Lezersrecensie
Kinderen uitgebuit in Nederland
In Patricia Snels “De vondeling van Veenhuizen” worden een broer en zus naar de kinderkolonie van Veenhuizen in Drenthe gestuurd. Hun moeder is overleden, hun vader is opgenomen in het “dolhuis” en een tante kan zonder inkomen niet voor hen zorgen. De kern van het verhaal is op waarheid gebaseerd. Karel (de broer) heeft een boek geschreven over zijn ervaringen in de “Kolonie”. De schrijver heeft onder andere geput uit die ervaringen.
De Koloniën van Weldadigheid werden na de Napoleontische tijd opgericht om “minder bedeelden” een uitweg uit armoe en werkloosheid te geven. Gezinnen kregen de beschikking over een stukje Daarnaast kwamen er Koloniën (tehuizen) voor wezen en later voor landlopers en criminelen. De inwoners van deze laatste Koloniën waren opgesloten en werden verplicht te werk gesteld (ook de kinderen).
Het boek is geschreven vanuit drie invalshoeken:
1. Vanuit Karel (de broer);
2. Vanuit Neeltje, een vondeling die vanuit het Aalmoezeniersweeshuis naar Veenhuizen is gestuurd. (fictief persoon);
3. Vanuit Wouter Visser (adjunct-majoor en directeur van de Koloniën).
Karel en Lize komen uit een warm gezin, waarin ze de mogelijkheid hadden om naar school te gaan. Dit in tegenstelling tot veel van de kinderen die in weeshuizen zijn opgegroeid.
Als de moeder van Karel en Lize overlijdt en vader is opgenomen, worden ze samen met tientallen kinderen uit weeshuizen van Amsterdam naar Veenhuizen gebracht. Daar is alles anders: het landschap, de manier van wonen en de andere kinderen.
De kinderen moeten hard werken onder leiding van strenge opzichters en zich houden aan veel regels. Tegenwoordig zouden we zeggen dat ze werden uitgebuit.
In het boek komen Karel, Lize en Neeltje elkaar tegen op de boot die hen over de Zuiderzee naar Drenthe brengt.Na wat strubbelingen sluiten ze vriendschap, helpen elkaar en spreken af samen te ontsnappen uit Veenhuizen om terug te gaan naar Amsterdam. Ze fantaseren over de dingen die ze dan gaan doen.
Wouter Visser is de zwager van de bedenker van het concept “Koloniën van Weldadigheid”. In zijn stukken lees je de worsteling om de Koloniën een goed imago te geven en “winstgevend” te maken.
Dat mag ten kostte gaan van het welzijn van de bewoners, die niet als gelijkwaardige mensen werden gezien. “Hij moet toegeven dat dat armen verheffen niet altijd makkelijk is. Dat eindeloos bestrijden van onkuis gedrag, de zedeloze dierlijkheid bij de lagere volksklasse. …………hij zal ze in het gareel krijgen, tucht en discipline bijbrengen.”
Daarnaast beschrijft hij zijn relatie met zijn verloofde, later zijn vrouw. Het botst tussen hen, wanneer zij een andere mening heeft dan hij en hij dat niet accepteert. Zij hoort “Gehoorzaam aan de man, te dienen en te helpen… gelijkerwijs een vrome en getrouwe huisvrouw haar wettige man schuldig is”, volgens het huwelijksformulier.
Ook Neeltje ondervindt dat vrouwen (en meisjes) niet als volwaardig worden gezien. “Daarbij zijn vrouwen emotionele wezens en niet tot ratio in staat. Hysterie kan leiden tot wanen en verzinsels” is een citaat uit een verhandeling van de rechtbank, waarbij haar verhaal ongegrond wordt verklaard.
Naast Karel, Lize en Neeltje hebben ook andere kinderen dromen. Veel ervan komen niet uit. Vooral als ze zich verzetten tegen de “autoriteiten” hebben ze het zwaar. Neeltje leert later aan anderen “ ‘Als je nou je best doet en jezelf intoomt,’ fluister ik, ‘dan heb je het hier beter. Ik was net als jij. Je kunt het toch niet winnen, want dan wacht het strafhok of Ommerschans. Dat wil je niet. Dus vraag jezelf al of het het wel waard is zo fel van leer te trekken’”.
Voor Karel en Neeltje heeft het boek een “happy end”, maar voor het zover is, gebeurt er van alles. Soms grappige gebeurtenissen, soms trieste en regelmatig dingen waarvan je je niet kan voorstellen dat dit in die tijd normaal werd gevonden.
“De vondeling van Veenhuizen” van Patricia Snel is een prachtig boek, dat inzicht geeft in een stukje Nederlandse geschiedenis. Het is vlot geschreven en de emoties van de kinderen zijn geloofwaardig.
Wouter komt over als een vrij starre persoon, die het liefst mensen die “tegenspel” bieden uit zijn omgeving houdt.
