Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Een sprankelende leesclub. Het plezier spatte ervan af! (Eindverslag leesclub)

op 15 juli 2018 door

b7f100aa323f15ad93b6d54572d30030.jpg

De verwachtingen voor deze leesclub waren hoog gespannen. De spanning werd extra opgevoerd omdat het heel lang duurde eer de deelnemers aan deze leesclub Bluf op de deurmat hadden liggen. Men werd onrustig, wilde beginnen, zag zijn/haar planning in de war raken, dacht dat de leesclub alleen maar Bluf was. Als je dan uitgedaagd wordt door Evy en Gert, niet de minsten in deze leesclub, dan pak je als coördinator natuurlijk de handschoen op.  Het leverde twee amuses op. Bij het eerste proefden we iets van de cabaretachtergrond van Guy Prieels . De tweede amuse  ging over de nummering van de hoofdstukken. Er werden allerlei theorieën geopperd, maar uiteindelijk was de werkelijkheid veel eenvoudiger: de uitgever heeft gewoon verzuimd de nummering van de hoofdstukken te controleren nadat er zo’n 120 pagina’s uit het boek geschrapt waren. En of dat schrappen terecht was of niet konden we zelf ervaren. Guy Prieels stelde ons de oorspronkelijke versie van  de finale van zijn roman te beschikking. Wij waren enthousiast over de originele versie en dankbaar voor het cadeautje van de auteur. Na de amuses begonnen we aan de hoofdmaaltijd.

Feit of fictie?

Bluf begint met een lijk dat in het kanaal van Gent-Terneuzen drijft. Het is 1977. Joris Lenaerts, een ‘vriend’ van Willem Van Vugt is het slachtoffer. Violet, de bloedmooie weduwe en minnares van Willem, vertelt tijdens de onderzoeken dat Willem de laatste is die Joris levend heeft gezien. Hij wordt dan ook aangehouden voor moord. Hij komt onder de veroordeling van moord uit door als een konijn uit een hoge hoed zichzelf aan te geven voor oplichting van de verzekeringsmaatschappij waarvoor hij als schaderegelaar werkt. Onderzoek wijst uit dat hij zo’n veertig miljoen frank op listige wijze zou weggesluisd hebben, maar in werkelijkheid gaat het om meer dan honderd miljoen. Niet zo vreemd dat het leven van Willem zich dan ook afspeelt in  onvoorstelbare luxe, dat hij zijn woning Eldorado noemt en hij allerlei restaurants van naam en naam graag met een bezoekje vereert en afrekent met een blanco cheque. Geld en macht erotiseren. Willem bedriegt zijn vrouw met Violet die hij alles lijkt te geven, maar ook zijn 15-jarige oppas is niet veilig voor hem. Misschien is het zijn minderwaardigheidscomplex dat hij op deze manier naar de achtergrond weet te drukken. Hij is namelijk maar een klein heerschap van 1.63 meter lang. Door zijn praktijken weet hij veel mensen aan zich te binden en te chanteren. Hij bluft zich letterlijk overal doorheen. Hij lijkt de zaakjes goed voor elkaar te hebben. Maar Violet lijkt hem dus verraden te hebben, maar is dat zo?

Voor oplichting draait Willem vijf jaar de bak in en ontmoet daar de ‘gevallen’ onderzoeksrechter Gijs Vespers, die zelf veroordeeld is voor poging tot moord en fraude. Het schept een band en vriendschap wordt gesmeed. Maar bij Willem heeft alles een doel. Als hij in 1983 vrijkomt heeft hij geld nodig. De vrouw van Vespers help hem en schrijft een ongedekte cheque van 10.000 frank uit. Dat had ze niet moeten doen. Uiteindelijk wandelt Willem met een miljoenenbedrag aan cash de bank uit op weg naar….

Guy Prieels heeft zijn boek gebaseerd op een waargebeurd verhaal dat zich in Gent afspeelde. De werkelijkheid overtreft de ficitie.

Turks fruit?

Bluf is een factionroman waarin feiten en fictie door elkaar heen lopen. De leesclub was daarom ingedeeld in een fictie- en een feitengedeelte. In het eerste gedeelte verkenden en bespraken we de literaire aspecten van Bluf. Aangezien er ook wat leden uit de Hebban Thrillerclub meededen werd er gezorgd voor facultatieve speurvraagjes, om de geest te scherpen zogezegd.  En er waren extraatjes, zoals die over de cover. Jeroen van Bergen van Studio Bergen heeft voor deze cover (een stockfoto uit de jaren zeventig gemaakt door Tom Kelley) gekozen omdat het hoofdpersonage van de roman nogal houdt van luxe, dineren, en vrouwen. Guy Prieels had hem als inspiratie een screenshot uit Turks Fruit gestuurd.  Wij begrepen dat voor Bluf voor een ‘bravere’ foto gekozen is, terwijl het screenshot van Turks Fruit wel beter de sfeer van het boek weergeeft. Saskia dacht dat de dame op de foto Phaedra Hoste was. Dat was dus niet het geval..

