Lezersrecensie
Ondoorgrondelijke coming-of-age in het oog van een magisch-realistische zandstorm
Kafka Tamura is de ‘toughste’ vijftienjarige ter wereld als hij van huis wegloopt. Volgens zijn vader kleeft er aan Kafka – een pseudoniem – een oedipaal lot. Hij voorspelt dat zijn zoon hem zal vermoorden en met zijn moeder en zus zal slapen. Door alles achter zich te laten tart Kafka niet alleen het lot, hij neemt ook afscheid van een veelbewogen jeugd waarin hij door zijn moeder en zus werd achtergelaten bij zijn vader. Kafka reist met de bus naar Shikoku, het eiland der verlichting, bekend van de pelgrimsroute langs 88 tempels en witte zandstranden. Voor Kafka niets van dit alles – hij vindt geborgenheid in een bibliotheek onder de vleugels van de genderfluïde Oshima die hem later onderdak biedt in de bossen. Behalve de surrealistische gebeurtenissen rondom de tienerjongen verhaalt Kafka op het strand van Haruki Murakami over Satoru Nakata, een zestiger die met katten kan praten. Een gave die hij overhield aan een klassenuitje gedurende de Tweede Wereldoorlog toen hij op onverklaarbare wijze tijdelijk zijn bewustzijn verloor.
Murakami weet als geen andere Japanse schrijver de Westerse met de Oosterse cultuur te combineren. Veel van zijn werk bevat verwijzingen naar Westerse (jazz)muziek. Kafka aan het strand betrekt ook de (Japanse) literatuur, filosofie, kunst en cultuur (met informatieve noten van de vertaler) en doet daarnaast een beroep op de fantasie van de lezer door Colonel Sanders – de mascotte van fastfoodketen KFC – tot leven te wekken en Johnnie Walker – het merk van de bekende Schotse whisky’s – op te voeren als kattenmoordenaar. Terwijl Nakata op zoek gaat naar een vermiste lapjeskat, vervolgt Kafka, nadat hij in een bloederig T-shirt ontwaakt in wat wel een parallel universum lijkt, zijn zoektocht naar een mysterieuze sluitsteen. Tegen de achtergrond van een (katten)moord, groeiende wanen en geestverschijningen, regent het vissen en bloedzuigers, wordt Kafka geschaduwd door een jongen die Kraai wordt genoemd (in het Tsjechisch betekent Kafka ook zoiets als kraai) en lopen fictie en realiteit steeds meer door elkaar heen.
De roman behandelt thema’s als jeugdtrauma, ouder-kindrelaties, eerste liefde, de rol van herinneringen en een coming-of-age in de vorm van spirituele transformatie: ‘In dromen begint verantwoordelijkheid’ – een citaat van Yeats. Murakami stipt de onderwerpen kort aan, waarna de focus komt te liggen op de eigenaardigheden van de gebeurtenissen waarin de (overlappende) personages verwikkeld raken. De sadistische scenes tussen Nakata en Johnnie Walker (een verschrikking voor kattenliefhebbers) en Kafka’s opbloeiende fascinatie voor mevrouw Saeki (of is het zijn moeder?) voelen over de top. Als lezer ga je wel mee in de vlotte magisch-realistische zandstorm die Murakami schept, maar de verlichting die je hoopt te vinden en daarmee een dieper begrip van wat je aan het lezen bent, blijven door de onduidelijke plotkeuzes uit. Hoewel Kafka op het strand knap speelt met tijd en de lijn tussen droom en werkelijkheid zeer dun weet te houden, zaaien de verhaallijnen onnodig verwarring. Mysteries die boeiend beginnen eindigen in een weinig interessante anticlimax. Als Murakami één ding duidelijk maakt is het dat in zijn universum pratende katten en vissenregens doorgrondelijker (en voorspelbaarder!) zijn dan het veranderen van je lotsbestemming.
Deze recensie verscheen eerst op www.elineschrijfthier.nl
Murakami weet als geen andere Japanse schrijver de Westerse met de Oosterse cultuur te combineren. Veel van zijn werk bevat verwijzingen naar Westerse (jazz)muziek. Kafka aan het strand betrekt ook de (Japanse) literatuur, filosofie, kunst en cultuur (met informatieve noten van de vertaler) en doet daarnaast een beroep op de fantasie van de lezer door Colonel Sanders – de mascotte van fastfoodketen KFC – tot leven te wekken en Johnnie Walker – het merk van de bekende Schotse whisky’s – op te voeren als kattenmoordenaar. Terwijl Nakata op zoek gaat naar een vermiste lapjeskat, vervolgt Kafka, nadat hij in een bloederig T-shirt ontwaakt in wat wel een parallel universum lijkt, zijn zoektocht naar een mysterieuze sluitsteen. Tegen de achtergrond van een (katten)moord, groeiende wanen en geestverschijningen, regent het vissen en bloedzuigers, wordt Kafka geschaduwd door een jongen die Kraai wordt genoemd (in het Tsjechisch betekent Kafka ook zoiets als kraai) en lopen fictie en realiteit steeds meer door elkaar heen.
De roman behandelt thema’s als jeugdtrauma, ouder-kindrelaties, eerste liefde, de rol van herinneringen en een coming-of-age in de vorm van spirituele transformatie: ‘In dromen begint verantwoordelijkheid’ – een citaat van Yeats. Murakami stipt de onderwerpen kort aan, waarna de focus komt te liggen op de eigenaardigheden van de gebeurtenissen waarin de (overlappende) personages verwikkeld raken. De sadistische scenes tussen Nakata en Johnnie Walker (een verschrikking voor kattenliefhebbers) en Kafka’s opbloeiende fascinatie voor mevrouw Saeki (of is het zijn moeder?) voelen over de top. Als lezer ga je wel mee in de vlotte magisch-realistische zandstorm die Murakami schept, maar de verlichting die je hoopt te vinden en daarmee een dieper begrip van wat je aan het lezen bent, blijven door de onduidelijke plotkeuzes uit. Hoewel Kafka op het strand knap speelt met tijd en de lijn tussen droom en werkelijkheid zeer dun weet te houden, zaaien de verhaallijnen onnodig verwarring. Mysteries die boeiend beginnen eindigen in een weinig interessante anticlimax. Als Murakami één ding duidelijk maakt is het dat in zijn universum pratende katten en vissenregens doorgrondelijker (en voorspelbaarder!) zijn dan het veranderen van je lotsbestemming.
Deze recensie verscheen eerst op www.elineschrijfthier.nl
3
1
Reageer op deze recensie