Lezersrecensie
Rijmend op zoek naar evenwicht
Wat gebeurt er als je voor het eerst iets spannends probeert, en het lukt niet meteen? Dan voel je je onzeker, een beetje ‘wiebelig’. In Wiebelplank neemt Michelle Hollaar-Groen jonge lezers mee in het hoofd en hart van Vlinder, een meisje dat leert surfen – én leert dat vallen geen falen is, maar een stap vooruit. Vallen, opstaan en… blijven drijven dus.
Op zoek naar balans
Vlinder wordt wakker met een duidelijk doel: ze wil op haar surfplank kunnen staan. Wat volgt is een zomerse zoektocht naar balans, doorzettingsvermogen en zelfvertrouwen. Haar vriend Marouan helpt haar droog oefenen op het strand. En ja, op zee gaat het mis. Vlinder duikelt van de plank, schrikt, lacht, probeert opnieuw. Tot het lukt. En wat glanst er dan op haar gezicht? Trots.
Het verhaal raakt aan iets heel herkenbaars voor kinderen (en ouders): iets nieuws durven proberen, ondanks de angst om te falen. Dat maakt Wiebelplank niet alleen een mooi zomerverhaal, maar ook een liefdevolle les in veerkracht.
De kracht van een naam
Marouan, Vlinders vriend, speelt een ondersteunende rol in het verhaal. Hij helpt haar oefenen, moedigt aan, maar laat haar vooral zélf doen. Zijn naam betekent kracht en vastberadenheid – en dat past perfect. Hij is het soort vriend dat elk kind zich mag toewensen: betrouwbaar, rustig, aanmoedigend. De vriendschap tussen Vlinder en Marouan is warm.
Rijm dat soms wiebelt
Hollaar-Groen schrijft in vierregelige versjes met een a-a-b-b-rijmschema. Dat leest prettig voor en geeft het verhaal een lichte, muzikale cadans. Toch wil het rijm hier en daar wat wringen. Sommige woorden (“zin – in”, “fijn – zijn”) keren net iets te vaak terug. Af en toe dwingt het rijm de zinnen in een onnatuurlijke vorm, zoals bij “Vlinder is dol op zeelucht, op het strand en op de zee. / Ze kan hier uren zijn, het strand is altijd een goed idee”. Maar dat stoort niet structureel. De toon blijft speels, de ritmiek houdt jonge lezers erbij, en met weinig woorden weet de auteur veel gevoel te vangen.
De slotpagina is ronduit raak. Daar krijgt het verhaal een poëtische en filosofische afsluiting, met regels als:
“Jouw leventje is net als de golven van de zee,
Soms zijn de golven hoog en soms dobber je rustig mee.
[…]
Maar al ga je kopje onder, toch ga je weer op de surfplank staan.”
Het is precies die zachte gelaagdheid die Wiebelplank boven het gemiddelde prentenboek uittilt. Zonder belerend te zijn, wordt een belangrijke boodschap overgebracht: durf te vallen, durf opnieuw te proberen.
Illustraties vol zomer en gevoel
Illustrator Wendelien van de Erve brengt Vlinders wereld tot leven in frisse, zintuiglijke prenten. Je voelt bijna de zeebries, ruikt de zee, hoort het ruisen van de golven. Het kleurgebruik is licht en zomers, met veel blauw en geel. Visjes, vogels, een krab – elk detail ademt strand, vrijheid en ontdekking.
Wat vooral opvalt, is hoe goed Van de Erve Vlinders emoties vangt. Haar geschrokken ogen als ze van de plank valt, haar ontspannen blik als ze dobbert, haar fiere houding als ze blijft staan – je leest het allemaal af aan haar gezichtsuitdrukking en lichaamstaal. Kinderen zullen zichzelf herkennen in haar gezichten van twijfel, hoop en blijdschap.
Sterk zijn de ‘stills’ waarin Vlinder verschillende surfhoudingen oefent. Ze lijken op snapshots uit een surfles, met een subtiele dosis humor en beweging getekend. Precies die herkenbaarheid – het stuntelen, het proberen, het langzaam groeien – maakt de illustraties zo krachtig.
Wat Wiebelplank zo sterk maakt, is de herkenbaarheid. Elk kind dat iets nieuws leert – fietsen, zwemmen, klimmen – kent de twijfel, het wiebelen, de val en de euforie van het slagen. De metafoor van de zee is universeel: het leven kent hoge golven, maar ook momenten van rust. Dat je mag vallen én weer opstaan, is een boodschap die elk kind verdient.
Een golfje zelfvertrouwen
Wiebelplank is geschikt voor kinderen vanaf vier jaar en biedt veel meer dan alleen vermaak. Het is een boek dat kinderen – en hun voorlezers – op een zachte manier aanmoedigt om iets nieuws te proberen. Om te durven wiebelen. En om te ontdekken dat zelfs als je valt, je altijd weer kunt opstaan.
Het prentenboek nodigt bovendien uit tot napraten. Over eigen wiebelmomenten. Over fietsen zonder zijwieltjes, over het eerste schooloptreden, of over leren zwemmen. Kinderen herkennen zich in Vlinder, en ouders of opvoeders kunnen samen met hen reflecteren op hoe je omgaat met angst, falen en groei.
