Lezersrecensie
Kleine, gevoelige roman met vraagtekens
Schrijfster en journalist Ingrid Kluvers (1949) was hoofdredacteur van verschillende tijdschriften waaronder het meidenblad Tina. Ze schreef een aantal non-fictie titels zoals Zo kaal zonder jou waarin ze het stervensproces van haar toenmalige partner Dorelies Kraakman beschrijft. In 2012 won ze met haar jeugdboek Droomtuin de Jonge Jury Debuutprijs waarna er nog twee jeugdboeken van haar hand verschenen: En ik dan? en Altijd anders. In 2023 kwam haar semi-autobiografische roman Luikend uit. Hierin speelt haar jarenlange ontkenning over haar homoseksualiteit een grote rol. In 2025 komt ze met haar tweede roman Aan de oever van de rivier.
De zeventigjarige Louise woont in een nieuw, ruim appartement aan de Amstel in Amsterdam. Iedere dag neemt ze een duik in de rivier, samen met een aantal andere vrouwen die weer en wind ervoor trotseren. Op een dag vist ze de helft van een blauwe zandbak in de vorm van een schelp uit het water en trekt deze op de oever in de hoop dat de plantsoenendienst deze wel mee zal nemen. Maar het ding blijft maar liggen en Louise begint zich al te ergeren totdat ze op een avond ziet dat iemand de schelp weer het water induwt. Louise bedenkt zich geen moment, rent naar buiten en duikt achter de schelp aan het water in. Ze weet het weer te pakken te krijgen en zwemt ermee terug. Maar dan realiseert ze zich dat er iets beweegt in de schelp en ze kan haar ogen niet geloven als ze ziet wat dit is. Louise neemt op dat moment een beslissing die verstrekkende gevolgen zal hebben.
Wat volgt is een periode van ongeveer een week waarin Louise gedwongen wordt terug te kijken op haar leven waarin ze te maken kreeg met grote verliezen en keuzes die daaruit voortvloeiden. Ze stopte dit weg door hard te werken als huisarts en nu ze met pensioen is vult ze haar dagen met vrijwilligerswerk waarin haar registratie als arts nog altijd van pas komt. Niemand kent haar verborgen verdriet wat nog eens een extra duw kreeg na het plotselinge verlies van haar vrouw Helena drie jaar geleden.
‘Wil je daar wat meer over vertellen, dat moet toch een groot verlies zijn geweest?’
Zijn vraag verrast me. Hoewel ik zeker in dit jaargetij veel aan haar denk, heb ik het verdriet daarover zo diep weggestopt dat weinig mensen mijn persoonlijke geschiedenis kennen.’
Kluvers weet met een vlotte pen de lezer te boeien met het verhaal van Louise. De lezer ziet een nog gezonde, fitte en weldenkende vrouw van zeventig die weliswaar al een groot gedeelte van haar leven erop heeft zitten maar die zich nog altijd nuttig weet te maken. Haar verdriet om haar verliezen moet de lezer een beetje tussen de regels vandaan halen, daar zit ook de emotie. De beslissingen die ze neemt over wat ze in de blauwe schelp vindt, zijn opmerkelijk maar ook enigszins logisch. De auteur heeft het perspectief bij Louise als ik-personage neergelegd en daardoor gaat er toch al wel een belletje rinkelen want hoe betrouwbaar is haar verhaal? Naarmate het boek vordert kun je ook weer tussen die regels een aantal zaken waarnemen die vragen oproepen. Waarom wil een van de dochters van Helena dat Louise bij haar komt wonen? Het gegeven dat het verhaal zich afspeelt tijdens de coronapandemie in 2020 is ook handig gekozen want er kwam bijna niemand bij elkaar op bezoek. Zo ook niet bij Louise dus er zijn geen getuigen. De komst van het jonge meisje Mara lijkt ineens duidelijkheid te gaan scheppen maar zij verdwijnt net zo snel als dat ze kwam uit Louises leven zonder ook maar een spoor achter te laten. Wat is haar rol dan precies? Kortom, als lezer blijf je zitten met deze vragen waar geen antwoorden op komen. Het knaagt een beetje dat je je eigen conclusies mag trekken. Als afsluiting duikt Louise nog een keer in de Amstel met haar zwemclubje. De blauwe schelp is eindelijk opgehaald door de plantsoenendienst.
