Lezersrecensie
Karimi laat de vissen vliegen maar niet het verhaal
Afghaanse schrijfsters moet je met een lampje zoeken. Het winnen van de Hebban debuutprijs door de Afghaans-Nederlandse Forugh Karimi voor haar debuut ‘De moeders van Mahipar’ noopt tot een kennismaking.
Het boek is als een wie-heeft-het-gedaan gestructureerd: het boek begint met een poging tot moord en eindigt met de ontmaskering van de dader. Karimi heeft hieraan talloze andere verhalen toegevoegd, zoals een oorlogsverhaal, een verhaal van vermiste vaders en zonen, een verhaal van een gedwongen huwelijk, een verhaal over mishandeling binnen het huwelijk, een zoektocht naar je identiteit, een zoektocht naar een vader, een moeder-zoon verhaal, een vluchtverhaal, het verhaal van een liefdesrelatie, een verhaal over emigratie naar Australië, een verhaal over een heldhaftige redding van een drenkeling, een Romeo en Julia verhaal, een verhaal over kindermisbruik, een verhaal over een dodelijk verkeersongeluk en een verhaal over integreren in de Nederlandse maatschappij. Het lijkt of de dijk bij Karimi na jaren is doorgebroken en zij in 500 bladzijdes leegloopt. Zelfs de allerbeste schrijvers zijn niet in staat het samenraapsel van zoveel verhalen in elkaar te vlechten.
De stijl zwabbert tussen kinderlijk en schoolmeesterachtig en tussen kaal en met veel opsmuk. Overbodige details zoals het interieur of de Nokia telefoon zijn hinderlijk want ze prikkelen de fantasie van de lezer niet. Als in de hoofdstuktitel het jaartal 2002 staat, kan iedereen toch wel zelf invullen dat de telefoon vast een Nokia is? De houterige dialogen staan identificatie en geloofwaardigheid in de weg. Het boek heeft veel dialogen maar juist in de dramatische gebeurtenissen kiest Karimi voor ‘tell’ in plaats van ‘show’, waardoor het verhaal je niet meesleept. Als lezer zie je vooral een schrijfster hard haar best doen. Karimi heeft met de vliegende vissen een krachtig symbool te pakken maar weet het verhaal geen vleugels te geven.
Volgens de alwetende verteller zijn de hoofdpersonages goed en de overige personages fout. De personages komen op diverse manieren met elkaar in conflict. Hoewel Karimi de uitingen van deze conflicten schetst wekken ze slechts emoties op en zetten geen reflectie, innerlijk conflict of innerlijke groei in gang. Het boek hoort dan ook meer thuis op de plank Thrillers. Het boek moet het niet hebben van subtiliteit maar van de opstapeling van dramatische gebeurtenissen en zwaar aangezette emoties. Voor de ene lezer zal het einde de kers op de taart zijn en voor de andere de klap op de vuurpijl.
Wat het boek bijzonder maakt is de beschrijving van de conflicten, verdwijningen, martelingen en moordpartijen in Afghanistan die zijn voorafgegaan aan het geweld en de vrouwenonderdrukking door moslimextremisten van vandaag de dag. Het boek geeft een stem en een gezicht aan alle Afghanen ter wereld en een inkijkje in de botsingen tussen de Nederlandse cultuur, waarin alles moet worden besproken en er altijd kritiek op anderen klinkt, en de Afghaanse cultuur, waarin meer zaken als privé worden beschouwd en iemand kwetsen moet worden vermeden. Leerzaam is het stuntelen met de balans tussen vluchtelingen ondersteunen en ze betuttelen, zoals de Nederlandse coach die vluchtelingen tegen hun zin pampert en als kleine kinderen behandelt die wel weet wat het beste voor hen is.
Het hoofdmotief is het omgaan met de verwachtingen die je omgeving van je heeft. Eisen die je eigen familie, je clan en andere clans opleggen, en ook wat Nederlanders van je eisen als je in Nederland komt wonen. De hoofdpersonen kunnen daar niet mee omgaan want ze zien zichzelf als goed en de ander als fout. Ze geven geen blijk in staat te zijn tot zelfreflectie en de conflicten met hun omgeving monden uit in welles-nietes discussies. Vervolgens kunnen ze niet anders dan vechten of vluchten. Het is schokkend om te lezen hoe geweld van generatie op generatie wordt doorgegeven. Zelfs de hoogopgeleide en maatschappelijk succesvolle hoofdpersoon die in de Nederlandse cultuur is geworteld, ontbrandt zodra zijn eer is aangetast en dreigt zijn geloof in de Nederlandse rechtsstaat te verliezen en het recht in eigen hand te nemen. Dat was nog het meest onthutsende in dit bijzondere debuut.
