Een aansprekend onderwerp vol humor gebracht

In ‘Hallo hallo, wie stinkt daar zo?’ leren wetenschapper Nick Caruso en zoöloog Dani Rabaiotti de lezer van alles over dierenscheten. Het 48 pagina’s tellende boek begint met een uitleg over hoe scheten bij jou en mij ontstaan. Doordat je eet of drinkt komt er lucht naar binnen en ook bij de vertering van voedsel ontstaat lucht. Deze lucht moet er ook weer uit en dan krijg je, juist, scheetjes!

In het boek wordt lekker veel gepraat over ruften, windjes, broekhoest of hoe je het maar wilt noemen. Alleen niet over mensenwindjes, maar over scheten van dieren. De meest uiteenlopende dieren passeren de revue. Van paarden, papegaaien en spinnen, tot geiten, salamanders en eenhoorns.
Op elke rechterpagina wordt een dier getoond waarbij aan het kind wordt gevraagd of het scheten laat. Met de uitleg over het ontstaan van winden in je eigen lichaam wordt het kind geprikkeld te analyseren of een dier in staat is om scheetjes te produceren. Wordt de pagina omgeslagen dan is aan de andere kant van de bladzijde in slechts een paar zinnen te lezen of een dier wel of niet kan ruften.

Het draait in ‘Hallo hallo, wie stinkt daar zo?’ weliswaar om windjes, maar het boek bevat nog veel meer interessante feitjes. Ongemerkt wordt er per dier veel uitgelegd. Hoeveel windjes het bijvoorbeeld laat, maar ook dat sommige stoffen uit voeding slecht verteerbaar zijn en daarom zorgen voor veel gas. Dat bepaalde diersoorten de bacteriën missen die gassen veroorzaken of dat er zelfs diertjes zijn die andere dieren doden met hun winden. De verscheidene dieren vertellen iets over hun leefomgeving, wat ze eten of hoe ze overleven. En het leuke is dat de auteurs feitjes hebben weten te combineren met een flinke dosis humor.

‘Hallo hallo, wie stinkt daar zo?’ zal menig jonge lezer weten te boeien. Het onderwerp scheetjes draagt daar zeker aan bij, maar de persoonlijke benadering van Caruso en Rabaiotti versterkt dat nog eens extra. Ze spreken de lezer rechtstreeks aan, waardoor het duo de aandacht van lezers goed weet vast te houden. De kleurrijke tekeningen van Alex G. Griffiths nodigen kinderen uit om het boek van voor naar achteren door te bladeren en weer terug. Ze komen kleine dieren tegen, lievelingsdieren, zeedieren en onbekende dieren en kijken hun ogen uit. Het boek blijft van begin tot eind boeiend, mede doordat de teksten niet te lang zijn.

Nick Caruso en Dani Rabaiotti hebben samen met Alex G. Griffiths hun stinkende best gedaan om van ‘Hallo hallo, wie stinkt daar zo?’ een boeiend boek te maken. Het onderwerp helpt zeker mee, maar het zijn vooral de grappige kleurrijke illustraties en korte maar interessante feitjes die het boek tot een succes maken. ‘Hallo hallo, wie stinkt daar zo?’ Is een aanrader voor kinderen vanaf een jaar of 5.