De zeventigjarige Louise woont in een nieuw, ruim appartement aan de Amstel in Amsterdam. Iedere dag neemt ze een duik in de rivier, samen met een aantal andere vrouwen die weer en wind ervoor trotseren. Op een dag vist ze de helft van een blauwe zandbak in de vorm van een schelp uit het water en trekt deze op de oever in de hoop dat de plantsoenendienst deze wel mee zal nemen. Maar het ding blijft maar liggen en Louise begint zich al te ergeren totdat ze op een avond ziet dat iemand de schelp weer het water induwt. Louise bedenkt zich geen moment, rent naar buiten en duikt achter de schelp aan het water in. Ze weet het weer te pakken te krijgen en zwemt ermee terug. Maar dan realiseert ze zich dat er iets beweegt in de schelp en ze kan haar ogen niet geloven als ze ziet wat dit is. Louise neemt op dat moment een beslissing die verstrekkende gevolgen zal hebben.
Wat volgt is een periode van ongeveer een week waarin Louise gedwongen wordt terug te kijken op haar leven waarin ze te maken kreeg met grote verliezen en keuzes die daaruit voortvloeiden. Ze stopte dit weg door hard te werken als huisarts en nu ze met pensioen is vult ze haar dagen met vrijwilligerswerk waarin haar registratie als arts nog altijd van pas komt. Niemand kent haar verborgen verdriet wat nog eens een extra duw kreeg na het plotselinge verlies van haar vrouw Helena drie jaar geleden.
‘Wil je daar wat meer over vertellen, dat moet toch een groot verlies zijn geweest?’
Zijn vraag verrast me. Hoewel ik zeker in dit jaargetij veel aan haar denk, heb ik het verdriet daarover zo diep weggestopt dat weinig mensen mijn persoonlijke geschiedenis kennen.’
Kluvers weet met een vlotte pen de lezer te boeien met het verhaal van Louise. De lezer ziet een nog gezonde, fitte en weldenkende vrouw van zeventig die weliswaar al een groot gedeelte van haar leven erop heeft zitten maar die zich nog altijd nuttig weet te maken. Haar verdriet om haar verliezen moet de lezer een beetje tussen de regels vandaan halen, daar zit ook de emotie. De beslissingen die ze neemt over wat ze in de blauwe schelp vindt, zijn opmerkelijk maar ook enigszins logisch. De auteur heeft het perspectief bij Louise als ik-personage neergelegd en daardoor gaat er toch al wel een belletje rinkelen want hoe betrouwbaar is haar verhaal? Naarmate het boek vordert kun je ook weer tussen die regels een aantal zaken waarnemen die vragen oproepen. Waarom wil een van de dochters van Helena dat Louise bij haar komt wonen? Het gegeven dat het verhaal zich afspeelt tijdens de coronapandemie in 2020 is ook handig gekozen want er kwam bijna niemand bij elkaar op bezoek. Zo ook niet bij Louise dus er zijn geen getuigen. De komst van het jonge meisje Mara lijkt ineens duidelijkheid te gaan scheppen maar zij verdwijnt net zo snel als dat ze kwam uit Louises leven zonder ook maar een spoor achter te laten. Wat is haar rol dan precies? Kortom, als lezer blijf je zitten met deze vragen waar geen antwoorden op komen. Het knaagt een beetje dat je je eigen conclusies mag trekken. Als afsluiting duikt Louise nog een keer in de Amstel met haar zwemclubje. De blauwe schelp is eindelijk opgehaald door de plantsoenendienst.
1
Reageer op deze recensie
