Lezersrecensie
Een prachtboek over een instrumentele (?) vriendschap
Brokken, Jan - De kozakkentuin
Uitgeverij Atlas Contact, 336 pagina’s
Dit boek verhaalt van de vriendschap tussen Alexander von Wrangel (1827-1915) en Fjodor Dostojevski (1821-1881) vanuit het perspectief van de elf jaar jongere Wrangel. Als Wrangel Dostojevski in de goelag (die toen nog ‘katorga’ werd genoemd) bezoekt schrijft Brokken: “Wij stonden tegenover elkaar, beiden getart door het lot, beiden eenzaam”. Maar zoals ik dit boek lees werd Wrangel niet bepaald getart door het lot en zijn eenzaamheid van dat moment was niets vergeleken bij de zich jarenlang voortslepende eenzaamheid van Dostojevski. Sinds 1850 had de grote schrijver opgesloten gezeten in een werkkamp, aan beide enkels geketend. In 1854 werd hij vrijgelaten maar hij diende zijn leven verder te leiden als onbezoldigd soldaat zonder termijn.
Dit boek is zoveel als mogelijk gebaseerd op beschikbare brieven, boeken en andere documenten. Uit de verantwoording blijkt dat de schrijver gedegen onderzoek verrichte naar deze Männerfreundschaft. Was het pure fictie geweest, dan was ik nooit aan dit boek begonnen.
We bevinden ons in het hart van Siberië in Semipalatinsk waar het ‘s winters ijskoud is en de temperatuur in de zomers tot boven de veertig graden stijgt. Wrangel koopt een datsja die de Kozakkentuin heet. Dostojevski trekt bij hem in. Beide heren hebben hun hart verpand aan twee vrouwen die beiden gehuwd zijn, onmogelijke liefdes kortom. Met die liefdesperikelen loopt het dan ook niet goed af. Maar ze vormen wel het hart van deze geschiedenis. Als beide relaties tussen de vrienden en hun geliefden stuklopen schrijft Dostojevski zijn vriend Alexander een merkwaardige en bepaald geen subtiele brief. Argwaan omtrent zijn motieven is onvermijdelijk en het is niet vreemd dat hierdoor een verwijdering tussen hen dreigt te ontstaan.
Brokken schreef een innemend en fraai boek over een oprechte Männerfreundschaft. Een verhaal dat zich afspeelt in de tijd dat tsaren het Russische rijk bestierden. Serieus en goed gedocumenteerd, zoals we van de schrijver gewend zijn. Van Dostojevski weten we dat zijn grote schrijverschap nog moest ontluiken. Na zijn gratie kon hij zich eindelijk aan zijn talent wijden en mocht hij publiceren. Wrangel bleef weinig bespaard maar Dostojevski had zich van zijn vriend afgekeerd. Naar zijn redenen bleef het slechts gissen. In 1873 zagen ze elkaar nog een laatste keer, gaven elkaar een hand en gingen als vreemden uiteen. Ik krijg het gevoel, maar we weten het niet zeker, dat de vriendschap voor Dostojevski vooral instrumenteel was geweest. Nu Wrangel voor hem niet meer nodig was… ik maak deze zin beter niet af. Maar het is wrang dat een ogenschijnlijk zo mooie en diepe vriendschap gewoon ophield te bestaan.
Enno Nuy
November 2025
Uitgeverij Atlas Contact, 336 pagina’s
Dit boek verhaalt van de vriendschap tussen Alexander von Wrangel (1827-1915) en Fjodor Dostojevski (1821-1881) vanuit het perspectief van de elf jaar jongere Wrangel. Als Wrangel Dostojevski in de goelag (die toen nog ‘katorga’ werd genoemd) bezoekt schrijft Brokken: “Wij stonden tegenover elkaar, beiden getart door het lot, beiden eenzaam”. Maar zoals ik dit boek lees werd Wrangel niet bepaald getart door het lot en zijn eenzaamheid van dat moment was niets vergeleken bij de zich jarenlang voortslepende eenzaamheid van Dostojevski. Sinds 1850 had de grote schrijver opgesloten gezeten in een werkkamp, aan beide enkels geketend. In 1854 werd hij vrijgelaten maar hij diende zijn leven verder te leiden als onbezoldigd soldaat zonder termijn.
Dit boek is zoveel als mogelijk gebaseerd op beschikbare brieven, boeken en andere documenten. Uit de verantwoording blijkt dat de schrijver gedegen onderzoek verrichte naar deze Männerfreundschaft. Was het pure fictie geweest, dan was ik nooit aan dit boek begonnen.
We bevinden ons in het hart van Siberië in Semipalatinsk waar het ‘s winters ijskoud is en de temperatuur in de zomers tot boven de veertig graden stijgt. Wrangel koopt een datsja die de Kozakkentuin heet. Dostojevski trekt bij hem in. Beide heren hebben hun hart verpand aan twee vrouwen die beiden gehuwd zijn, onmogelijke liefdes kortom. Met die liefdesperikelen loopt het dan ook niet goed af. Maar ze vormen wel het hart van deze geschiedenis. Als beide relaties tussen de vrienden en hun geliefden stuklopen schrijft Dostojevski zijn vriend Alexander een merkwaardige en bepaald geen subtiele brief. Argwaan omtrent zijn motieven is onvermijdelijk en het is niet vreemd dat hierdoor een verwijdering tussen hen dreigt te ontstaan.
Brokken schreef een innemend en fraai boek over een oprechte Männerfreundschaft. Een verhaal dat zich afspeelt in de tijd dat tsaren het Russische rijk bestierden. Serieus en goed gedocumenteerd, zoals we van de schrijver gewend zijn. Van Dostojevski weten we dat zijn grote schrijverschap nog moest ontluiken. Na zijn gratie kon hij zich eindelijk aan zijn talent wijden en mocht hij publiceren. Wrangel bleef weinig bespaard maar Dostojevski had zich van zijn vriend afgekeerd. Naar zijn redenen bleef het slechts gissen. In 1873 zagen ze elkaar nog een laatste keer, gaven elkaar een hand en gingen als vreemden uiteen. Ik krijg het gevoel, maar we weten het niet zeker, dat de vriendschap voor Dostojevski vooral instrumenteel was geweest. Nu Wrangel voor hem niet meer nodig was… ik maak deze zin beter niet af. Maar het is wrang dat een ogenschijnlijk zo mooie en diepe vriendschap gewoon ophield te bestaan.
Enno Nuy
November 2025
5
2
Reageer op deze recensie
