Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

“Een eeuwenoude legende wordt levend…”

Wil 09 mei 2019
Ik begin mijn recensie met een paar hartenkreten: “Wat een meesterverteller is Lars Mytting! Ongelooflijk!”
En “Alle lof voor de vertaling uit het Noors door Paula Stevens”.

De Zusterklokken is een heerlijke trage roman die begint in het jaar 1880 wanneer er een nieuwe, jonge en vooral ambitieuze dominee, Kai Schweigaard, benoemd wordt in de diepste binnenlanden van Noorwegen, in de staafkerk van Butangen, een heel klein, nauwelijks bereikbaar dorp in een zijdal tussen Fåvang en Tretten. Een “tang” is een smalle landtong en “bu” betekent huis, dat is de verklaring voor de plaatsnaam Butangen. Niemand woonde er permanent. In de winter moest je er over het ijs naar toe rijden. Er woonden destijds ongeveer duizend zielen in het buurtschap, verdeeld over een stuk of veertig boerderijen en pachtboerderijtjes. De staafkerk met de zusterklokken waar het verhaal over gaat lag hoger op de steile helling, vanwege het uitzicht en ook omdat de mensen door de grote overstroming in Fåvang hadden geleerd wat water op een kerkhof kan aanrichten. Verder is het van belang te weten dat Butangen twintig jaar achterliep op de naburige dorpen, die weer dertig jaar achterliepen op de stadjes in Noorwegen, die vijftig jaar achterliepen op de rest van Europa. De reis ernaartoe was een van de redenen. Er verhuisden zelden mensen naar of uit het dorp.

De Zusterklokken werden eeuwen geleden gesmeed door hun ontroostbare vader, de rijke boer Eirik Hekne na het gelijktijdig overlijden van Halfrid en Gunhild Hekne, die “huid deelden”, een Siamese tweeling. Hun moeder Astrid was bij de zware bevalling bezweken. De meisjes waren een bron van vreugde voor het hele dorp. Ze waren vrolijk en weefden samen prachtige tapijten, o.a. de Skråpånatta, de Dag des Oordeels volgens oud-Noorse profetieën. Deze handel in tapijten leverde geld op. De echte maatstaf voor rijkdom was de hoeveelheid zilver die men bezat. Eirik Hekne had zilveren bestek voor dertig personen. De Zusterklokken waren fraai bewerkt en het brons had Eirik al een vermogen gekost, maar verdoofd door verdriet gooide hij het hele zilveren bestek en twee knuisten met zilveren daalders in de kokende smeltkroes. En nu wordt er gezegd dat de Zusterklokken profetische gaven bezaten. Ze luidden bij gevaar en andere calamiteiten. Uit zichzelf! Er waren wel meer bijgeloven in het dorp. Denk aan de raadselachtige rituelen en bijbehorende voorspellingen van de oude vroedvrouw die waarheid werden.

“De prachtige klokken hingen veilig in de toren tot het jaar 1880, toen ze, en met hen het dorp, het slachtoffer werden van plotselinge veranderingen en onbuigzame geesten. De ene klok zou zelfs onder water belanden en weer worden opgevist, en de enige die macht over het lot van de klokken bleek te hebben was een jong meisje uit het geslacht Hekne. Haar offer zou net zo groot zijn als dat van de ouders van de Hekne-zusters, maar zij moest haar offer in stilte brengen, en lange tijd was er slechts één man die wist wat ze had gedaan.” zo lezen we al op blz. 16 van deze meer dan 400 blz tellende roman. Een macabere vooruitblik.

Het jonge meisje is ASTRID HEKNE, verre nazaat van de Siamese tweeling (zo’n 400 jaar later), ze is anders dan de andere meisjes. Ze wilde alles weten, ze verlangde naar meer. Het verlangen naar een ander leven liet haar niet los. Ze had om die reden ook al twee huwelijksaanzoeken afgewimpeld. In een andere omgeving zou men haar knap hebben genoemd: ze was slank en benig en had krullend donker haar. Astrid hield van de staafkerk, ze ontdekte steeds iets nieuws in het houtsnijwerk en de beschilderingen en ze ontcijferde de merkwaardige grafschriften. Het christendom maakte op haar weinig indruk. Astrid lijkt op bepaalde momenten bovennatuurlijke gaven te hebben. Ze kent geen angst.

KAI SCHWEIGAARD, de nieuwe dominee was jong, opgewekt, had pit, zijn gezicht was gebruind door de zon, hij was energiek, hij sprak begrijpelijk en pakkend. Anders dan de andere dominee. En ongetrouwd! Zo brak er met zijn komst een nieuw tijdperk aan. Astrid hoort aanvankelijk bij het huishoudelijk personeel van Kai, maar wordt ontslagen als Margit Bressum, de huishoudster merkt dat Astrid zijn belangstelling opwekt. Hij geeft haar oude kranten zodat ze kan lezen wat er in de wereld gebeurt. Kai wil als ruil dolgraag met Astrid praten, hij wil ingewijd worden in het benepen dorp. En Astrid merkt ook dat Kai haar wel wat doet… Kai heeft grote plannen met de kerk en verwacht nieuws uit Dresden. Tja, het begin van het einde zal daarmee ingeluid worden…