Kreidler of Puch?

De cover was ook aanleiding om het te hebben over woorden, voorwerpen en gebruiken die in de jaren zeventig van de vorige eeuw in zwang waren. Zo at Willem altijd kreeft thermidor gevolgd door een steak archiduc. Dessert dame blanche. Vroeger stonden de sigaretten op feestjes in een glaasje op de tafel en had men een staande asbak met meedraaiende klepjes (Silvia). Carraramarmer was hot. We hadden het over de brommermerken Puch, Kreidler, Zündapp en de solex en Guy kwam met een aantal ‘seventies’-woorden: plastron, acajou (een donkere tint bruin) en een decapotable (een cabrio sportwagen).

Vraagtekens?

Het vraagteken past natuurlijk helemaal bij het speurwerk dat we deden. Zo onthulden twee leesclubeelnemers hun echte naam: Lusaro werd Saskia en Kessel45 Ineke. Ieder van de vijf delen van het boek heeft een titel die bestaat uit een woord met daarachter een ? “Bij alles is het eigenlijk de vraag of het zo is, vriendschap, moord, liefde, afscheid en einde” (Renate). “Niets is zeker, alles is een vorm van bluf” (Saskia). Guy dacht wat dieper: “Is niet alles te koop met geld: vriendschap, afscheid, moord, liefde?” Een boek in vijf delen roept al gauw de vraag op of we met een klassiek drama te maken hebben. Gert: moord is de intrige, liefde de expositio, vriendschap de climax, afscheid de catastrofe en einde de peripetie.” Marja was het er mee eens: “De kenmerken van het klassiek drama passen prima bij Bluf.” We moesten erg lachen om de titel die Guy Prieels eerst voor zijn roman had gekozen: Goudpik. We konden ons daar van alles bij voorstellen.

Personages?

Willem is ontegenzeggelijk de hoofdpersoon, de protagonist. Ann en Julie constateerden dat hij de kneepjes van het vak had geleerd van zijn Moemoe (grootmoeder), een gewiekst persoon: “Zoek een filiaal met een directeur die je op kan vrijen.”   Hij is bereid om onder aan de ladder te beginnen en eenmaal op dreef is hij  niet meer te stoppen. Helma karakteriseert Willem als iemand met een enorm minderwaardigheidscomplex die zich rücksichtslos uit zijn underdogpositie vecht en over lijken gaat. Een babbelaar en charmeur die iedereen om zijn vinger windt met als enige doel zelfverrijking. Renate vond hem een akelig persoon en had medelijden met zijn vrouw.

De antagonist van Willem is Ninette De Vilder, het bijtertje, de onderzoeksrechter met de trompetneus. Zij lijkt rechtvaardig, maar later blijkt ze eigenlijk net zo gewetenloos te zijn als Willem, merkt Marja op. Silvia vindt Ninette geen sympathiek figuur. Zij kan en mag geen gezichtsverlies lijden, en wil koste wat kost aan de buitenwereld laten zien dat zij kan wat een ander misschien niet kan, vult Ann aan. Ineke noemt haar zelfs stiekem. En zo lijkt Willem zelfs sympathiek te worden. Guy noemt Willem zowel protagonist als antagonist. Hij is slachtoffer van zijn eindeloze ambities en maakt hem tot zijn eigen tegenstrever.

Thema’s?

Die zijn er te kust en te keur in deze roman. Tessa noemt oplichting en bedrog als thema’s die het meest naar voren komen. Saskia vindt dat ook het gebrek aan controle steeds terugkeert. Willem maakt gebruik van het blind vertrouwen dat iedereen in hem heeft. Brenda noemt Willem een player, die iedereen om zijn vingers windt met zijn mooie verhalen. Ze vraagt zich af hoe het toch mogelijk is dat hij zo lang zijn gang kon gaan. Ook de vrouwenliefde (de lust) valt haar op. Silvia slaat de spijker op zijn kop als ze stelt dat het minderwaardigheidscomplex waar Willem aan leidt een belangrijk thema is. Gerda maakt zich zelfs een beetje kwaad. Willem maakt misbruik van iedereen: misbruik van de situatie, een persoon, de rechtspraak. Door bluffen en grootspraak komt Willem een heel eind. Ze trekt een parallel naar onze maatschappij waar ‘succesvolle’ mensen vaak anderen opzij schuiven om te krijgen wat ze willen.

