Een bijzonder indrukwekkend oorlogsboek

Carla de Jong voltooide het boek dat Walter Lucius startte en niet kon voltooien. Met een verhaal over Luna, het maanmeisje van Texel en Chandar, een Indiër die vocht voor de vrijheid van zijn land.

Luna leeft met een vader die een schelp is waarvan de helften muurvast op elkaar zitten. Wrikken zal hem alleen maar beschadigen. Haar Oma neemt de moederrol in Luna’s leven.
Luna is een buitenbeentje en bevriend met Thiemen, een jongen met sympathie voor de Duitsers. Ze wil bovendien graag kunstenaar zijn net als haar vader maar die houdt haar tegen.

Chandar is zoon van een ayurvedisch arts en werkt in een gevangenis in India, een land dat wordt gecontroleerd door de Britten. Chandar wil in verzet komen tegen de Britten en heeft niet als zijn vader het geduld om het geweldloos te doen zoals Gandhi voorleeft. Hij kiest de vijand van de vijand als vriend, de Duitsers. En wordt als arts ingezet in een kamp, waar hij de vreselijkste dingen meemaakt. Eenmaal weg daar komt hij terecht op Texel.

En daar kruisen de levens van Luna en Chandar. Beiden hebben last van schuldgevoelens door verraad of verkeerde keuzes. En kraken elkaars code van verdriet.

Het is onmogelijk om in een samenvatting weer te geven. Een ding is duidelijk: het is een indrukwekkend mooi boek. Lees het dus vooral zelf. Voor mij was het aspect van de geschiedenis van het legioen van Indiërs nieuw.

Na het nawoord en dankwoord van Carla en het woord van de uitgever, stroomden de tranen over mijn wangen. Een beter boek om uit te lezen op 4 mei had ik me niet mogen wensen,