Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

De Keizer is dood. Leve De Keizer!

Hilde H 01 december 2017
Uitgeverij Polis had het lumineuze idee om de romans van Willem Elsschot opnieuw uit te geven in een presentatie die ook een nieuw lezerspubliek warm moet maken voor deze klassiekers. De cover van ‘Een ontgoocheling’ is alvast heel geslaagd. De pronte zakenman met hoed en stevige sigaar brengt je meteen in de juiste sfeer om het verhaal te smaken. En weet je, sommige ‘oude’ lezers kunnen het ook niet laten. Die kleurrijke nieuwe uitgaven ogen immers zo mooi naast dat oude beduimelde verzameld werk dat al in de boekenkast stond…
‘Een ontgoocheling’ begint met wat één van de kortste openingszinnen uit de literatuur moet zijn: ‘De Keizer was sigarenfabrikant.’ Het is Willem Elsschot ten voeten uit. Als hij iets met drie woorden kan zeggen zal hij er zeker niet meer gebruiken. Slechts een korte alinea heeft Elsschot nodig om zijn hoofdpersonage te schetsen en om mij zijn verhaal in te trekken. ‘Veel geld verdiende hij niet want hij werkte slechts met enkele mensen, had te weinig kapitaal en maakte geen reclame zodat hij niet vooruitkwam in de wereld’. En het is gebeurd. Alles wil ik nu weten van die man die hier zonder pardon onmiddellijk in zijn blootje wordt gezet.
En wat ik te weten kom is niet fraai. De Keizer is een man zonder ruggengraat. Hij leeft het leven niet; hij ondergaat zijn lot. Alle verwachtingen die hij zelf niet kan waarmaken projecteert hij op zijn zoon Karel : Kareltje De Keizer moet advocaat worden. Het was zijn vader immers opgevallen dat ‘de meeste advocaten in mooie huizen woonden’ en dat zij ‘met zeer weinig werken schatten gelds verdienden’. Het ventje is dan ook amper 10 jaar als hij al wordt ingeschreven in het Athénéé Royal waar de lessen nog voor een deel in het Frans gegeven worden. Maar het wordt, zoals de titel al laat vermoeden, een grote ontgoocheling. Kareltje, die thuis Vlaams spreekt en niets begrijpt van die Franse lessen, moet keer op keer zijn jaar overdoen en wordt uiteindelijk van school gehaald. Het is een schande die verborgen moet blijven. Zeker voor de Lustige Whistspelers, de kaartclub waarvan De Keizer de trotse voorzitter is, en waar ‘reeds menig glas op het promoveren van Kareltje geledigd was’. Als hij dan ook nog eens het voorzitterschap van die kaartclub moet prijsgeven aan de door hem zo verfoeide kolenhandelaar Dubois is de ondergang compleet. De Keizer komt al dat gezichtsverlies niet meer te boven.
Eigenlijk is het een intriest verhaal, maar toch lees je het met een glimlach om je lippen. En dat is de verdienste van de fijnzinnige humor van Elsschot die het tragische verdraaglijk maakt. De humor zit in de naïviteit van Kareltje, in de droge vertelstijl van Elsschot en zijn haarscherpe beschrijvingen, in de anekdotes die het verhaal heel levendig maken. Elsschot zou zich naar eigen zeggen voor ‘Een ontgoocheling’ immers gebaseerd hebben op de jeugdherinneringen van zijn alter ego Alfons De Ridder die opgroeide in Antwerpen. Parallellen met het leven van De Ridder zijn er zeker, maar de auteur Elsschot maakte er toch in de eerste plaats een fictief verhaal van, een verhaal dat leest als een tragedie, maar ook een verhaal waarin je meerdere lagen en een boeiend tijdsbeeld kan ontdekken. Een verhaal waarin je telkens weer iets nieuws vindt.
Elsschot schreef het verhaal in 1914. Toch is het vandaag nog heel goed leesbaar en herkenbaar. Ook 100 jaar geleden was emoties uiten al niet het sterkste punt van de Vlaming. “Sterven van schaamte” blijkt geen loos begrip. Zelfs het “watervalsysteem” bestond al : vraag je niet af wat de kwaliteiten zijn van je kind en kies samen met hem of haar een gepaste opleiding, maar mik zo hoog mogelijk en incasseer daarna de ontgoocheling.
De taal van 1914 is natuurlijk niet meer de taal van nu. Natuurlijk zijn er wel woorden en zegswijzen die thans in onbruik zijn geraakt, maar dat hoeft niet af te schrikken; zij kleuren de taal en maken het verhaal juist zo charmant. Uitgeverij Polis voegde voor het goede begrip ook een lijst met aantekeningen en vertalingen uit het Frans toe. Er staan immers nogal wat Franse zinnen in de tekst, dikwijls in conversaties. Ook dat maakt het verhaal heel erg authentiek : het werd immers geschreven in een tijd waarin iedereen die wilde meetellen in de samenleving Frans moest spreken.
Alma Mathijsen schreef een nawoord bij de tekst. Zelf kan ik het niet mooier verwoorden : ‘Een verhaal om uit te printen in de lettergrootte 4 en op te vouwen, zodat je het altijd in je broekzak bij je kunt dragen’.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Hilde H

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.