Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Beperkt talent resulteert in ongemakkelijke novelle

Cies 03 mei 2024
“Het mooiste meisje aan boord” van Henriëtte Wilhelmina Beijerinck (1836 – 1904) uit 1894 is geen literair meesterwerk, aldus Coen van ’t Veer in zijn Inleiding bij de heruitgave van deze novelle. Van ’t Veer heeft gelijk, “Het mooiste meisje aan boord” is zeker geen literair meesterwerk en toch is het goed dat hij zich heeft ingezet om een heruitgave in 2023 mogelijk te maken. De waarde van “Het mooiste meisje aan boord” zit in de keuze van het hoofdpersonage, de keuze voor de heldin in het verhaal, en de moraal van schrijfster H.W. Beijerinck.

Minie van Ellinkhuizen is de buitenechtelijke dochter van een Nederlandse bestuursambteneer met een hoge rang en zijn Javaanse njai. Het verhaal begint wanneer zij vijf jaar is en naar Nederland wordt gestuurd voor een Europese opvoeding. In de Indische literatuur, ook in andere koloniale literaturen, is het uitzonderlijk dat een hoofpersonage zo’n achtergrond heeft en ook nog eens een goed karakter heeft en sympathie bij de lezer opwekt. Meestal zijn personages met een dergelijke achtergrond in koloniale literatuur bijfiguren met een slecht of meelijwekkend karakter.

De nergens bij naam genoemde moeder van Minie, de Javaanse njai/concubine blijft grotendeels op afstand en buiten beeld. Haar bestaan wordt grotendeels ontkent. Dit is conform de koloniale gebruiken in die tijd. Ook in de koloniale literatuur is er zelden tot nooit veel aandacht voor de njai/concubine en al helemaal niet voor haar gevoelens, opvattingen en oordelen over het wel en wee van haar eigen kinderen die opgroeien in het huishouden van de Nederlandse vader. In “Het mooiste meisje aan boord” is er wel aandacht voor de njai en haar moederliefde voor haar dochter. Het is door ingrijpen van deze moeder dat uiteindelijk alles op zijn pootjes terecht komt en het verhaal goed afloopt.

Ondanks de voor die tijd, en in de Indische literatuur tot zeker de Tweede Wereldoorlog, opmerkelijke en gewaagde keuze voor een Indo-Europees hoofdpersonage en een centrale rol voor de njai, houdt H.W. Beijerinck vast aan de heersende politieke, culturele en eugenetische/racistische opvattingen over de intermenselijke verhoudingen in Nederlands-Indië in die jaren. Verhoudingen die Beijerinck goed kende, omdat zij tussen 1869 en 1878 in Nederlands-Indië woonde en werkte als gouvernante en (hoofd)redactrice van het Indische damestijdschrift ‘Insulinde’. Aangezien Beijerinck niet zo’n heel goede literaire schrijfster was, overheerst in “Het mooiste meisje aan boord” ‘tell’ in plaats van ‘show’. Door het klip en klaar te vertellen en niet veel subtieler en indirecter te tonen is het overduidelijk wat de heersende opvattingen, ook die van Beijerinck, waren over de man-vrouw verhoudingen, de verhouding tussen Nederlandse kolonialen, Indo-Europeanen en inlandse bevolking en op welke racistische en seksistische (voor)oordelen deze zijn gebaseerd. Dit geeft deze hedendaagse lezer regelmatig een ongemakkelijk gevoel. Dit ongemakkelijke gevoel wordt tijdens het lezen nog eens versterkt wanneer ik herinner hoe dergelijke (voor)oordelen aanwezig zijn, maar dan veel subtieler getoond, in veel van de koloniale literatuur die ik heb gelezen.

Indien Beijerinck een betere schrijfster zou zijn geweest dan had deze novelle minder makkelijk een ongemakkelijk gevoel opgewekt. Het is dit ongemakkelijke gevoel dat het lezen van “Het mooiste meisje aan boord” de moeite maakt.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Cies