Lezersrecensie
Klassenstrijd in 't geniep
Gedeelde angsten van roofdier en prooi. De kleine Kingshaw snapt niet waarom leeftijdsgenootje Hooper zich zo vastbijt in zijn machtspositie als zoon van een rijke zakenman. Hun victoriaanse landhuis, Warings, is immers vergane glorie, waar stinkende rot in de vermolmde muren kruipt en vooral nare herinneringen voortleven aan Mr Hoopers liefdeloze relatie met zijn eigen vader. Beide jongetjes verloren een ouder. Ze moeten er allebei mee dealen dat hun overgebleven ouder romantische gevoelens begint te ontwikkelen voor de pappa of mamma van de ander. Allebei zijn ze bang om vergeten te worden en alleen achter te moeten blijven. Maar Kingshaw's moeder is huishoudster en Hooper's vader is haar baas; als de volwassenen te druk met elkaar bezig zijn wordt dit ingebeelde standenverschil tussen de kinderen uitgevochten. In 'I'm the King of the Castle' (1970) beschrijft Susan Hill de Britse klassenmaatschappij als een betonrot vol vergankelijkheid, verval en misplaatste superioriteit. Als een beklemmend kat- en muisspel waarin spaarzame momenten van tederheid of kwetsbaarheid alleen maar Hoopers' frustraties versterken. Kingshaw kan niet ontsnappen aan de tirannie en niemand wil hem geloven.
1
Reageer op deze recensie