Ontluikende liefde in tijden van verval

“Hoe vaak hij het kreupelhout ook wiedt, hij kan die opmars niet tot stilstand brengen. Fong weet dat Jack daar iets van zal zeggen, een opmerking in het voorbijgaan om te laten merken dat niets aan zijn strenge blikken ontsnapt, hoewel hij doet alsof het werk op de boerderij hem niet boeit. Door de droogte van de afgelopen maanden is de beek opgedroogd en teruggebracht tot een diepe greppel, bekleed met onkruid. De beek het gazon de veranda.
Overblijfsels.”

Jack en Sui zijn met hun drie kinderen naar het zuiden getrokken, waar ze een vervallen landgoed hebben geërfd. Het is een droge, dorre zomer en er heerst een financiële crisis in Maleisië waar zij als Chinese migranten een achterstandspositie bekleden. Opzichter Fong beheert het landgoed en zit vol plannen, maar heeft niet het geld om deze te verwezenlijken. Daarvoor is hij afhankelijk van Jack, zijn halfbroer blijkt later, met wie hij een gecompliceerde relatie heeft:
“Hij heeft zijn hele leven in een doos gezeten, zich daar nooit van weten te bevrijden.”

Het verhaal wordt verteld door de zestienjarige zoon van Jack en Sui, Jay, afwisselend in de ik- en de hij-vorm. Wanneer het boek begint, vallen we middenin een zinderende scène tussen Jay en Chang, de zoon van Fong. Later komen we middels flashbacks meer te weten over de verschillende personages en hun onderlinge relaties. Er wordt veel gesuggereerd, maar ook veel verzwegen, waardoor je als lezer moeilijk grip krijgt op de situatie. Dat wordt ook gespiegeld door Jay, die vooral observeert en nadenkt, maar weinig daadkrachtig en zelfverzekerd is. Hij wordt zich niet alleen steeds meer bewust van zijn heimelijke verlangens, maar ook van de slechte relatie tussen zijn ouders en de benarde positie van de andere personages.
“Het was alsof de hitte in het binnenland zo verzengend was dat het laatste restje lijm waarmee ons gezin aan elkaar hing was weggesmolten en we alle gelegenheid kregen om uit elkaar te vallen.”
De roman is sfeervol geschreven, maar de sfeer is desolaat en tamelijk troosteloos. Veel personages zitten gevangen in een situatie waar ze zich niet uit weten te bevrijden. Niet alleen Fong, maar ook Jack zelf die zijn frustraties over zijn werk op anderen botviert, Sui die zich aan hem aanpast, de jongste dochter Yin die op haar moeder lijkt, de verslaafde prostituee Jessie en Jay zelf , die nog verlamd is door onzekerheid. Allen de oudste dochter, Lina, ziet mogelijkheden om te ontsnappen en misschien Fongs zoon Chang, die zijn eigen gang gaat.

Er gebeurt vrij weinig en de spanning zit dan ook voornamelijk in de symboliek en zinnetjes die je gemakkelijk over het hoofd leest, maar inzicht geven in hoe deze situatie is ontstaan. Kortom: dit is een trage en subtiel geschreven roman, die je een beetje gedeprimeerd achterlaat. Wie meer wil weten over hoe het verder gaat, kan wachten op de volgende delen.