Meer dan 6,6 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Overleven in suiker en zout

Jan Stoel 21 juli 2025
In Zilte windsels suikerwier, haar derde roman, laat Inge Nicole (1968) horen over wat het betekent om jong, ziek, uitgesloten en kwetsbaar te zijn. Ze schreef eerder onder de naam Inge Bak, maar in dit boek komt ze dichter bij zichzelf dan ooit, zonder de lezer een gesloten autobiografie op te dringen. Nicole, zelf diabetespatiënt, vertrekt vanuit het persoonlijke, maar raakt universele thema’s: ziekte, uitsluiting, racisme, mishandeling, schuld, zwijgen, vriendschap. Dit is een boek dat wérkt. Onderhuids, stil en dwingend.

Een titel als poëtische poort
De titel klinkt als een gedicht: Zilte windsels suikerwier wekt nieuwsgierigheid, geeft weerstand en opent tegelijk een symbolische wereld. “Zilt” verwijst naar tranen, zee, verlies. “Windsels” naar zorg én beknelling. En “suikerwier”, een natuurlijk alternatief voor suiker, echoot het leven met diabetes — wrangzoet, constant balancerend.

Nicole opent door de titel een poëtische poort naar een wereld waar de hoofdpersonages Duifje en Rayan overleven op wilskracht en in een harde wereld hun plek zoeken. Ze verbindt het lichamelijke aan het maatschappelijke. Overleven in deze roman is zowel letterlijk (met een ziek lichaam) als figuurlijk (in een kille wereld vol vooroordelen).

Duifje en Rayan: vrienden aan de rand van alles
De roman focust op twee jongeren die opgroeien aan de rand van een samenleving waarin zorg, erkenning en rechtvaardigheid ontbreken. Duifje Derkje Engerling leeft sinds haar twaalfde jaar met diabetes type 1. Ze woont met haar overwerkte moeder in een antikraakflat met de veelzeggende naam ‘Celblok’ in het dorp Grauwegeest, een naam die klinkt als een aanklacht. Haar vader is verdwenen, haar school een jungle van pesterijen en misverstanden.

Rayan bin Anas is een jonge statushouder uit de ‘Vruchtbare Sikkel’, een fictief land dat aan Syrië of Irak doet denken. Zijn trauma’s zijn niet zichtbaar maar allesdoordringend. De herinnering aan een baby die in de zee verdween, achtervolgt hem. Hun ontmoeting op een verlaten station is symbolisch: zelfs de treinen mijden deze plek. Maar tussen hen ontstaat iets kostbaars: vertrouwen, taal, vriendschap.

Wanneer je lichaam je vijand is
Duifje’s diabetes is een structureel onderdeel van het verhaal — een personage op zich. De ziekte brengt haar in hypo’s, hallucinaties, laat haar verdwalen in de stad en in haar hoofd, maakt haar kwetsbaar en onbegrepen. Maar via haar tante Iris, eveneens patiënt, leert ze ook over autonomie, verzet en het terugnemen van regie.

De beeldspraak van Nicole maakt van ziekte iets tastbaars. Duifje noemt haar immuunsysteem “Pac-Man” die bètacellen opeet. Iris verzamelt metaforen om haar ervaring te vatten: taal als verweer tegen het verlies van controle. Door hypo’s, paddo-achtige visioenen en moeizame gesprekken met artsen ontstaat een intens beeld van wat het betekent om te leven met een chronische ziekte — lichamelijk én sociaal.

Axolotl als spiegel: over regeneratie en beschadiging
Eén van de meest betekenisvolle symbolen in het boek is de axolotl, een vreemd, albino-amfibie dat Duifje verzorgt en Lottie noemt. Het dier is kwetsbaar, anders, maar kan beschadigde lichaamsdelen opnieuw laten groeien. Daarmee wordt het een metafoor voor Duifje zelf — en voor iedereen die beschadigd is maar blijft proberen.

Wanneer ze de axolotl aan Rayan toont, is dat een breekbaar moment van intimiteit. Later in het verhaal duikt de axolotl opnieuw op in een nieuwsbericht over een illegale kwekerij die als dekmantel dient voor drugshandel. De honderden axolotls, stil en transparant, worden daar symbolen van ontmenselijking. Wat eerst hoop en overlevingskracht betekende, staat dan voor uitbuiting en verlies van onschuld. De axolotl wordt zo het morele middelpunt van de roman.

