Lezersrecensie
Nieuwsgierig naar het onbekende
Ruben Jacobs (1984) is schrijver, natuurgids (in opleiding) en docent aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Eerder werkte hij als journalist voor de VPRO en de NTR, en schreef hij meerdere boeken, waaronder De eeuw van Felix (2022). Daarin probeert Ruben Jacobs zijn pessimisme over onze toekomst op deze planeet te overwinnen en gaat hij op zoek naar hoop en moed. Zijn verkenning voert hem langs gebeurtenissen, ideeën en praktijken die aan de wieg staan van een nieuwe verhouding tussen mens en aarde.
In Waar de bijen slapen lijkt Jacobs zijn pessimisme te hebben overwonnen. Nog steeds schrijft hij over de mens en haar destructieve uitputtende relatie met de aarde. In het boek presenteert Jacobs alleen een alternatief, hoe een gezonde relatie tussen mens en natuur er wel uitziet. Met talloze voorbeelden laat hij zien dat de natuur iets is dat altijd om ons heen zijn eigen ding doet en zich aanpast. Hij laat zien dat natuur in zijn eenvoud ontroerend en mooi is. En dat het dementerende ouderen plezier brengt.
Jacobs schrijft het verhaal nadat hij een jaar lang in de zorgtuin van Jagtlust heeft gewerkt als vrijwilliger. Dat is een moestuin in ‘s Graveland met een monumentale veldschuur, kassen en een oranjerie. Het maakt deel uit van het historische landgoed Jagtlust, dat lang in bezit was van de patriciërsfamilie Six. De tuin raakte in de loop der tijd in verval en was geheel overwoekerd. In 2013 brachten buurtbewoners, in samenwerking met Natuurmonumenten, de tuin weer tot leven. Inmiddels is het een gecertificeerde zorgtuin. Mensen met een zorgvraag en vrijwilligers krijgen de ruimte om in de tuin te werken. Op de website van de zorgtuin staat ‘hier komt een mens tot bloei’. En dat is precies wat Jacobs ervaart in het jaar dat hij meeloopt.
In de tuin ontmoet Jacobs veel dementerende mensen die daar werken als dagbesteding. Het is voor hen en de familie een fijne manier om uit huis te komen en bezig te zijn met een duidelijke taak. Sommige mensen doen het rustig aan en kijken elke dag uit naar de koffie en lunch. Andere spannen zich meer in. Gesprekken voeren en de mensen leren kennen is lastig, zo omschrijft Jacobs. Maar dat maakt helemaal niet uit. Door met dementerende mensen te werken leert Jacobs meer in het moment te leven. Spontaan lachen en genieten, precies zoals de dementerende mensen doen. Plezier halen uit herinneringen is voor hen namelijk een stuk moeilijker.
De dagelijkse werkzaamheden in de tuin en de interacties met de mensen noteert Jacobs in een soort dagboek, dat cursief wordt weergegeven. Daaromheen schrijft Jacobs over zijn eigen zoektocht naar meer verbinding met de natuur en de persoonlijke ervaringen met het werken in de moestuin. Eigenlijk reflecteert hij op zijn dagboek. Naast zijn reflecties vult Jacobs het verhaal aan met (persoonlijke) anekdotes over de natuur. Over allerlei natuurfenomenen die hem verwonderen. Van het ontdekken van een slaapplek van een hert in het bos, tot het zien van slapende bijen.
‘Telkens wanneer ik een nieuw dier, nieuwe plant of een ander wezen leer kennen en herkennen, groeit mijn bewondering en fascinatie voor de meer-dan-mensen-wereld. Ik realiseer me dan weer hoe beperkt mijn waarneming is, hoe weinig ik eigenlijk registreer van wat er allemaal om me heen gebeurt. Maar het helpt wel om te leren wat je ziet en hoe je kunt zien, horen of ruiken.’
De anekdotes over de natuur staan vaak los van elkaar. Het is daarom geen boek dat snel wegleest. Zeker aan het begin lijken de verhalen op elkaar en worden er nog weinig mensen uit de tuin voorgesteld en uitgediept waardoor het verhaal een beetje saai overkomt. Later herstelt zich dat volledig. De mensen in de tuin krijgen steeds meer een gezicht. Van sommige medewerkers in de tuin komen zelfs de nabestaanden aan het woord. De woorden zijn zacht en liefdevol over zowel de mens als de natuur. Het roept op om te leven in de spontaniteit van het moment en bepaalde situaties te accepteren zoals ze zijn om er gewoon maar het beste van te maken. Dat is precies wat de dementerende ouderen ook doen.
‘Het leven is er niet om begrepen te worden, als een spel dat je kunt uitspelen. Het is bedoeld om te onderzoeken, om steeds weer te zien hoe ingenieus het in elkaar zit. Zo word je telkens weer verliefd op het bestaan, totdat je op een dag dood neervalt en volledig opgaat in het geheel.’
Bovenstaand citaat is treffend voor het verhaal. De mens probeert in veel gevallen alles te verklaren, begrijpen en daarmee ook controleren. Waar de bijen slapen is een – soms ontroerende – oproep om telkens weer verliefd te worden op het bestaan door nieuwsgierig te blijven naar het onbekende. Het boek krijgt van mij 4 sterren.
