Lezersrecensie
Geld verdienen en filantropie
Van Leer kende ik als een stichting die subsidie gaf aan onderzoek naar onderwijsachterstanden. Van Leer was ook een olievatenfabriek, maar wie Bernard van Leer was, de stichter van dat bedrijf en waarom een stichting met zijn naam subsidie gaf voor onderzoek, dat wist ik niet. Totdat ik in een tweedehandsboekwinkel het boek vond: De vatenman. Bernard van Leer 1883-1958. Een biografie geschreven door Pauline Micheels.
Op de achterflap beschrijft de biografe Bernard van Leer als een prototype van een selfmade man die na de eerste wereldoorlog een wereldwijde onderneming in stalen vaten opbouwde. Hij paarde een bikkelhard koopmanschap en een tomeloze energie met een feilloze intuïtie en een groot gevoel voor publiciteit in show. Naast vatenfabrieken, een walserij en een handelshuis bezat hij in 1940 ook een demontabel privé circus en een stal van kostbare door hemzelf gedresseerde paarden.
Bernard van Leer komt uit een joods familiegeslacht, waarbij bijna iedereen in de handel zat. Vaak internationale handel. Van Leer steekt met kop en schouders boven zijn familieleden uit. Hij weet enorm veel tot stand te brengen in een moeilijke tijd. Voor de oorlog bouwt hij als jonge man een internationaal bedrijf op voor de verkoop en fabricage van olievaten, onder mee aan Shell. Het succes dankt hij mede aan een octrooi voor een gewilde olievatensluiting, dat hij heeft weten te bemachtigen van een Amerikaan. Levensbedreigende problemen ontstaan na het uitbreken van de WO II toen hij Nederland uit moest vluchten vanwege de Jodenvervolging. Hij krijgt te maken met concurrerende Duitse metaalbedrijven die azen op zijn fabrieken en handelsonderneming. In 1941 slaagt hij erin om met de nazi’s tot overeenstemming te komen over de gedwongen verkoop en zijn vertrek uit Nederland. In Amerika zet hij zijn onderneming voort. Na de oorlog komt hij terug en heeft in 1945 veel moeite om zijn bedrijven weer in bezit te krijgen, omdat men hem verdenkt van collaboratie.
Bernard van Leer is tijdens zijn leven vrijwel altijd op reis en is zelden thuis. Zijn vrouw in Luzern klaagt daarover. Hij leeft doorgaans in hotels waar hij zijn intrek neemt en kantoor houdt.
Bernard van Leer genereert veel publiciteit met zijn paarden en circus, maar ook met feestelijke openingen van zijn bedrijven, stunts, zoals een mobiele vatenfabriek en een grote vrijgevigheid, zoals de schenking van een nieuw reddingsstation aan de Noord- en Zuid Hollandse Reddingsmaatschappij in Noordwijk. Hij onterfde zijn vrouw en kinderen en bracht zijn vermogen onder in meerdere goede doelen stichtingen.
Waar kwam al dat geld vandaan? “Bij Van Leer draaide alles om geld verdienen. Ook de filantropie was daarop gericht het moest geld opbrengen, kat in het bakkie. Filantropie was in feite een spectaculaire reclamestunt. En daarbij was alles omgeven met een waas van legale belastingtrucs. Het werd als kosten in de werkmaatschappij afgetrokken. “(p. 301)
Pauline Micheels geeft twee motto’s over Bernard van Leer mee aan de biografie die ze schreef. Een daarvan is van Otto, zijn zoon: ”Is het handelsinstinct om geld te verdienen eenmaal een deel van je systeem geworden, dan laat je dat nooit meer los.” En Wim van Leer, de andere zoon herkende zijn vader in een citaat over een zakenman. Hij leefde in een wereld van telegrammen en woede.
Pauline Micheels heeft een nauwgezette biografie geschreven met veel details over het werk van Van Leer. Biografieën gaan meestal over schrijvers of publieke ambtsdragers, waar veel geschreven bronnen van bestaan. Bij zakenmensen moet je het doen contracten en bedrijfsarchieven. En bij Bernard van Leer heb je ook nog te maken met een man die terugkijken nutteloos vond, geen diepte-interviews gaf en niet meewerkte aan een portret. Een knappe biografie over een opmerkelijk internationaal ondernemer uit Nederland. Van Leer leeft voort in zijn charitatieve stichtingen.