Machtsmisbruik en mannen die wegkomen
Nicole schuwt de pijn niet. Aanranding, racisme, mishandeling en machtsmisbruik zijn geen incidenten in deze roman, maar systemische krachten. Flint, een populaire jongen, misbruikt Duifje en komt ermee weg. Iris werd als zestienjarige gemanipuleerd door een arts. Rayans buurman Pancho wordt in elkaar geslagen zonder dat de daders gevolgen ondervinden. Zelfs op maatschappelijk vlak laten de vaders — van Duifje, van Iris’ zoon — schulden, leegte en emotioneel puin achter.

Toch laat Nicole ruimte voor nuance. Flint is ook een jongen met een mishandelende moeder. Bengt, Iris’ man, krijgt een eigen hoofdstuk, waarin hij niet sympathiek wordt, maar wel begrijpelijk. Er is geen zwart-witdenken — wél morele helderheid.

Een gelaagde vorm die onderhuids werkt
Wat de roman ook qua vorm bijzonder maakt, zijn de cursieve fragmenten die tussen de hoofdstukken opduiken. Ze geven innerlijke beelden, herinneringen en sensaties weer. Duifjes hallucinaties, Rayans trauma’s, Iris’ reflecties: allemaal krijgen ze een eigen, zintuiglijk register. Deze fragmenten zorgen voor vertraging, verdieping. Nicole trekt de lezer rechtstreeks de binnenwereld van haar personages in — zonder te verklaren, zonder te verzachten. Geen van de personages is eendimensionaal.

Meerstemmigheid als structuur
De roman is opgebouwd uit verschillende perspectieven: Duifje, Rayan, Francie, Iris, Flint en Pancho komen allemaal aan het woord. Deze polyfonie zorgt voor een rijk en gelaagd beeld van een wereld waarin iedereen zijn eigen wonden draagt. Door de structuur leren we hoe ervaringen verschillen, maar ook hoe verhalen elkaar raken. De structuur met wisselende perspectieven en cursieve lagen zorgt voor ritme, dynamiek en meerstemmigheid.

Beeldende stijl, zonder omhaal
Nicole’s stijl is zintuiglijk en poëtisch, maar nooit gekunsteld. Ze weet met rake beelden een sfeer neer te zetten die blijft hangen. Een dood schaap op het spoor — “een grijnzende rij tanden, tussen de ribbenkast blikjes Red Bull en lachgaspatronen” — wordt een symbool voor verval.

Dieren spelen een bijzondere rol als spiegels van de menselijke ziel: de axolotl, een aalscholver met dolksnavel, padden die “herfstblad onder een fietswiel” worden. Zelfs Rivella krijgt betekenis: “doodgeslagen bier in een limonadeglas” — de suikerloze metafoor van verbondenheid die niet sprankelt.

Perspectief
De roman laat groei zien. Duifje leert dat ze niet haar ziekte is. Rayan durft weer te vertrouwen. En de laatste zin — “het is vooral de onbegrensde ruimte boven hen die hen trekt” — is een opening naar een andere toekomst.

Inge Nicole toont hoe mensen vastlopen tussen systemen, ziekte, schuld en zwijgen — maar ook hoe vriendschap, taal en beelden verschil kunnen maken. Haar roman is een uitnodiging om beter te kijken, meer te voelen en minder snel te oordelen.



Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com

Leesadvies voor jongeren
Mooi gelaagd verhaal als je houdt van eerlijke, intense verhalen over jezelf terugvinden, trauma, vriendschap en kracht in kwetsbaarheid.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Jan Stoel

Gesponsord

Om haar baan als video producer te redden, gaat Katie in zee met reddingszwemmer Hutch. Het enige probleem? Ze kan niet zwemmen. Wat begint als een leugentje om bestwil verandert al snel in een web van bedrog.

Asfalt is een verhaal over twee reizen die naar één bestemming leiden. Overgeleverd aan de gratie van de onbekenden die hen een lift geven, maken vier jongeren een tocht die hun leven voorgoed zal veranderen.