Lezersrecensie
Mirjam en Moses Schenkolewski 23 juli 1943
De meeste boeken over de Tweede Wereldoorlog (boeken voor de jeugd onder de 16) lees ik vrijwel allemaal. Na het voor mij persoonlijke teleurstellende boek van Luc Hanegreefs (te veel hooi op de vork, waardoor het een verwarrend verhaal wordt) las ik het op waarheid berustende levensverhaal van Edith Roseij Beek. In het verhaal zijn wel enkele fictieve personaen om kleur te geven aan de moeijke weg die Edith moest gaan (zin staat in het na- en dankwoord).
Lianne Biemond deed uitgebreid historisch onderzoek naar dit veel te jong verwoeste leven.
Het verhaal begint in Gouda, de woonplaats van Edith. Leuk aspect (dat is dan ook het enige vrolijke) is dat het speelt in de Lange Tiendeweg in Gouda, een straat waar ik in vroeger jarenmoeilijk verkrijgbare cd's kocht).
Het verhaal is eigenlijk bekend. Edith is 8 jaar en een gewoon meisje. Als de Tweede Wereldoorlog aanbreekt en je bent Joods dan kennen we allemaal de tragische omstandigheden. De beperkingen wat Joodse mensen mogen doen, het dragen van de gele ster. Op een dag wordt het zo heet onder de voeten dat Edith moet onderduiken. De ouders doken onder in Drachten en broer Johan in Kootwijkerbroek.
Edith wordt uiteindelijk opgepakt en naar kamp Westerbork gebracht. Dan komt een trein die naar Auschwitz gaat.
Het boek grijpt aan, alleen al door de zwart-witfoto's onder andere die van Mirjam en Moses Schenkolewski die beiden niet ouder werden dan 9 jaar. Het was overigens geen tweeling.
Er zijn ook zwart-witillustraties, die zijn eenvoudig. Naarmate het verhaal vordert vind ik de tekeningen meer zeggingskracht krijgen. Daarnaast zijn er ook vanuit het onderduikadres geschreven boeken.
Het boek is geschikt voor lezers vanaf ca. 10 jaar. Het laat vooral zien dat we moeten hopen en bidden dat er geen Derde Wereldoorlog uitbreekt. De zwarte bladzijden aan het eind met een kaarsvlam op een van beide pagina's zijn alleszeggend.
Lianne Biemond deed uitgebreid historisch onderzoek naar dit veel te jong verwoeste leven.
Het verhaal begint in Gouda, de woonplaats van Edith. Leuk aspect (dat is dan ook het enige vrolijke) is dat het speelt in de Lange Tiendeweg in Gouda, een straat waar ik in vroeger jarenmoeilijk verkrijgbare cd's kocht).
Het verhaal is eigenlijk bekend. Edith is 8 jaar en een gewoon meisje. Als de Tweede Wereldoorlog aanbreekt en je bent Joods dan kennen we allemaal de tragische omstandigheden. De beperkingen wat Joodse mensen mogen doen, het dragen van de gele ster. Op een dag wordt het zo heet onder de voeten dat Edith moet onderduiken. De ouders doken onder in Drachten en broer Johan in Kootwijkerbroek.
Edith wordt uiteindelijk opgepakt en naar kamp Westerbork gebracht. Dan komt een trein die naar Auschwitz gaat.
Het boek grijpt aan, alleen al door de zwart-witfoto's onder andere die van Mirjam en Moses Schenkolewski die beiden niet ouder werden dan 9 jaar. Het was overigens geen tweeling.
Er zijn ook zwart-witillustraties, die zijn eenvoudig. Naarmate het verhaal vordert vind ik de tekeningen meer zeggingskracht krijgen. Daarnaast zijn er ook vanuit het onderduikadres geschreven boeken.
Het boek is geschikt voor lezers vanaf ca. 10 jaar. Het laat vooral zien dat we moeten hopen en bidden dat er geen Derde Wereldoorlog uitbreekt. De zwarte bladzijden aan het eind met een kaarsvlam op een van beide pagina's zijn alleszeggend.
2
Reageer op deze recensie