Lezersrecensie
De erfenis van schaamte
In Mantel van schaamte richt Rosemarijn Milo haar aandacht op een universeel maar beladen thema: de kracht van schaamte en de manier waarop die generaties kan beheersen. De roman onderzoekt hoe morele opvoeding, religieuze traditie en sociale conventies het individu kunnen verlammen, en hoe liefde – in al haar vormen – daartegen in verzet komt. Het is een ambitieus onderwerp, dat Milo met zichtbaar engagement benadert.
De roman volgt de Nederlandse geneeskundestudent Jochem Tersluys en de Franse kunstgeschiedenisstudente Anouk Langlois, die elkaar in Amsterdam ontmoeten en verliefd worden. Wat begint als een vanzelfsprekende romance aan de Vrije Universiteit, groeit uit tot een botsing tussen twee werelden. Jochem is opgegroeid in een warm, open gezin met twee homoseksuele paren; Anouk komt uit een conservatief katholieke familie in Metz, waar reputatie en religie de moraal bepalen. Die tegenstelling is sterk neergezet en vormt de motor van het verhaal. Milo laat overtuigend zien hoe culturele achtergrond en familietradities niet slechts decor zijn, maar een diepgeworteld systeem van denken en voelen dat moeilijk te ontvluchten is.
Vooral Anouks worsteling is intrigerend. Ze laveert tussen loyaliteit en vrijheid, tussen de verwachtingen van haar familie en haar verlangen naar een eigen leven. Haar moeder, Denise, belichaamt de beklemming die uitgaat van religieuze schaamte en sociale status. Wanneer de grootmoeder Omi, een zeldzaam vrijzinnige stem in de familie, ernstig ziek wordt en voor euthanasie kiest, dwingt dat Anouk om keuzes te maken. Omi’s slotbrief – waarin ze Denise oproept de “mantel van schaamte” af te werpen en liefde toe te laten – vormt het morele hoogtepunt van de roman en vat Milos boodschap kernachtig samen.
Waar Mantel van schaamte thematisch overtuigt, blijft de stijl echter achter. Milo’s taal is verzorgd maar weinig beeldend. Ze heeft de neiging veel uit te leggen wat de lezer liever zou willen ervaren. Emoties worden benoemd in plaats van opgeroepen; gevoelens krijgen woorden, maar geen lichaam. Daardoor mist het verhaal zintuiglijkheid en ritme. De dialogen zijn vaak uitleggerig en weinig natuurlijk. Personages lijken niet met elkaar te praten, maar tot de lezer – alsof ze hun achtergrond en motieven moeten toelichten in plaats van te leven in het moment.
De structuur, opgebouwd uit dagboekfragmenten, e-mails en gesprekken, biedt afwisseling, maar voelt soms geconstrueerd. De stem van Anouk komt in de dagboekpassages beter tot leven dan in de dialogen, waar de toon te formeel en gelijkmatig blijft. Het resultaat is een tekst die inhoudelijk rijk is, maar stilistisch weinig adem heeft.
Milo’s kennis van geschiedenis, religie en cultuur is onmiskenbaar. Ze verweeft verwijzingen naar Elzas-Lotharingen, de katholieke kerk en muziekgeschiedenis in haar roman, wat het verhaal diepte geeft. Maar soms dreigt die eruditie het verhaal te overwoekeren. Wat bedoeld is als context, verandert geregeld in toelichting. De roman heeft de neiging om zijn eigen thematiek te willen verantwoorden, waardoor de verbeelding onder druk komt te staan.
Toch valt niet te ontkennen dat Mantel van schaamte een betrokken en betekenisvolle roman is. Milo durft pijnlijke onderwerpen aan te snijden – aids, euthanasie, misbruik binnen de kerk – zonder in sensatie of moraal te vervallen. Haar boodschap is helder en oprecht: schaamte is een erfenis die we slechts kunnen afleggen door begrip en openheid. In de scènes waarin ze dat niet uitlegt maar laat gebeuren – vooral in de interactie tussen Anouk en Omi – toont Milo haar beste pen: eenvoudig, menselijk, raak.