Met dank aan Uitgeverij Thomas Rap voor dit recensie-exemplaar in ruil voor een eerlijke recensie.
In Waar de bijen slapen lijkt Jacobs zijn pessimisme te hebben overwonnen. Nog steeds schrijft hij over de mens en haar destructieve uitputtende relatie met de aarde. In het boek presenteert Jacobs alleen een alternatief, hoe een gezonde relatie tussen mens en natuur er wel uitziet. Met talloze voorbeelden laat hij zien dat de natuur iets is dat altijd om ons heen zijn eigen ding doet en zich aanpast. Hij laat zien dat natuur in zijn eenvoud ontroerend en mooi is. En dat het dementerende ouderen plezier brengt.
Jacobs schrijft het verhaal nadat hij een jaar lang in de zorgtuin van Jagtlust heeft gewerkt als vrijwilliger. Dat is een moestuin in ‘s Graveland met een monumentale veldschuur, kassen en een oranjerie. Het maakt deel uit van het historische landgoed Jagtlust, dat lang in bezit was van de patriciërsfamilie Six. De tuin raakte in de loop der tijd in verval en was geheel overwoekerd. In 2013 brachten buurtbewoners, in samenwerking met Natuurmonumenten, de tuin weer tot leven. Inmiddels is het een gecertificeerde zorgtuin. Mensen met een zorgvraag en vrijwilligers krijgen de ruimte om in de tuin te werken. Op de website van de zorgtuin staat ‘hier komt een mens tot bloei’. En dat is precies wat Jacobs ervaart in het jaar dat hij meeloopt.
In de tuin ontmoet Jacobs veel dementerende mensen die daar werken als dagbesteding. Het is voor hen en de familie een fijne manier om uit huis te komen en bezig te zijn met een duidelijke taak. Sommige mensen doen het rustig aan en kijken elke dag uit naar de koffie en lunch. Andere spannen zich meer in. Gesprekken voeren en de mensen leren kennen is lastig, zo omschrijft Jacobs. Maar dat maakt helemaal niet uit. Door met dementerende mensen te werken leert Jacobs meer in het moment te leven. Spontaan lachen en genieten, precies zoals de dementerende mensen doen. Plezier halen uit herinneringen is voor hen namelijk een stuk moeilijker.
De dagelijkse werkzaamheden in de tuin en de interacties met de mensen noteert Jacobs in een soort dagboek, dat cursief wordt weergegeven. Daaromheen schrijft Jacobs over zijn eigen zoektocht naar meer verbinding met de natuur en de persoonlijke ervaringen met het werken in de moestuin. Eigenlijk reflecteert hij op zijn dagboek. Naast zijn reflecties vult Jacobs het verhaal aan met (persoonlijke) anekdotes over de natuur. Over allerlei natuurfenomenen die hem verwonderen. Van het ontdekken van een slaapplek van een hert in het bos, tot het zien van slapende bijen.
‘Telkens wanneer ik een nieuw dier, nieuwe plant of een ander wezen leer kennen en herkennen, groeit mijn bewondering en fascinatie voor de meer-dan-mensen-wereld. Ik realiseer me dan weer hoe beperkt mijn waarneming is, hoe weinig ik eigenlijk registreer van wat er allemaal om me heen gebeurt. Maar het helpt wel om te leren wat je ziet en hoe je kunt zien, horen of ruiken.’
De anekdotes over de natuur staan vaak los van elkaar. Het is daarom geen boek dat snel wegleest. Zeker aan het begin lijken de verhalen op elkaar en worden er nog weinig mensen uit de tuin voorgesteld en uitgediept waardoor het verhaal een beetje saai overkomt. Later herstelt zich dat volledig. De mensen in de tuin krijgen steeds meer een gezicht. Van sommige medewerkers in de tuin komen zelfs de nabestaanden aan het woord. De woorden zijn zacht en liefdevol over zowel de mens als de natuur. Het roept op om te leven in de spontaniteit van het moment en bepaalde situaties te accepteren zoals ze zijn om er gewoon maar het beste van te maken. Dat is precies wat de dementerende ouderen ook doen.
‘Het leven is er niet om begrepen te worden, als een spel dat je kunt uitspelen. Het is bedoeld om te onderzoeken, om steeds weer te zien hoe ingenieus het in elkaar zit. Zo word je telkens weer verliefd op het bestaan, totdat je op een dag dood neervalt en volledig opgaat in het geheel.’
Bovenstaand citaat is treffend voor het verhaal. De mens probeert in veel gevallen alles te verklaren, begrijpen en daarmee ook controleren. Waar de bijen slapen is een – soms ontroerende – oproep om telkens weer verliefd te worden op het bestaan door nieuwsgierig te blijven naar het onbekende. Het boek krijgt van mij 4 sterren.
Met dank aan Uitgeverij Thomas Rap voor dit recensie-exemplaar in ruil voor een eerlijke recensie.
1
Reageer op deze recensie