Een spannend en avontuurlijk debuut

Volgens verhalen stuitte de Utrechtse Rob Koops (1973) jaren geleden in een kringloopwinkel op een kopie van bijzondere manuscripten. De oorspronkelijke manuscripten werden in een kist met dubbele bodem gevonden tijdens graafwerkzaamheden in Zwolle, om vervolgens jarenlang weer te verdwijnen. De manuscripten – geschreven in een haast ondoorgrondelijke taal - bleken na veelvuldig onderzoek over de opkomst en ondergang van het machtige rijk Norgië te gaan. Deze Oerbloed -kronieken vormden de basis voor Koops debuut: De raadselbreker.

In De raadselbreker maken we kennis met Obbe die als stoffer in de Boekenburcht in het koninginnerijk Meeringen werkt. In de Boekenburcht worden alle boeken bewaard, gelezen en bestudeerd. Obbe heeft als taak de boel te ontdoen van stof. Als hij op een dag in een van zijn onhandige buien ten val komt, een oud wandkleed meetrekt en een lang verloren boek ontdekt, is dat het startsein voor een bloedstollend avontuur. Dit ‘Zevende Boek’ heeft bijzondere krachten. Niet voor niets is het verzegeld met een slot. Het is aan de raadselbreker om het uit boze handen te houden en zijn geheimen te ontrafelen. Obbe krijgt de taak het hele land te doorkruisen om het in veiligheid te brengen.

“‘Dit gaat over de toekomst van ons land. Dit gaat over leven en dood.’ Ja míjn dood, denkt Obbe.”

Na een eerste spannende introductie, waarbij gelijk veel vragen opkomen, gaat het verhaal van start. In relatief korte hoofdstukken en prettig leesbaar taalgebruik komt de wereld in Norgië helemaal tot leven. In eerste instantie zijn de vele namen van personages, goden en plekken overweldigend. Hun ongewone namen maken het lastig om alles te volgen, maar gelukkig is het boek uitgerust met een landkaart en een verklarende (namen)lijst. De fijne schrijfstijl van Koops zorgt ervoor dat je snel in het verhaal wordt opgezogen, namen al gauw vertrouwd zijn en Obbe voelt als een echte vriend.

Obbe blijkt een wat verlegen, ietwat angstig jongetje te zijn dat al het nodige heeft meegemaakt. Als hij voor de taak komt de staan om voor het boek te zorgen, staat hij op zijn zachtst gezegd niet te springen. Toch rest hem geen andere keus dan op reis te gaan en de nodige uitdagingen het hoofd te bieden. De tocht die volgt beslaat een aantal weken. Dat zorgt er niet alleen voor dat er veel spannende avonturen op Obbes pad komen, maar ook dat je karakters heel goed leert kennen. Met uitgebreide beschrijvingen doet de schrijver verslag van de ontberingen onderweg, maar ook van de omgeving en de mensen die Obbe ontmoet. Koops heeft voldoende de tijd genomen om iedereen nauwkeurig te beschrijven en aan de hand van de vele verhalen en herinneringen die worden gedeeld, wordt steeds duidelijker wat er in het verleden met Norgië en met Obbe zelf is gebeurd. Obbe komt zichzelf regelmatig tegen, wat uiteindelijk resulteert in een prachtige persoonlijke groei en mooie ontmoetingen waarbij het Zevende Boek een belangrijke rol speelt. Het brengt mensen samen, heeft een sterke wil, stimuleert doorzettingsvermogen en weet te beschermen tegen het kwaad.

De raadselbreker is een spannend eerste deel dat met een fantastische cliffhanger afsluit. Als boekliefhebber genoot ik ontzettend van de rol die boeken in het verhaal hebben gekregen. Een tof en superspannend debuut, vol mooie thema’s als gelijkheid, rijkdom, doorzettingsvermogen, verlies en niet op de minste plaats vriendschap. Avontuurlijk, spannend, hartverwarmend en prettig leesbaar. Met kloppend hart kijk ik uit naar het vervolg! Vier dikke sterren voor dit prachtige boek. Een aanrader voor kinderen vanaf een jaar of 10 die houden van fantasyverhalen met een flinke dosis avontuur.