Vrijheid en blijheid?

Guy Prieels is befaamd om zijn beeldend taalgebruik dat hij steeds weet aan te passen aan de tijd waarin het boek speelt. Humor speelt daarbij een belangrijke rol. Guy en Evy spreken van filmisch taalgebruik. “Je kan op pauze drukken en dan weer verder gaan.”  Gerda heeft nooit eerder zoveel humoristische zinnen in een boek gelezen. Evy: “Prieels heeft een heel eigen stijl, grappig to the point, maar wel overal met een tweede laag. Ann raakte door haar post-its heen, Tessa heeft sommige zinnen zelfs aan haar man voorgelezen omdat ze zo grappig vond.  Brenda zat regelmatig met een big smile achter het boek en Marja moest vaak hardop lachen waardoor de mensen in haar buurt zich afvroegen wat ze in hemelsnaam aan het lezen was.

Voorbeelden: “Hij schiet uit zijn krammen (uit zijn slof)”; “ een wolf tussen de schapen moet zich in de wol steken”; “zijn hersenen zijn naar zijn kruis gezakt”; “ze komt binnengewaaid als een lenteprikkel”; “blijf weg van de venten, Lucy, had haar moeder gezegd. Een half leven ellende voor een halfuurtje leute, ’t is de moeite niet”; “ ik sla alleen vliegen af”; “hij is sprakeloos en staart in het blauw van haar ogen als een konijn in een lichtbak”; “in haar wufte zomerkleedje ziet ze er uit als een cadeau met een fors prijskaartje”. En niet te vergeten de hilarische zin over de borsten van de pas 15-jarige oppas Toria Devreese: ”De twee knapen onder haar blouse – Vrijheid en Blijheid – enkel bedwongen door een nietig lapje textiel, dansen losjes voor haar uit.” Deze laatste zin vergeet niemand meer. Wat een taalplezier heeft Guy Prieels ons geschonken!

Feiten?

Guy Prieels heeft zich gebaseerd op openbare stukken, krantenartikelen. We kwamen in het tweede gedeelte van de leesclub vooral op de feiten uit. Dit gedeelte werd extra rijk door de foto’s, de krantenartikelen die bij de vragen afgedrukt werden. De fictieve personen kregen een echte identiteit. En het bleek dat de auteur heel dicht bij de feitelijke gebeurtenissen is gebleven. Prieels slaagt er in om in een paar zinnen een personage raak neer te zetten.  Gerda noemde als voorbeeld Violet: blond, groot, weelderig, pure splijtstof op twee benen. Brenda noemde advocaat Theo Mertens: een kraai op een kadaver. Marja constateert dat de waarheid de fictie overtreft. De toegevoegde artikelen worden door iedereen als een waardevolle toevoeging gezien. Gert: “Zo wordt de kwaliteit van het verhaal duidelijk en ontstaat een zeer boeiend factionverhaal.” Guy: “Bijzonder mooi hoe hij echte feiten mixt met zijn onbegrensde fantasie en zijn subliem gevoel voor humor.

Toch levert de auteur kritiek op de graaicultuur, de gang van zaken bij de rechtbank. Ann geeft aan dat er in de jaren waarin Bluf speelt minder controles waren op de handelswijze in de banken. Nu wordt alles gecontroleerd. Gert noemt de kritiek op de overheidsfunctionarissen en is die ook tegengekomen in Prieels vorige roman Bloedbroeders. De scène in de rechtbank vond hij het meest pregnant. Daarin werd een rechter vergeleken met een ‘exemplaar uit een ivoren toren.’

Langzaam maar zeker werden de geheimen van Bluf ontsluierd. Maar of we nu echt de waarheid weten?

Grote tevredenheid bij de deelnemers over Bluf. Het was voor Julie haar eerste leesclub.  “Ik wist niet goed wat ik kon verwachten. Ik vond het zeer aangenaam om hier aan deel te nemen. Dit smaakt naar meer. Nog even stress om de recensie te schrijven. J”

Eindoordeel van onze leesclub: 4 sterren.

 

Jan Stoel, leesclubcoördinator

 



Reacties op: Een sprankelende leesclub. Het plezier spatte ervan af! (Eindverslag leesclub)

Meer informatie