En bovenal herinnert het ons eraan: wie valt, kan altijd weer opstaan.
—
Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com
Op zoek naar balans
Vlinder wordt wakker met een duidelijk doel: ze wil op haar surfplank kunnen staan. Wat volgt is een zomerse zoektocht naar balans, doorzettingsvermogen en zelfvertrouwen. Haar vriend Marouan helpt haar droog oefenen op het strand. En ja, op zee gaat het mis. Vlinder duikelt van de plank, schrikt, lacht, probeert opnieuw. Tot het lukt. En wat glanst er dan op haar gezicht? Trots.
Het verhaal raakt aan iets heel herkenbaars voor kinderen (en ouders): iets nieuws durven proberen, ondanks de angst om te falen. Dat maakt Wiebelplank niet alleen een mooi zomerverhaal, maar ook een liefdevolle les in veerkracht.
De kracht van een naam
Marouan, Vlinders vriend, speelt een ondersteunende rol in het verhaal. Hij helpt haar oefenen, moedigt aan, maar laat haar vooral zélf doen. Zijn naam betekent kracht en vastberadenheid – en dat past perfect. Hij is het soort vriend dat elk kind zich mag toewensen: betrouwbaar, rustig, aanmoedigend. De vriendschap tussen Vlinder en Marouan is warm.
Rijm dat soms wiebelt
Hollaar-Groen schrijft in vierregelige versjes met een a-a-b-b-rijmschema. Dat leest prettig voor en geeft het verhaal een lichte, muzikale cadans. Toch wil het rijm hier en daar wat wringen. Sommige woorden (“zin – in”, “fijn – zijn”) keren net iets te vaak terug. Af en toe dwingt het rijm de zinnen in een onnatuurlijke vorm, zoals bij “Vlinder is dol op zeelucht, op het strand en op de zee. / Ze kan hier uren zijn, het strand is altijd een goed idee”. Maar dat stoort niet structureel. De toon blijft speels, de ritmiek houdt jonge lezers erbij, en met weinig woorden weet de auteur veel gevoel te vangen.
De slotpagina is ronduit raak. Daar krijgt het verhaal een poëtische en filosofische afsluiting, met regels als:
“Jouw leventje is net als de golven van de zee,
Soms zijn de golven hoog en soms dobber je rustig mee.
[…]
Maar al ga je kopje onder, toch ga je weer op de surfplank staan.”
Het is precies die zachte gelaagdheid die Wiebelplank boven het gemiddelde prentenboek uittilt. Zonder belerend te zijn, wordt een belangrijke boodschap overgebracht: durf te vallen, durf opnieuw te proberen.
Illustraties vol zomer en gevoel
Illustrator Wendelien van de Erve brengt Vlinders wereld tot leven in frisse, zintuiglijke prenten. Je voelt bijna de zeebries, ruikt de zee, hoort het ruisen van de golven. Het kleurgebruik is licht en zomers, met veel blauw en geel. Visjes, vogels, een krab – elk detail ademt strand, vrijheid en ontdekking.
Wat vooral opvalt, is hoe goed Van de Erve Vlinders emoties vangt. Haar geschrokken ogen als ze van de plank valt, haar ontspannen blik als ze dobbert, haar fiere houding als ze blijft staan – je leest het allemaal af aan haar gezichtsuitdrukking en lichaamstaal. Kinderen zullen zichzelf herkennen in haar gezichten van twijfel, hoop en blijdschap.
Sterk zijn de ‘stills’ waarin Vlinder verschillende surfhoudingen oefent. Ze lijken op snapshots uit een surfles, met een subtiele dosis humor en beweging getekend. Precies die herkenbaarheid – het stuntelen, het proberen, het langzaam groeien – maakt de illustraties zo krachtig.
Wat Wiebelplank zo sterk maakt, is de herkenbaarheid. Elk kind dat iets nieuws leert – fietsen, zwemmen, klimmen – kent de twijfel, het wiebelen, de val en de euforie van het slagen. De metafoor van de zee is universeel: het leven kent hoge golven, maar ook momenten van rust. Dat je mag vallen én weer opstaan, is een boodschap die elk kind verdient.
Een golfje zelfvertrouwen
Wiebelplank is geschikt voor kinderen vanaf vier jaar en biedt veel meer dan alleen vermaak. Het is een boek dat kinderen – en hun voorlezers – op een zachte manier aanmoedigt om iets nieuws te proberen. Om te durven wiebelen. En om te ontdekken dat zelfs als je valt, je altijd weer kunt opstaan.
Het prentenboek nodigt bovendien uit tot napraten. Over eigen wiebelmomenten. Over fietsen zonder zijwieltjes, over het eerste schooloptreden, of over leren zwemmen. Kinderen herkennen zich in Vlinder, en ouders of opvoeders kunnen samen met hen reflecteren op hoe je omgaat met angst, falen en groei.
En bovenal herinnert het ons eraan: wie valt, kan altijd weer opstaan.
—
Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com
1
Reageer op deze recensie