GERHARD SCHÖNAUER is een veelbelovende student architectuur bij Professor Ulbricht van de Kunstacademie in Dresden. Zijn tekentalenten zijn eveneens verbluffend. De beeldende kunst, de kunstgeschiedeniskant trekt hem dus ook. Moeilijk om een beslissing te maken. Ulbricht heeft een prachtig project middeleeuwse bouwcultuur voor hem in Butangen. Een voortzetting van het werk van zijn voorganger Johan Christian Dahl die over de oud-Noordse godenwereld een kostbare verzameling tekeningen had gemaakt over verbazingwekkend houtsnijwerk van ornamenten en architectuur. Over de zogenaamde staafkerken, uniek in de wereld, in hout vervaardigd die nu dreigen vernietigd te worden. Alleen de dakconstructie was al een volmaakt kunstwerk. Zie cover! Noorwegen had destijds een rijke cultuur, maar nu (1880) zijn ze arm en lijden ze honger. Het oud-Noordse geloof gaat er zij-aan-zij met het christelijke geloof. De mythen van de oud-Germaanse cultuur heeft veel gemeen met de oud-Noordse godenwereld, denk aan de Walkuren, de wortels van Wagner, zegt Ulbricht. Gerhard moet de constructie van de staafkerk van Butangen in tekening brengen, elke balk nummeren, enz, zodat de kerk afgebroken kan worden, getransporteerd naar Dresden en daar weer opgebouwd kan worden. Eeuwige roem zal Gerhard ten deel vallen. Het is een project van zeven maanden en wordt geheel bekostigd door Ulbricht en de zijnen. Maar wat als Gerhard slechts een pion is op het schaakbord van de grootmeester?!

Gerhard besluit wat Noors te gaan leren en het project aan te nemen. En gaat op reis, een barre tocht. Met alleen een koffer, schetsboek, schildersezel en tekenspullen. Bij de kerk gekomen, hoort hij drie galmende dreunen, daarna nogmaals met een bovennatuurlijke diepe klank. De Zusterklokken lijken een boodschap voor hem te hebben: “Je bent gewaarschuwd” – blz. 87. Ook Gerhard heeft daarna nog meer visioenen, hij meent ook stemmen te horen van mensen die de kerk gebouwd hebben… die het hout bewerkten… de onzichtbare ziel van het gewijd houtwerk – blz. 138.

Dat zijn de drie protagonisten die de eeuwenoude legende tot leven zullen brengen. Ze hebben alle drie in principe het zelfde doel: de staafkerk moet behouden blijven! De verkoop is door dominee Kai geregeld voor 900 kronen. De kerk wordt in zijn oude glorie hersteld en opnieuw opgebouwd in Dresden. Gerhard zorgt voor de uitvoering van het transport. Astrid wil de kerk behouden voor Butangen en heeft daar alles voor over. Alle drie wensen ze dat de Zusterklokken in ieder geval behouden blijven voor Butangen. Door listen en bedrog willen zij dit doel bereiken. Maar er is nog een factor waar ze geen rekening mee hadden gehouden: de liefde! De dominee durft zijn liefde niet te bekennen. Gerhard wel! Astrid ziet met Gerhard meer mogelijkheden om haar horizon te verbreden en Butangen te verlaten. Ze maakt de reis al aan de hand van Meyers Sprachführer van Gerhard. Deze reisgids zet de deur naar de wereld wijd open. Maar ten koste van welke prijs!?
Het zou mij te ver voeren om nader op het verhaal in te gaan. Ik wil geen spoilers weggeven. Dit verhaal uit 1880 is onwaarschijnlijk mooi en gedocumenteerd beschreven door Lars Mytting. Steeds ook bezien vanuit deze drie invalshoeken door de alwetende verteller. De lezer siddert en huivert mee. Voelt de kou toeslaan tot op de botten. Vriest ook bijna dood in de kerk… Een enkele keer lezen we wel een flashforward. Maar de afloop is waarschijnlijk toch anders dan je als lezer verwacht.

De schrijfstijl is ongeëvenaard. Duidelijk, eenvoudig, soms poëtisch, soms op het magische af. Oeroude verhalen worden weer verteld.
Er zijn tal van mooie citaten te geven:
Over kunst: blz 194 “Wat was kunst eigenlijk anders dan een gevangen moment?
Over het visioen van Astrid wanneer ze in het grootste geheim naar de Zusterklokken klimt, lezen we over haar eenwording met de klokken: Blz 161 “Ze hoorde vervlogen geluiden uit een andere tijd, een nagalm die in winterslaap had gelegen, een gebulder dat steeds verder in haar doordrong, steeds dieper, (…) en tot een stem in haar hoofd werd, (…) een vrouwenstem die in ouderwetse taal zei: U bent hunne moeder.”

Het is mijn eerste kennismaking met deze Noorse schrijver maar ik ga zeker zijn eerdere boeken ook lezen.
“VIJF STERREN met nagalm van de twee Zusterklokken”.

Zeist, 9 mei 2019

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Wil

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.