Patricia Snel heeft veel research gedaan en geput uit zowel officiële documenten uit archieven, uit boeken over de Koloniën en biografieën van mensen die een rol speelden.
Een aanvulling op “Het pauperparadijs” van Suzanna Jansen.
De Koloniën van Weldadigheid werden na de Napoleontische tijd opgericht om “minder bedeelden” een uitweg uit armoe en werkloosheid te geven. Gezinnen kregen de beschikking over een stukje Daarnaast kwamen er Koloniën (tehuizen) voor wezen en later voor landlopers en criminelen. De inwoners van deze laatste Koloniën waren opgesloten en werden verplicht te werk gesteld (ook de kinderen).
Het boek is geschreven vanuit drie invalshoeken:
1. Vanuit Karel (de broer);
2. Vanuit Neeltje, een vondeling die vanuit het Aalmoezeniersweeshuis naar Veenhuizen is gestuurd. (fictief persoon);
3. Vanuit Wouter Visser (adjunct-majoor en directeur van de Koloniën).
Karel en Lize komen uit een warm gezin, waarin ze de mogelijkheid hadden om naar school te gaan. Dit in tegenstelling tot veel van de kinderen die in weeshuizen zijn opgegroeid.
Als de moeder van Karel en Lize overlijdt en vader is opgenomen, worden ze samen met tientallen kinderen uit weeshuizen van Amsterdam naar Veenhuizen gebracht. Daar is alles anders: het landschap, de manier van wonen en de andere kinderen.
De kinderen moeten hard werken onder leiding van strenge opzichters en zich houden aan veel regels. Tegenwoordig zouden we zeggen dat ze werden uitgebuit.
In het boek komen Karel, Lize en Neeltje elkaar tegen op de boot die hen over de Zuiderzee naar Drenthe brengt.Na wat strubbelingen sluiten ze vriendschap, helpen elkaar en spreken af samen te ontsnappen uit Veenhuizen om terug te gaan naar Amsterdam. Ze fantaseren over de dingen die ze dan gaan doen.
Wouter Visser is de zwager van de bedenker van het concept “Koloniën van Weldadigheid”. In zijn stukken lees je de worsteling om de Koloniën een goed imago te geven en “winstgevend” te maken.
Dat mag ten kostte gaan van het welzijn van de bewoners, die niet als gelijkwaardige mensen werden gezien. “Hij moet toegeven dat dat armen verheffen niet altijd makkelijk is. Dat eindeloos bestrijden van onkuis gedrag, de zedeloze dierlijkheid bij de lagere volksklasse. …………hij zal ze in het gareel krijgen, tucht en discipline bijbrengen.”
Daarnaast beschrijft hij zijn relatie met zijn verloofde, later zijn vrouw. Het botst tussen hen, wanneer zij een andere mening heeft dan hij en hij dat niet accepteert. Zij hoort “Gehoorzaam aan de man, te dienen en te helpen… gelijkerwijs een vrome en getrouwe huisvrouw haar wettige man schuldig is”, volgens het huwelijksformulier.
Ook Neeltje ondervindt dat vrouwen (en meisjes) niet als volwaardig worden gezien. “Daarbij zijn vrouwen emotionele wezens en niet tot ratio in staat. Hysterie kan leiden tot wanen en verzinsels” is een citaat uit een verhandeling van de rechtbank, waarbij haar verhaal ongegrond wordt verklaard.
Naast Karel, Lize en Neeltje hebben ook andere kinderen dromen. Veel ervan komen niet uit. Vooral als ze zich verzetten tegen de “autoriteiten” hebben ze het zwaar. Neeltje leert later aan anderen “ ‘Als je nou je best doet en jezelf intoomt,’ fluister ik, ‘dan heb je het hier beter. Ik was net als jij. Je kunt het toch niet winnen, want dan wacht het strafhok of Ommerschans. Dat wil je niet. Dus vraag jezelf al of het het wel waard is zo fel van leer te trekken’”.
Voor Karel en Neeltje heeft het boek een “happy end”, maar voor het zover is, gebeurt er van alles. Soms grappige gebeurtenissen, soms trieste en regelmatig dingen waarvan je je niet kan voorstellen dat dit in die tijd normaal werd gevonden.
“De vondeling van Veenhuizen” van Patricia Snel is een prachtig boek, dat inzicht geeft in een stukje Nederlandse geschiedenis. Het is vlot geschreven en de emoties van de kinderen zijn geloofwaardig.
Wouter komt over als een vrij starre persoon, die het liefst mensen die “tegenspel” bieden uit zijn omgeving houdt.
Patricia Snel heeft veel research gedaan en geput uit zowel officiële documenten uit archieven, uit boeken over de Koloniën en biografieën van mensen die een rol speelden.
Een aanvulling op “Het pauperparadijs” van Suzanna Jansen.
1
Reageer op deze recensie