Indrukwekkende historische roman over de Afghaanse geschiedenis
Forugh Karimi ontvluchtte op 25-jarige leeftijd Afghanistan en kwam naar Nederland, waar ze psychiater werd. In 2022 schreef ze haar debuut De moeders van Mahipar dat bekroond werd met de Hebban Debuut Prijs. Nu schreef ze In mijn ogen draag ik wolken, waarin Widá op 15-jarige leeftijd naar Nederland komt uit Afghanistan. Net zoals de auteur wordt ze psychiater. Wanneer ze halverwege de veertig is, krijgt ze nieuws over een meisje dat vroeger in Afghanistan als een zusje voor haar was. Ze onderneemt samen met journaliste Margot een reis naar Athene, omdat er één belofte is die ze niet ingelost heeft, één verhaal dat niet afgewerkt werd. Als psychiater had ze nochtans kunnen weten dat losse eindjes kunnen gaan etteren, hoe diep ze ook worden weggestopt.
Het boek begint met een aantal pagina’s belangrijkste personages. Het is even slikken, want het lijkt erop dat dit voor moeilijkheden zal gaan zorgen. Dat blijkt echter niet het geval en de personages zijn goed uit elkaar te houden. Wat moeilijker zal blijken, zijn de ettelijke taaleigen termen in het Farsi. Het is heel goed dat deze achteraan in een lijst zijn opgenomen, maar zoals de lijst immens lang is, zo ook staat het boek vol met die termen. Dit zorgt voor authenticiteit en cultuureigen elementen, maar het is wel veel en soms stoort het om telkens opnieuw naar die lijst te moeten terugkeren om een term op te zoeken en zo het verhaal te onderbreken.
Het boek springt telkens heen en weer tussen het heden en het verleden waarbij de lezer Widá leert kennen vanaf haar 7 jaar en het verleden langzaam het heden begint in te halen. Regelmatig worden hier dagboekfragmenten of brieven gebruikt als vorm die de gewone vertellende romanvorm afwisselt. Behalve in de brieven, waarin Widá’s moeder aan het woord is, volgen we alles vanuit het perspectief van Widá zelf.
Het duurt even om in het verhaal te komen, maar eenmaal je gegrepen wordt door de geschiedenis van Widá’s familie en die van Afghanistan is het verhaal erg meeslepend. Zo is er het verdriet als een kind naar het buitenland gaat met het gezin en de achterblijvende ouder het nooit meer zal terugzien of de zeer grafische weergave van de vlucht binnen Kabul naar een iets veiliger gebied.
Hoewel velen het verhaal over de opkomst van de Taliban kennen, evenals de periode dat Amerikaanse strijdkrachten vervolgens in het land verbleven en de daaropvolgende terugkeer van de Taliban, begint de schrijfster haar verhaal veel vroeger en leren we ook over de burgeroorlog tussen de Khalqi en de Parchami, de twee onderling strijdende fracties van de Democratische Volkspartij.
De relatie van Widá tot andere personages zoals die tot haar stiefvader of tot haar nichtje Massomá zijn goed uitgewerkt en tonen gelaagde karakters. Ook de gevolgen van Widá’s onverwerkte rouw die zich toont in het bevriezen van haar emoties en telkens opspelende verdrukte gevoelens worden goed uitgewerkt.
De mooie zinnen en sterke beelden vallen op. ‘Zoals de nacht alle kleuren bedekt, ook het zwart, wisten we geen van beiden hoe zwart de dagen waren die in de keuken van het lot voor ons werden bereid.’
De Afghaanse diaspora wordt vergeleken met een geknapte kralenketting ‘de kraaltjes springen alle kanten op en rollen door tot ze ergens in een willekeurig gleufje belanden en zich daar nestelen. Sommige kraaltjes blijven rollen, die vinden nergens een plek om te rusten. Zo zijn wij, als kraaltjes uitgestrooid over de hele wereld, hopend dat we ooit weer aan elkaar geregen zullen worden.’
De geschiedenis van Afghanistan is enorm boeiend, maar de lezer zal al gauw merken dat hij of zij er wel het hoofd bij moet houden, want het is soms even ingewikkeld. Hoewel het begrijpelijk is dat de auteur bezwaarlijk om de geschiedenis heen kon, komt het vertellen van de geschiedenis door Widá aan Margot soms wel even ietwat schools over. Dit is echter niet onoverkomelijk. In mijn ogen draag ik wolken blijft een heel knap boek waar de lezer veel inzicht door zal krijgen in de problematiek van Afghanistan van de jaren ’70 tot op heden. Voor wie verder wil lezen over dit onderwerp geeft Forugh Karimi op het einde nog een bronnenlijst mee waarmee de nieuwsgierige lezer alvast van start kan gaan.
Reageer op deze recensie