Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Competente King

Henri Osewoudt 30 oktober 2022
Het lijkt zo langzamerhand een uitgemaakte zaak dat Stephen King pas zal stoppen met schrijven als ze het toetsenbord uit zijn koude, dode vingers weten te wrikken. Goed nieuws op zich, maar de wetenschap dat iets triviaals als gebrek aan inspiratie King er nog nooit van heeft weerhouden toch stug door te typen, zal de trouwe lezer het hof van de King betreden vervuld met zowel hoop als vrees. Fairy Tale is weer een volumineuze King. Een lekker dik boek dat aangenaam leesplezier belooft. Een belofte die slechts ten dele wordt ingelost..

Fairy Tale voelt, veel meer dan recente Kings (na Revival zeg maar) als een verhaal uit een stuk. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Billy Summers of The Institute lijkt King met een duidelijk plan achter de schrijftafel te zijn gaan zitten en heeft hij zich niet laten leiden door het verhaal of invallen die al schrijvende tot hem kwamen. In Fairy Tale dus geen rare wendingen of valse starts en dat zou de roman ten goede moeten komen. Het initiele gegeven komt sterk overeen met dat van Mr. Harrigan’s Phone uit de novellebundel If It Bleeds: een halve weesjongen (Charlie Reade) komt in contact met een nukkige oude man die na zijn overlijden een ontstellend geheim blijkt te hebben. Het geheim betreft hier niet een telefoon die contact met gene zijde mogelijk maakt, maar een toegang tot een parallelle wereld onder het schuurtje in de tuin. Niettemin is de gelijkenissen zo groot dat er bijna sprake lijkt van een herschreven of alternatieve (parallelle) versie. Helaas kampt Fairy Tale hierdoor met hetzelfde probleem als die eerdere novelle. Het ‘ga er maar goed voor zitten, dan zal ik je eens een verhaal vertellen’ register waarin King de vertelling toonzet, roept associaties op met pittoresk verval, eindeloos lijkende herfstmiddagen en plotse windvlagen die wolken door het zwerk jagen en gevallen bladeren doen opdwarrelen. Het verhaal wordt verteld met een stem die opklinkt vanaf de veranda van een oud huis, vanuit een schommelstoel of een Chesterfield fauteuil, een stem die rustig doorvertelt terwijl hij het haardvuur nog eens opport, een pijpje stopt of de cognac in het glas bedachtzaam heen en weer laat rollen. Een stem met andere woorden die toebehoort aan een man van minimaal fiks gevorderde middelbare leeftijd, maar zeker niet aan een adolescent van zeventien. Een zeventienjarige die gezien de vele verwijzingen die hij in de tekst verwerkt, wel de meest belezen en geeky zeventienjarige moet zijn die ooit in deze en alle werelden parallel eraan heeft rondgelopen. King heeft dit ook wel door en verwijst in de tekst voortdurend naar het Turner klassieke filmkanaal waar Charlie blijkbaar graag naar kijkt en komt aan het einde nog met een halfhartige verklaring waardoor het personage opeens nog maar half zo oud is als hij klinkt, in plaats van kwart zo oud. Dit is met name frustrerend omdat de oplossing zo voor de hand ligt dat King hem al toepaste in The Body (of Stand by me voor de (klassieke) filmkijkers). Er is niets waardoor het verhaal zich in 2007 zou moeten afspelen. Facebook is zelfs opvallend afwezig en Charlie krijgt en verstuurt uitsluitend SMS-jes. Als King het verhaal in 1982 had gesitueerd dan had het hele probleem zich niet voorgedaan, maar klaarblijkelijk is hij zo gebrand op een goed einde dat hij weigert afscheid te nemen van de hond.

Deze bedenkingen niettegenstaande zijn de eerste pakweg tweehonderd bladzijden, waarin Charlie vriendschap sluit met de oude man en diens hond, sterk. De personages en hun interacties zijn interessant en met een enkele onheilspellende bons vanuit het schuurtje weet King de spanning effectief op te voeren. De parallelle wereld die Charlie betreedt, blijkt, echter nogal gewoontjes te zijn. Voor een parallelle fantasiewereld dan natuurlijk. King heeft duidelijk uitgebreid research gedaan naar de oorsprong en betekenis van sprookjes, maar zijn interpretatie is veeleer degelijk dan geïnspireerd en het resultaat is dan ook dat dit verhaal voor het fantasygenre is wat aardappels met groente en een lapje vlees voor de warme maaltijd is. Er is een koninkrijk, een vloek, verbannen heersers van koninklijken bloede die aanbeden worden door hun onderdanen, een toernooi en iemand die de boel redt. King is duidelijk weer ongebreideld aan het schrijven en dat maakt het verhaal nogal stroperig. Toen zo rond pagina 400 duidelijk werd dat er niets nieuws of onverwachts ging komen (waar is Blaine de monorail als je hem nodig hebt?) heb ik mij met toenemende moeite naar het einde geworsteld.

Uiteindelijk is Fairy Tale een competent uitgewerkt boek, dat echter de charme van ander, ook kwalitatief minder werk van King een beetje mist. Technisch gaver dan bijvoorbeeld The Institute of Billy Summers, maar toch ook een stuk saaier dan deze titels. Voor de constante Kinglezer een degelijke en ook wat atypische toevoeging aan het oeuvre, maar daardoor ook uiteindelijk alleen zonder voorbehoud aan te bevelen aan King completisten of mensen die beslist een fantasy- of portaalwereldroman van Stephen King willen lezen, maar terugschrikken voor The Dark Towercyclus of hun King gevrijwaard willen zien van Peter Straubinvloeden.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Henri Osewoudt