Het boek is als een wie-heeft-het-gedaan gestructureerd: het boek begint met een poging tot moord en eindigt met de ontmaskering van de dader. Karimi heeft hieraan talloze andere verhalen toegevoegd, zoals een oorlogsverhaal, een verhaal van vermiste vaders en zonen, een verhaal van een gedwongen huwelijk, een verhaal over mishandeling binnen het huwelijk, een zoektocht naar je identiteit, een zoektocht naar een vader, een moeder-zoon verhaal, een vluchtverhaal, het verhaal van een liefdesrelatie, een verhaal over emigratie naar Australië, een verhaal over een heldhaftige redding van een drenkeling, een Romeo en Julia verhaal, een verhaal over kindermisbruik, een verhaal over een dodelijk verkeersongeluk en een verhaal over integreren in de Nederlandse maatschappij. Het lijkt of de dijk bij Karimi na jaren is doorgebroken en zij in 500 bladzijdes leegloopt. Zelfs de allerbeste schrijvers zijn niet in staat het samenraapsel van zoveel verhalen in elkaar te vlechten.
De stijl zwabbert tussen kinderlijk en schoolmeesterachtig en tussen kaal en met veel opsmuk. Overbodige details zoals het interieur of de Nokia telefoon zijn hinderlijk want ze prikkelen de fantasie van de lezer niet. Als in de hoofdstuktitel het jaartal 2002 staat, kan iedereen toch wel zelf invullen dat de telefoon vast een Nokia is? De houterige dialogen staan identificatie en geloofwaardigheid in de weg. Het boek heeft veel dialogen maar juist in de dramatische gebeurtenissen kiest Karimi voor ‘tell’ in plaats van ‘show’, waardoor het verhaal je niet meesleept. Als lezer zie je vooral een schrijfster hard haar best doen. Karimi heeft met de vliegende vissen een krachtig symbool te pakken maar weet het verhaal geen vleugels te geven.
Volgens de alwetende verteller zijn de hoofdpersonages goed en de overige personages fout. De personages komen op diverse manieren met elkaar in conflict. Hoewel Karimi de uitingen van deze conflicten schetst wekken ze slechts emoties op en zetten geen reflectie, innerlijk conflict of innerlijke groei in gang. Het boek hoort dan ook meer thuis op de plank Thrillers. Het boek moet het niet hebben van subtiliteit maar van de opstapeling van dramatische gebeurtenissen en zwaar aangezette emoties. Voor de ene lezer zal het einde de kers op de taart zijn en voor de andere de klap op de vuurpijl.
Wat het boek bijzonder maakt is de beschrijving van de conflicten, verdwijningen, martelingen en moordpartijen in Afghanistan die zijn voorafgegaan aan het geweld en de vrouwenonderdrukking door moslimextremisten van vandaag de dag. Het boek geeft een stem en een gezicht aan alle Afghanen ter wereld en een inkijkje in de botsingen tussen de Nederlandse cultuur, waarin alles moet worden besproken en er altijd kritiek op anderen klinkt, en de Afghaanse cultuur, waarin meer zaken als privé worden beschouwd en iemand kwetsen moet worden vermeden. Leerzaam is het stuntelen met de balans tussen vluchtelingen ondersteunen en ze betuttelen, zoals de Nederlandse coach die vluchtelingen tegen hun zin pampert en als kleine kinderen behandelt die wel weet wat het beste voor hen is.
Het hoofdmotief is het omgaan met de verwachtingen die je omgeving van je heeft. Eisen die je eigen familie, je clan en andere clans opleggen, en ook wat Nederlanders van je eisen als je in Nederland komt wonen. De hoofdpersonen kunnen daar niet mee omgaan want ze zien zichzelf als goed en de ander als fout. Ze geven geen blijk in staat te zijn tot zelfreflectie en de conflicten met hun omgeving monden uit in welles-nietes discussies. Vervolgens kunnen ze niet anders dan vechten of vluchten. Het is schokkend om te lezen hoe geweld van generatie op generatie wordt doorgegeven. Zelfs de hoogopgeleide en maatschappelijk succesvolle hoofdpersoon die in de Nederlandse cultuur is geworteld, ontbrandt zodra zijn eer is aangetast en dreigt zijn geloof in de Nederlandse rechtsstaat te verliezen en het recht in eigen hand te nemen. Dat was nog het meest onthutsende in dit bijzondere debuut.
2
1
Reageer op deze recensie