Mantel van schaamte is uiteindelijk een roman met een groot hart, maar een wat zware hand. Milo’s morele ambitie en empathische blik verdienen lof, maar haar literaire middelen schieten tekort om het volle gewicht van haar thema te dragen. Wat blijft, is bewondering voor de intentie – en het besef dat de kracht van schaamte, zoals Milo laat zien, pas werkelijk wordt overwonnen als het zwijgen plaatsmaakt voor verbeelding.
De roman volgt de Nederlandse geneeskundestudent Jochem Tersluys en de Franse kunstgeschiedenisstudente Anouk Langlois, die elkaar in Amsterdam ontmoeten en verliefd worden. Wat begint als een vanzelfsprekende romance aan de Vrije Universiteit, groeit uit tot een botsing tussen twee werelden. Jochem is opgegroeid in een warm, open gezin met twee homoseksuele paren; Anouk komt uit een conservatief katholieke familie in Metz, waar reputatie en religie de moraal bepalen. Die tegenstelling is sterk neergezet en vormt de motor van het verhaal. Milo laat overtuigend zien hoe culturele achtergrond en familietradities niet slechts decor zijn, maar een diepgeworteld systeem van denken en voelen dat moeilijk te ontvluchten is.
Vooral Anouks worsteling is intrigerend. Ze laveert tussen loyaliteit en vrijheid, tussen de verwachtingen van haar familie en haar verlangen naar een eigen leven. Haar moeder, Denise, belichaamt de beklemming die uitgaat van religieuze schaamte en sociale status. Wanneer de grootmoeder Omi, een zeldzaam vrijzinnige stem in de familie, ernstig ziek wordt en voor euthanasie kiest, dwingt dat Anouk om keuzes te maken. Omi’s slotbrief – waarin ze Denise oproept de “mantel van schaamte” af te werpen en liefde toe te laten – vormt het morele hoogtepunt van de roman en vat Milos boodschap kernachtig samen.
Waar Mantel van schaamte thematisch overtuigt, blijft de stijl echter achter. Milo’s taal is verzorgd maar weinig beeldend. Ze heeft de neiging veel uit te leggen wat de lezer liever zou willen ervaren. Emoties worden benoemd in plaats van opgeroepen; gevoelens krijgen woorden, maar geen lichaam. Daardoor mist het verhaal zintuiglijkheid en ritme. De dialogen zijn vaak uitleggerig en weinig natuurlijk. Personages lijken niet met elkaar te praten, maar tot de lezer – alsof ze hun achtergrond en motieven moeten toelichten in plaats van te leven in het moment.
De structuur, opgebouwd uit dagboekfragmenten, e-mails en gesprekken, biedt afwisseling, maar voelt soms geconstrueerd. De stem van Anouk komt in de dagboekpassages beter tot leven dan in de dialogen, waar de toon te formeel en gelijkmatig blijft. Het resultaat is een tekst die inhoudelijk rijk is, maar stilistisch weinig adem heeft.
Milo’s kennis van geschiedenis, religie en cultuur is onmiskenbaar. Ze verweeft verwijzingen naar Elzas-Lotharingen, de katholieke kerk en muziekgeschiedenis in haar roman, wat het verhaal diepte geeft. Maar soms dreigt die eruditie het verhaal te overwoekeren. Wat bedoeld is als context, verandert geregeld in toelichting. De roman heeft de neiging om zijn eigen thematiek te willen verantwoorden, waardoor de verbeelding onder druk komt te staan.
Toch valt niet te ontkennen dat Mantel van schaamte een betrokken en betekenisvolle roman is. Milo durft pijnlijke onderwerpen aan te snijden – aids, euthanasie, misbruik binnen de kerk – zonder in sensatie of moraal te vervallen. Haar boodschap is helder en oprecht: schaamte is een erfenis die we slechts kunnen afleggen door begrip en openheid. In de scènes waarin ze dat niet uitlegt maar laat gebeuren – vooral in de interactie tussen Anouk en Omi – toont Milo haar beste pen: eenvoudig, menselijk, raak.
Mantel van schaamte is uiteindelijk een roman met een groot hart, maar een wat zware hand. Milo’s morele ambitie en empathische blik verdienen lof, maar haar literaire middelen schieten tekort om het volle gewicht van haar thema te dragen. Wat blijft, is bewondering voor de intentie – en het besef dat de kracht van schaamte, zoals Milo laat zien, pas werkelijk wordt overwonnen als het zwijgen plaatsmaakt voor verbeelding.
1
Reageer op deze recensie
