurcontract van een flat op First Avenue te tekenen komt er een aanbieding binnen voor een ander, stijlvoller appartement, in het Bramford-complex, dat vermaard is om de mooie open haarden en de antieke Victoriaanse inrichting.
Rosemary is al verliefd op het juweeltje al sinds ze met Guy getrouwd is en het koppel al die tijd al op de Bramford-wachtlijst heeft gestaan. Nu dat ze eindelijk de kans krijgen om hun geduld te belonen overhaalt Rosemary Guy om het contract voor First Avenue te stoppen en de offerte voor het 7E in de Bramford aan te nemen.

Vol enthousiasme zetten ze zich aan de verhuis. Rosemary ziet al hun eerste kind in de voorgenomen kinderkamer liggen bij het uitkienen van behang en meubilair, terwijl Guy aan zijn carrière timmert en door een vreemd toeval een veelbelovende rol krijgt toebedeeld als een andere acteur door een dramatische gebeurtenis plotseling wegvalt.

En door de lieve (aanhankelijke) attenties en (opdringerige) belangstelling van de bejaarde buren aan de andere kant van de slaapkamermuur zien ze niet direct dat deze buren en alle overige bewoners van de 7de verdieping toch maar vreemde snuiters zijn.
Laat staan dat er geloof wordt gehecht aan de slechte naam en de verontrustende verhalen uit het verleden van het Bramford-complex die door hun goede vriend en schrijver Edward “Hutch” worden aangedragen.

Het zal Rosemary nog zuur opbreken.
Het verdere verloop is voor de lezer.

Ik vond het boek net zo goed als de film, door het lezen ervan ontrolden de scènes zich terug voor mijn ogen.

Gans het verhaal speelt zich af in de flat of de quasi onmiddellijke omgeving, zonder de cliché-ingrediënten van hysterisch geschreeuw of bloed dat van het scherm afspat, de spanning is puur psychologisch.
De handelingen van “Ro” Rosemary en Guy lijken vanzelfsprekend voor een jong koppel dat zijn leven aan het opbouwen is, in afwachting van de boreling, want “Ro” is inmiddels zwanger geraakt; zeer “filmisch” en eenvoudig, maar goed, met vlotte dialogen, beschreven. De toestand van Rosemary, die na een vreemde droom (of werkelijke ervaring ?) van de dokter het goede nieuws te horen krijgt, takelt langzaam af, mentaal evoluerend van de ene emotie in de andere, eerst bang, dan geruststellend, dan terug angstig na bizarre stemmingswisselingen, dan weer de (betuttelende) sussende woorden van Guy en de Bamford-omgeving.

Is er zich nu werkelijk een duivels spel aan het afspelen, of is alles gewoon inbeelding en gedroomd door de emotioneel van haar stuk gebrachte “Ro” ?

Lees het van de zelfde schrijver van “The Boys from Brazil”, dat ik in het verleden ook al een “uitstekend”-score had toegedicht.

De lezer die eventueel op het idee zou komen om omtrent de filmcast een en ander te gaan googelen op het internet kan mogelijks op een bizarre associatie stoten waarover op een bepaalde website gewag wordt gemaakt.
Toen de film in 1967 in productie ging had Roman Polanski oorspronkelijk een paar andere actrices in gedachten voor de hoofdrol, waaronder zijn (toen nog levende) eigen vrouw Sharon Tate. Toen deze laatste uiteindelijk niet gecast werd voor de film, en in plaats daarvan de rol naar Mia Farrow ging, bleef Sharon Tate regelmatig op de achtergrond van de filmset verschijnen, terwijl de satanische scènes van “Rosemary” werden gedraaid.
De film ging in première op 12 juni 1968.
Een goed jaar later, op 9 augustus 1969, wordt Sharon Tate, samen met enkele bezoekende goede vrienden, en in afwezigheid van Polanski die in Londen een nieuwe film aan het voorbereiden is, in hun huis in Los Angeles vermoord. De lugubere wijze waarop deze moorden plaatsvinden, uitgevoerd door de zieke hippies van de dolgedraaide (Charles) “Manson Family”-sekte (“Helter Skelter”), maakt dat deze misdaad de geschiedenis ingaat als de “duivelse moord” die een einde maakte aan de onschuld van de sixties-“counterculture”.
Maar dergelijke associaties zijn alleen weggelegd voor de échte believers die werkelijk geloven in het duivelse werk van Satan …

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Peter B