Lezersrecensie
Marieke Lucas Rijneveld
September 2019
Tijdens het lezen ontdekte ik gemengde, zeg maar gerust ‘ongemakkelijke’ gevoelens bij mezelf. Ik beleefde niet echt plezier bij het lezen, maar bleef gefascineerd en had bewondering voor Rijnevelds schrijfstijl.
Laat ik beginnen met wat ik mooi vind. Een daarvan is de pakkende beschrijving van de neergang van een gezin na een dramatische gebeurtenis. Rijnevelds manier van beschrijven maakt het voor de lezer onmogelijk om het boek neer te leggen. Ook haar afstandelijke stijl maakt wat er gebeurt des te indringender. Wat ik ook mooi vind is de manier waarop voorwerpen gerespecteert worden en hun plek houden als een ‘levend’ deel van de verongelukte Matthies, zoals de stoel, de duo penotti, de jas aan de kapstok en het judoblad. Maar nergens staat een foto en er mag niet over hem gesproken worden.
De spelletjes van de kinderen worden steeds heftiger, gevaarlijker, dwangmatiger. Het wordt subtiel beschreven, wat de dreiging naar een onvermijdbare climax intenser maakt.
Veelzeggend, en op een mooie manier tekenend, zijn de dwangneuroses die elk kind ontwikkelt: Jas’ angsten en bezweringen en experimenten daartegen, maar vooral de jas die ze niet uit wil doen. Obbe bonkt met zijn hoofd, wordt steeds gemener, raakt geobsedeert door dood, en raakt onophoudelijk zijn kruin aan. Hanna bijt tot bloedens toe op haar nagels en eet in ‘laagjes’.
Minpunten vind ik de (te) vele metaforen, sommige naar mijn smaak niet eens raak gekozen (lkinderen die hun gezicht ondersteunen alsof het een kerkzak is die ze niet willen doorgeven?). Jas heeft soms onwaarschijnlijk naïeve gedachten voor een brugklasser, bijboorbeeld aangaande de joden in de kelder. Ook vind ik het onwaarschijnlijk dat niemand in Jas’ omgeving haar kan dwingen om de jas uit te doen; het is toch duidelijk een patriarchaal gezin waar gehoorzaamheid aan de ouders (en zelfs aan een straffende god) gedicteerd wordt. Of kan dit echt gebeuren uit onmacht van de ouders die zó opgaan in hun eigen verdriet?
Ondanks mijn begrip voor de achterliggende, afschuwelijke gebeurtenis kreeg ik een hekel aan de kinderen. Daarbij vond ik hun ontluikende seksualiteit en geëxperimenteer ziekelijk ver gaan. Als het de bedoeling is van Rijneveld om ongemak ook bij de lezer op te roepen, is ze bij mij geslaagd. Maar eerlijk is eerlijk, ik heb ook veel mooie gedeelten gemarkeerd.
Tijdens het lezen ontdekte ik gemengde, zeg maar gerust ‘ongemakkelijke’ gevoelens bij mezelf. Ik beleefde niet echt plezier bij het lezen, maar bleef gefascineerd en had bewondering voor Rijnevelds schrijfstijl.
Laat ik beginnen met wat ik mooi vind. Een daarvan is de pakkende beschrijving van de neergang van een gezin na een dramatische gebeurtenis. Rijnevelds manier van beschrijven maakt het voor de lezer onmogelijk om het boek neer te leggen. Ook haar afstandelijke stijl maakt wat er gebeurt des te indringender. Wat ik ook mooi vind is de manier waarop voorwerpen gerespecteert worden en hun plek houden als een ‘levend’ deel van de verongelukte Matthies, zoals de stoel, de duo penotti, de jas aan de kapstok en het judoblad. Maar nergens staat een foto en er mag niet over hem gesproken worden.
De spelletjes van de kinderen worden steeds heftiger, gevaarlijker, dwangmatiger. Het wordt subtiel beschreven, wat de dreiging naar een onvermijdbare climax intenser maakt.
Veelzeggend, en op een mooie manier tekenend, zijn de dwangneuroses die elk kind ontwikkelt: Jas’ angsten en bezweringen en experimenten daartegen, maar vooral de jas die ze niet uit wil doen. Obbe bonkt met zijn hoofd, wordt steeds gemener, raakt geobsedeert door dood, en raakt onophoudelijk zijn kruin aan. Hanna bijt tot bloedens toe op haar nagels en eet in ‘laagjes’.
Minpunten vind ik de (te) vele metaforen, sommige naar mijn smaak niet eens raak gekozen (lkinderen die hun gezicht ondersteunen alsof het een kerkzak is die ze niet willen doorgeven?). Jas heeft soms onwaarschijnlijk naïeve gedachten voor een brugklasser, bijboorbeeld aangaande de joden in de kelder. Ook vind ik het onwaarschijnlijk dat niemand in Jas’ omgeving haar kan dwingen om de jas uit te doen; het is toch duidelijk een patriarchaal gezin waar gehoorzaamheid aan de ouders (en zelfs aan een straffende god) gedicteerd wordt. Of kan dit echt gebeuren uit onmacht van de ouders die zó opgaan in hun eigen verdriet?
Ondanks mijn begrip voor de achterliggende, afschuwelijke gebeurtenis kreeg ik een hekel aan de kinderen. Daarbij vond ik hun ontluikende seksualiteit en geëxperimenteer ziekelijk ver gaan. Als het de bedoeling is van Rijneveld om ongemak ook bij de lezer op te roepen, is ze bij mij geslaagd. Maar eerlijk is eerlijk, ik heb ook veel mooie gedeelten gemarkeerd.
1
Reageer op deze recensie