Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Mooi idee, matig uitgevoerd

Henri Osewoudt 22 april 2017
Met zijn inherente paradoxen en absurde logica moet tijdreizen voor de speculatieve fictie ooit zijn geweest wat het ‘gesloten kamer mysterie’ voor de detectiveroman was: een onderafdeling voor specialisten en fijnproevers. Sinds Robert Heinlein de uiterste grenzen van het subgenre in kaart bracht met ‘By your bootstraps’ en ‘All you zombies’ (vergelijkbaar met hoe John Dickson Carr dat met ‘Hollow Man’ deed voor de gesloten kamer) zijn alle vertellingen die het thema tijdreizen vanuit de sf invalshoek benaderen, in wezen varianten op Ray Bradbury’s klassieke verhaal ‘Days of Thunder.’ Iemand reist terug in de tijd, verandert al dan niet opzettelijk, iets meer of minder triviaals in het verleden en keert terug naar een heden dat al dan niet onherroepelijk ten slechte is gekeerd. Deze blauwdruk werd (onder veel meer) door Stephen King uitgewalst tot 500 pagina (22-11-63), door The Simpsons tamelijk geniaal geparodieerd in Tree House of Horror V en komt nu Elan Mastai goed van pas in ‘De man die de tijd meenam’, zij het dat hij dit doet met een twist die even eenvoudig is, als hij op het eerste gezicht geniaal lijkt. Tijdreiziger Tom Barren, hoofdpersoon in ‘De man die de tijd meenam’, reist namelijk vanuit een utopische toekomst naar het verleden, verkloot daar de boel en belandt in ons heden. Onze realiteit is voor hem dus de aberratie, het gedegenereerde aftreksel van de wereld die had moeten zijn, de gecorrumpeerde tijdlijn die uitgewist zal moeten worden.

Zoals gezegd, dit idee is zo eenvoudig en tegelijkertijd zo briljant, dat je je afvraagt waarom je het nog nooit eerder hebt gezien of gelezen. Helaas hoef je niet al te ver in ‘De man die de tijd meenam’ te lezen, om daar een idee bij te krijgen. Een best aardige of misschien zelfs overtuigende dystopie scheppen kan bijna iedereen (zie de voortdenderende Young Adulttrein), een geloofwaardige utopie scheppen is heel andere koek en duidelijk ook teveel gevraagd van de verbeeldingskracht van Mastai. Zijn visie van een volmaakte toekomst rust teleurstellend zwaar op de Jetsons (een tekenfilmserie uit de jaren zestig - de Flintstones, maar dan in de toekomst), alsof onze wereld alleen nog maar meer gadgets en exotischer vakantiebestemmingen nodig heeft, om een hogere staat van perfectie te bereiken. Het is een visie op de toekomst die binnen de sciencefiction door de new wave werd afgedaan als steriel en eenzijdig en door cyberpunk werd ontmaskerd als exclusief en fascistoïde (William Gibsons ‘The Gernsback Continuum’), maar zoals Tom Barren al vroeg in zijn vertelling snedig opmerkt: decennia van popcultuur hebben nooit bestaan en in een wereld die zo conformistisch is dat niemand op het idee van punkrock is gekomen, zal ook cyberpunk geen recht van bestaan hebben. Het is natuurlijk veelzeggend dat Mastai dat soort trivialiteiten benoemt, terwijl hij geen poging doet om uit te leggen hoe een onuitputtelijke bron van gratis energie en vliegende auto’s en zo, een probaat middel zou zijn tegen de vele ismen waar onze wereld onder gebukt gaat (om te beginnen de uitwassen van agressief roofkapitalisme). Bij monde van zijn personage komt hij echter niet verder dan de uiterst deprimerende vaststelling dat hij in zo’n 'allesomvattend geloofssysteem verkeert, dat vragen stellen overbodig is' (blz. 102). IS en Scientology zullen een dergelijke uitspraak liken en uiteraard heeft dit historisch gezien nog nooit iets goeds opgeleverd, maar als trope, de stenopopcultuurversie van ‘de perfecte toekomst’ ben ik bereid mijn scepsis op te schorten en met Mastai mee te gaan.

