Lezersrecensie
God gokt niet, maar wat doet hij dan wel?
In God gokt niet, haar nieuwste novelle, ontrolt Sarah Neutkens een wereld waarin het goddelijke en het aardse in een surrealistisch samenspel verwikkeld raken. Vanaf de eerste bladzijde weeft zij een web van absurde scènes, groteske personages en scherpe observaties, waarin de grens tussen satire en realiteit langzaam vervaagt.
De verteller, een ik-figuur die dezelfde naam draagt als de auteur, is tegelijk toeschouwer en deelnemer in dit theater van macht, angst en woede. Vanuit een positie van kwetsbaarheid en zelfonderzoek legt zij bloot hoe de blik gevormd wordt – en misleid. Haar poging om te zien zonder oordeel, om te registreren zonder te interpreteren, ontvouwt zich als een meditatief experiment, waarin het alledaagse ontmanteld wordt tot een schat aan onontdekte details en dubbelzinnigheden.
Neutkens’ pen schuwt de scherpe randjes niet. Ze fileert grensoverschrijdend gedrag en institutionele arrogantie met een lichtvoetigheid die het narratief luchtig houdt zonder afbreuk te doen aan de urgentie. Haar taal is soms spottend, soms teder, altijd doordrongen van een empathie die de lezer uitnodigt om te blijven kijken – voorbij het groteske, voorbij de lach, tot in de kern van de menselijkheid.
De figuur van Lucky, Gods zoon, is een emblematische schim van hedendaagse machthebbers: narcistisch, onverschillig, en vooral ongrijpbaar. Zijn aanwezigheid aan de eettafel van de elite, waar de gesprekken boven tafel klinken als een wellustig koor van zelfverheerlijking, contrasteert scherp met de verborgen stemmen onder de tafel – de underdogs, die luisteren, observeren, en misschien zelfs plannen.
Toch is dit geen cynisch portret. Integendeel, God gokt niet ademt een stille hoop. Het boek eindigt niet in berusting, maar in een opkomende woede die bevrijdt en kracht geeft. Het is een pleidooi voor wakkerheid, voor het durven dragen van verantwoordelijkheid, voor het vinden van een eigen stem te midden van de chaos.
Neutkens’ novelle is daarmee een literaire spiegel die uitnodigt tot zelfreflectie en maatschappelijke bewustwording. Het is een spel van licht en schaduw, waarin het goddelijke niet onfeilbaar is, en de mens niet machteloos.
God gokt niet laat een spoor achter van verwarring en herkenning, van lachen en fronsen, en vooral van verlangen naar een wereld waarin kijken en handelen samenkomen.
De verteller, een ik-figuur die dezelfde naam draagt als de auteur, is tegelijk toeschouwer en deelnemer in dit theater van macht, angst en woede. Vanuit een positie van kwetsbaarheid en zelfonderzoek legt zij bloot hoe de blik gevormd wordt – en misleid. Haar poging om te zien zonder oordeel, om te registreren zonder te interpreteren, ontvouwt zich als een meditatief experiment, waarin het alledaagse ontmanteld wordt tot een schat aan onontdekte details en dubbelzinnigheden.
Neutkens’ pen schuwt de scherpe randjes niet. Ze fileert grensoverschrijdend gedrag en institutionele arrogantie met een lichtvoetigheid die het narratief luchtig houdt zonder afbreuk te doen aan de urgentie. Haar taal is soms spottend, soms teder, altijd doordrongen van een empathie die de lezer uitnodigt om te blijven kijken – voorbij het groteske, voorbij de lach, tot in de kern van de menselijkheid.
De figuur van Lucky, Gods zoon, is een emblematische schim van hedendaagse machthebbers: narcistisch, onverschillig, en vooral ongrijpbaar. Zijn aanwezigheid aan de eettafel van de elite, waar de gesprekken boven tafel klinken als een wellustig koor van zelfverheerlijking, contrasteert scherp met de verborgen stemmen onder de tafel – de underdogs, die luisteren, observeren, en misschien zelfs plannen.
Toch is dit geen cynisch portret. Integendeel, God gokt niet ademt een stille hoop. Het boek eindigt niet in berusting, maar in een opkomende woede die bevrijdt en kracht geeft. Het is een pleidooi voor wakkerheid, voor het durven dragen van verantwoordelijkheid, voor het vinden van een eigen stem te midden van de chaos.
Neutkens’ novelle is daarmee een literaire spiegel die uitnodigt tot zelfreflectie en maatschappelijke bewustwording. Het is een spel van licht en schaduw, waarin het goddelijke niet onfeilbaar is, en de mens niet machteloos.
God gokt niet laat een spoor achter van verwarring en herkenning, van lachen en fronsen, en vooral van verlangen naar een wereld waarin kijken en handelen samenkomen.
2
Reageer op deze recensie