Lezersrecensie
Schrijnende armoede en een ontmoeting met een beer
Twee zussen, Sam en Elena, wonen op een eiland voor de kust van de Amerikaanse staat Washington. Elena werkt achter de bar/grill van de plaatselijke countryclub, Sam in de catering op de veerboot. Hun moeder is terminaal ziek wegens het inademen van de dampen in de nagelsalon waar ze altijd gewerkt heeft. Een vader is niet in beeld. Het is sappelen, zeker na de corona-periode waarin Sam werkeloos thuis zat en met de doktersrekeningen van moeder.
De zussen hebben nogal een verschillend beeld van hun leven. Sam gelooft heilig in hun vluchtdroom van toen ze tieners waren en gedraagt zich daarnaar. Geen vrienden maken, laat staan een partner vinden, elke verbintenis die haar op het eiland kan houden gaat ze uit de weg. Het enige dat telt is Elena, die ze totaal toegewijd is en aanbidt. Elena heeft niet zo’n haast om weg te komen. Zij heeft wel vrienden en een band met de mensen om hen heen. Elena draagt bovendien de last van alle verantwoordelijkheden, voor een zieke moeder, voor alle rekeningen die binnenkomen en hoe die te betalen. Niet in de laatste plaats draagt ze de verwachtingen die Sam heeft.
Dan duikt er op een dag een beer op op het eiland.
De beer is een splijtzwam tussen de twee zussen. Sam ziet vooral het gevaar, is wanhopig op zoek naar hulp, zelfs bij instanties, die beide zussen normaal gesproken flink wantrouwen. Voor Elena is de beer een ontsnapping aan de zwaarte van haar leven.
Je zou kunnen zeggen dat dit een boek over de band tussen zussen is. Of een verhaal over een ontmoeting met een wild dier. Maar voor mij gaat dit veel meer over armoede en wat dat met mensen doet. Het gevoel van minderwaardigheid is bij Sam zo ontzettend diep in haar poriën gedrongen, dat ze het zich niet eens realiseert. Haar dromen zijn typische arme-mensen-dromen, dat iemand anders een keer eten voor haar maakt of haar kamer schoonmaakt, dat soort dingen. Eigenlijk kan ze zich gewoon echt niet voorstellen hoe het is om wel geld te hebben.
Met deze lagen, spanning in de zussenrelatie, wild dier, armoede, vind ik het een mooi verhaal. Het einde, waar ik verder geen mededelingen over zal doen, had ik anders bedacht. De taal waarin het geschreven is, is echt niet naar mijn smaak, maar dat is persoonlijk. Netto absoluut de moeite waard om te lezen, maar ook weer geen meesterwerk.
Je zou haast zeggen dat het een mini-subgenre is, boeken over een ontmoeting met een beer. Daar vallen ook in:
- Beer, van Marian Engel,
- Foon, van Marente de Moor
- Geloven in het wild, van Nastassja Martin
De zussen hebben nogal een verschillend beeld van hun leven. Sam gelooft heilig in hun vluchtdroom van toen ze tieners waren en gedraagt zich daarnaar. Geen vrienden maken, laat staan een partner vinden, elke verbintenis die haar op het eiland kan houden gaat ze uit de weg. Het enige dat telt is Elena, die ze totaal toegewijd is en aanbidt. Elena heeft niet zo’n haast om weg te komen. Zij heeft wel vrienden en een band met de mensen om hen heen. Elena draagt bovendien de last van alle verantwoordelijkheden, voor een zieke moeder, voor alle rekeningen die binnenkomen en hoe die te betalen. Niet in de laatste plaats draagt ze de verwachtingen die Sam heeft.
Dan duikt er op een dag een beer op op het eiland.
De beer is een splijtzwam tussen de twee zussen. Sam ziet vooral het gevaar, is wanhopig op zoek naar hulp, zelfs bij instanties, die beide zussen normaal gesproken flink wantrouwen. Voor Elena is de beer een ontsnapping aan de zwaarte van haar leven.
Je zou kunnen zeggen dat dit een boek over de band tussen zussen is. Of een verhaal over een ontmoeting met een wild dier. Maar voor mij gaat dit veel meer over armoede en wat dat met mensen doet. Het gevoel van minderwaardigheid is bij Sam zo ontzettend diep in haar poriën gedrongen, dat ze het zich niet eens realiseert. Haar dromen zijn typische arme-mensen-dromen, dat iemand anders een keer eten voor haar maakt of haar kamer schoonmaakt, dat soort dingen. Eigenlijk kan ze zich gewoon echt niet voorstellen hoe het is om wel geld te hebben.
Met deze lagen, spanning in de zussenrelatie, wild dier, armoede, vind ik het een mooi verhaal. Het einde, waar ik verder geen mededelingen over zal doen, had ik anders bedacht. De taal waarin het geschreven is, is echt niet naar mijn smaak, maar dat is persoonlijk. Netto absoluut de moeite waard om te lezen, maar ook weer geen meesterwerk.
Je zou haast zeggen dat het een mini-subgenre is, boeken over een ontmoeting met een beer. Daar vallen ook in:
- Beer, van Marian Engel,
- Foon, van Marente de Moor
- Geloven in het wild, van Nastassja Martin
1
Reageer op deze recensie