Bovendien, een toekomst die een huilerige, van zelfbeklag vervulde druiloor voortbrengt als Tom Barren, is natuurlijk zo perfect nog niet. Om eerlijk te zijn: het niet aflatende zelfmedelijden, de permanente verongelijktheid, het jankerige narcisme en de zinsbegoochelende mix van arrogante stupiditeit, toeval en onwaarschijnlijkheid die Tom doen reizen in de tijd en hem in ons heden brengt, doen nogal adolescent aan en diskwalificeren dit boek voor de fans van Mitchell en Eggers (zoals op de kaft lonkend staat vermeld). Als Tom Barren echter als John Barren arriveert in ons heden, roept de roman interessante noties op. John is een succesvol architect, maar de visionaire gebouwen die hij ontwerpt, lijken afkomstig uit het residu van de door Tom uitgewiste tijdlijn. Even lijkt de vertelling een scherpe afslag te maken en een variant te worden op Rivka Galchens ‘Atmospheric Disturbances’, maar dan verteld vanuit het perspectief van iemand die meent te zijn vervangen door een kopie van zichzelf. Helaas kiest Mastai deze benadering niet. Ook in onze realiteit blijkt er een visionaire wetenschapper te zijn die Lionel Goettreider heet en die een tijdmachine heeft uitgevonden. De laatste honderd bladzijden vertellen in razend tempo over Johns poging(en) om terug te reizen naar 1965, op het juiste moment te materialiseren en al dan niet een schakelaar om te zetten. Mastai bedrijft hier hersengymnastiek voor gevorderden en leeft zich lekker uit met tijdlijnen die zich afsplitsen en causale lussen die gesloten dan wel verbroken moeten worden. Het tempo ligt hoog en af en toe vraag je je af of het niet leuker is om zoiets te bedenken en op te schrijven dan dat het is om te lezen. In de laatste twee hoofdstukken wordt al het voorgaande weer (een beetje) op losse schroeven gezet, maar tegen die tijd had de hele onderneming voor deze lezer al een hoog het-zal-wel-gehalte gekregen.

‘De man die de tijd meenam’ is zo’n beetje de belichaming van de high-concept roman. Het idee is prima en het getuigt van vakmanschap dat Mastai deze narratief gecompliceerde vertelling tot een relatief goed einde weet te brengen. Toch gaat het in de uitwerking allemaal wat mis (en de houterige vertaling waar het Engels te zeer doorheen schemert (een woord als ‘revolutioneren’ op blz. 65) helpt niet). Mastai heeft een groot probleem met tempo. Waar het eerste deel sleept, lijken de laatste pakweg honderd bladzijden veel te snel te gaan. Daarnaast krijg je het gevoel dat veel niet sf-elementen uit de bak met oud belegen clichés zijn gevist. De toespraak die Tom houdt in Hoofdstuk 80 (en die uiteraard veel bijval oproept), de ‘whirlwind romance’ met Penny, het zijn zaken die het in verfilming waarschijnlijk beter gaan doen dan in het boek. Daar zijn het nog steeds clichés, duizenden malen eerder (en beter) gezien, maar dat is tenminste het medium waar ze thuishoren. In het verlengde hiervan valt, wie daar oog voor wil hebben, ook het nonchalante seksisme op, waarvan de vertelling doortrokken lijkt. Mastai laat Tom/John Barren nog fulmineren over ‘geschift man-vrouwbeeld dat door een krankzinnig groot deel van de menselijke bevolking als gegeven wordt beschouwd (blz. 179), maar daarmee beschouwt hij zichzelf kennelijk als boven alle verdenking verheven en beschrijft hij lustig werelden waarin de belangrijke uitvindingen gedaan door mannen, terwijl vrouwen zich onledig houden met boekwinkeltjes en literatuurwetenschappen en zo. Zus Greta ontwikkelt weliswaar een app, maar laat zich natuurlijk bezwendelen op een manier die volkomen logisch is, als je gelooft dat vrouwen default impulsief, wereldvreemd en onpraktisch zijn. Een wereldbeeld dat Jane Jetson of de gemiddelde Victoriaan wel zou herkennen. Daarnaast zijn vrouwen ofwel neurotisch en onbenaderbaar (Penelope) ofwel vlakke magic pixie dream girls (Penny). En het lijkt of Mastai nogal lijdt aan het Woody Allen complex: vrouwen zijn altijd aantrekkelijk en willen altijd met de tobberige hoofdpersoon naar bed, zonder dat ze noemenswaardige psychologische diepgang krijgen.

Als ideeënroman valt ‘De man die de tijd meenam’ een beetje tussen het servet van de Young Adult en het tafellaken van Mitchell en Eggers. Wie echter een good read zoekt en het niet erg vindt, of juist apprecieert dat hierin tegeltjeswijsheden als diepe inzichten worden gepresenteerd, zal zich best wel vermaken. De lezers van Eggers en Mitchell hebben echter weinig te zoeken in dit boek. ‘Voor de fans van Audrey Niffeneger en Back to the Future’ zou waarschijnlijk een eerlijker aanprijzing zijn.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Henri Osewoudt

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.