Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Pulp op de autopiloot

Henri Osewoudt 21 oktober 2017
Er is goed nieuws en er is slecht nieuws. Het goede nieuws is dat er een nieuwe Harlan Coben op de planken van boekhandel en bieb staat. Coben behoort voor mij tot de grote drie met de harde C van crime: Coben, Lee Child en Michael Connelly. Drie thrillerschrijvers die ik in de jaren negentig ontdekte en sindsdien trouw heb gevolgd. Schrijvers die ik altijd heb gewaardeerd omdat ze niets meer en niets minder wilden dan een spannend verhaal schrijven (dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld Dennis Lehane of George Pelecanos die ik juist weer waardeer omdat ze wel meer willen dan alleen een spannend verhaal schrijven). Het slechte nieuws is dat deze nieuwe Coben (er schijnt alweer een nog nieuwere te zijn) zuigt. Hij zuigt aanmerkelijk harder dan de Coben die ik hiervoor las en zelfs nog veel harder dan de laatste Lee Child.

Het begint niettemin veelbelovend. Tien jaar geleden verdwenen twee jongens spoorloos. Een van hen was de neef van ‘Win’, de onoverwinnelijke sidekick van Myron Bolivar. Een personage als Win (Windsor Horne Lockwood III voor niet-ingewijden) is natuurlijk problematisch. Het is een eenmans A-team die de kracht en het vernuft van B.A., de looks en charme van Face, het onberekenbare van Murdock en de inventiviteit van Hannibal in zich verenigt, met daarbij dan ook nog eens de kapitaalkracht van J.R. Ewing en Blake Carrington gecombineerd. Door het scheppen van een dergelijk karakter lijkt Coben eerder schatplichtig aan Lester Dent dan aan David Goodis of Ross MacDonald, maar Dennis Lehane creëerde met Bubba Rogowski een soortgelijke bijrol, dus ik geef Coben hier het voordeel van de twijfel. Uiteraard is het veelzeggend dat Win en Myron een zaak die zo dichtbij kwam, tien jaar geleden niet konden oplossen. Hier moet dus wel iets heel duisters en groots aan de hand zijn. Deze verwachting zal de lezer later nog lelijk opbreken, maar het begin is ontegenzeggelijk goed. Met Fat Gandhi lijkt Coben zijn helden met een tegenspeler van formaat (pun intended) op te zadelen.

Helaas is dit een dwaalspoor. We treffen Fat Gandhi, zonder zijn Dickensiaanse entourage, nog een keer tijdens een nogal teleurstellende confrontatie met Win op een afgelegen boerderij in Assen(!). Nu weet ik niet of er in of nabij de gemeentegrenzen van Assen veel boerderijen zo afgelegen liggen dat er onopgemerkt en zonder collatoral damage, een vuurgevecht zou kunnen plaatsvinden, en ik snap ook wel dat Coben en/of zijn researchers/ghostwriters geen zin hebben om Streetview of Google Maps op te starten voor zo’n klein detail, maar het tekent voor mij toch de slordigheid en de minachting voor de lezer, die deze hele roman uitwasemt. Met het afvoeren van Fat Gandhi verliest het verhaal alle urgentie. De plot is niet veel ingewikkelder dan een doorsnee Tatortaflevering (Goldbach) en de vraag waarom Win en Myron dit tien jaar geleden niet konden oplossen (omdat de au-pair al terug naar Finland was? Kom aan zeg!) blijft als een heel hardnekkige olifant op kousenvoeten door de kamer dansen.

Dit zou misschien allemaal nog enigszins te pruimen zijn geweest, als de rest van het boek niet zo volkomen wezenloos was. Ik vroeg me bij momenten of er nog een professioneel schrijver aan te pas was gekomen, of dat Coben tegenwoordig zijn boeken aan de hand van steekwoorden door een algoritme laat schrijven. Myron gaat naar een basketbalwedstrijd om zijn neefje Mickey te zien spelen. Myron gaat naar een worstelwedstrijd omdat bijfiguren Little Pocahontas en Big Cindy nu eenmaal ook in het boek moeten, hoewel ze helemaal niets bijdragen aan de voortgang van het verhaal. Myron filosofeert wat over de wezenskenmerken van de staat New Jersey en haar inwoners. De vriendin van Myron krijgt een nieuwe baan en daar moet op geneukt worden, maar o nee, toch niet want daar belt die dekselse Win met een nieuwe aanwijzing. Myron rijdt in het holst van de nacht naar een DNA lab, debiteert een interessant weetje over een straat die vernoemd is naar een fabriek die er allang niet meer staat en krijgt vervolgens door een laborante met een ingewikkelde naam, want vernoemd naar een fan die gedoneerd heeft aan het goede doel, pagina’s en pagina's aan desinformatie over zich uitgestort die voornamelijk bedoeld lijkt om de lezer op het verkeerde been te zetten. Myron vertedert zichzelf met sentimentele bespiegelingen over de verhouding met zijn inmiddels bejaarde ouders. Samen televisie kijken schiep immers ook een band. Nu zitten kinderen op hun eigen kamer naar god weet wat te kijken. Waar moet het toch heen met de wereld? Gelukkig lijkt neef Mickey een goede gast. Oeps, daar betrapt Myron neef Mickey en zijn vriendin terwijl ze zitten de vozen in de auto. De moeder van de vriendin van neef Mickey is een hele beroemde actrice, dat weet bijna niemand, maar Myron lekker wel. En zo emmert en dreutelt het heel zelfgenoegzaam maar door en door en door tot een ontknoping die gruwelijk en schokkend lijkt omdat hij gespeend is van iedere realiteitszin en overduidelijk bedacht is aan de schrijftafel. Het lijkt leuk, maar als je er drie seconden over nadenkt besef je dat dit alleen kan in een boosaardig misdaadsprookjes waarin alle personages van bordkarton zijn. En zijn Myron en de machtige Win - spoileralert- - nu al die jaren genept door een huisvrouw? Nou moe! Als thriller is dit echt op alle fronten volkomen en door en door shit. En ik weet niet of Coben de lezer ooit eerder een inkijkje gaf in de gedachtewereld van Win, maar die blijkt huiveringwekkend plat en banaal voor zo’n buitenissig personage.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Henri Osewoudt

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.