Op de achterflap beschrijft de biografe Bernard van Leer als een prototype van een selfmade man die na de eerste wereldoorlog een wereldwijde onderneming in stalen vaten opbouwde. Hij paarde een bikkelhard koopmanschap en een tomeloze energie met een feilloze intuïtie en een groot gevoel voor publiciteit in show. Naast vatenfabrieken, een walserij en een handelshuis bezat hij in 1940 ook een demontabel privé circus en een stal van kostbare door hemzelf gedresseerde paarden.
Bernard van Leer komt uit een joods familiegeslacht, waarbij bijna iedereen in de handel zat. Vaak internationale handel. Van Leer steekt met kop en schouders boven zijn familieleden uit. Hij weet enorm veel tot stand te brengen in een moeilijke tijd. Voor de oorlog bouwt hij als jonge man een internationaal bedrijf op voor de verkoop en fabricage van olievaten, onder mee aan Shell. Het succes dankt hij mede aan een octrooi voor een gewilde olievatensluiting, dat hij heeft weten te bemachtigen van een Amerikaan. Levensbedreigende problemen ontstaan na het uitbreken van de WO II toen hij Nederland uit moest vluchten vanwege de Jodenvervolging. Hij krijgt te maken met concurrerende Duitse metaalbedrijven die azen op zijn fabrieken en handelsonderneming. In 1941 slaagt hij erin om met de nazi’s tot overeenstemming te komen over de gedwongen verkoop en zijn vertrek uit Nederland. In Amerika zet hij zijn onderneming voort. Na de oorlog komt hij terug en heeft in 1945 veel moeite om zijn bedrijven weer in bezit te krijgen, omdat men hem verdenkt van collaboratie.
Bernard van Leer is tijdens zijn leven vrijwel altijd op reis en is zelden thuis. Zijn vrouw in Luzern klaagt daarover. Hij leeft doorgaans in hotels waar hij zijn intrek neemt en kantoor houdt.
Bernard van Leer genereert veel publiciteit met zijn paarden en circus, maar ook met feestelijke openingen van zijn bedrijven, stunts, zoals een mobiele vatenfabriek en een grote vrijgevigheid, zoals de schenking van een nieuw reddingsstation aan de Noord- en Zuid Hollandse Reddingsmaatschappij in Noordwijk. Hij onterfde zijn vrouw en kinderen en bracht zijn vermogen onder in meerdere goede doelen stichtingen.
Waar kwam al dat geld vandaan? “Bij Van Leer draaide alles om geld verdienen. Ook de filantropie was daarop gericht het moest geld opbrengen, kat in het bakkie. Filantropie was in feite een spectaculaire reclamestunt. En daarbij was alles omgeven met een waas van legale belastingtrucs. Het werd als kosten in de werkmaatschappij afgetrokken. “(p. 301)
Pauline Micheels geeft twee motto’s over Bernard van Leer mee aan de biografie die ze schreef. Een daarvan is van Otto, zijn zoon: ”Is het handelsinstinct om geld te verdienen eenmaal een deel van je systeem geworden, dan laat je dat nooit meer los.” En Wim van Leer, de andere zoon herkende zijn vader in een citaat over een zakenman. Hij leefde in een wereld van telegrammen en woede.
Pauline Micheels heeft een nauwgezette biografie geschreven met veel details over het werk van Van Leer. Biografieën gaan meestal over schrijvers of publieke ambtsdragers, waar veel geschreven bronnen van bestaan. Bij zakenmensen moet je het doen contracten en bedrijfsarchieven. En bij Bernard van Leer heb je ook nog te maken met een man die terugkijken nutteloos vond, geen diepte-interviews gaf en niet meewerkte aan een portret. Een knappe biografie over een opmerkelijk internationaal ondernemer uit Nederland. Van Leer leeft voort in zijn charitatieve stichtingen.
1
Reageer op deze recensie