Berlijn, de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog

Berlijn, 17 maart 1945. Adolf Hitler roept de hulp in van zijn favoriete commando, Otto Skorzeny, om hem te helpen ontsnappen uit zijn bunker in de belegerde stad. Skorzeny heeft voor deze ontsnappingspoging, Operatie Grau, drie scenario's gereed.
Maar naarmate de tijd vordert, lijkt geen enkel scenario meer uitvoerbaar. Zowel de Russen als de Britten komen steeds dichterbij. Het net sluit om Hitler, de jacht op de nazidictator is begonnen.
Het verhaal wordt verteld vanuit verschillende perspectieven en hoofdpersonen.
De Oostenrijkse SS-er Otto Skorzeny vertelt hoe hij zijn plan ontwikkeld om Hitler uit Berlijn te laten ontsnappen.
Daarnaast is een Russisch commando onderweg naar Berlijn. Wat hun opdracht is, blijft een beetje vaag.
De derde verhaallijn beschrijft de tocht van de Engelse agent Von Seitz, een dubbelspion, naar Berlijn. Ook hij probeert door de linies heen te breken om Hitler te bereiken en hem gevangen te nemen.

Wie ”Hitlers geheime Ardennencommando” heeft gelezen, heeft al kennisgemaakt met Otto Skorzeny. In dat boek speelt hij een bijrol.
Voor Otto Skorzeny lijkt het makkelijk een plan te bedenken, omdat hij toegang heeft tot de Hitler Bunker en daar rond kan kijken. Maar hij wordt regelmatig tegengewerkt, niet in het minst door Hitler zelf die van geen wijken wil weten, maar ook door andere hoge nazi-officieren en moet uit zien te vinden waarom en door wie voor hij verder kan.
Het Russische commando onder leiding van Durov ondervindt veel tegenslagen op weg naar Berlijn en het lijkt erop dat het niet zal lukken Berlijn te bereiken, laat staan door de linies heen te breken.
De Engelsman Von Seitz moet zich een weg banen tegen de stroom vluchtelingen in.
Het Duitse leger zet alles op alles de geallieerde troepen tegen te houden, maar moeten steeds meer terrein prijsgeven.

“De jacht op de Führer” zit heel knap in elkaar, de verschillende verhaallijnen komen voldoende aan bod en je krijgt steeds meer het gevoel de hoofdrolspelers te kennen. Wat hun achtergrond is waar hun manier van handelen uit voortvloeit.
Daarnaast zijn historische feiten op zo’n manier verstrengeld met verzonnen personen dat het soms lastig is het onderscheid te maken. De staf van Hitler, zoals Goebbels, Bormann en vele anderen, worden niet geschetst als oorlogsmisdadigers, maar als mensen die geloven in wat ze doen. Gewone mensen die naast hun werk hun privéleven hebben.

Zal het Hitler uiteindelijk lukken uit Berlijn te ontsnappen en zal zo het plan van Otto Skorzeny toch uitgevoerd kunnen worden?