Een visionair concept zonder literaire ziel
Alexander Schimmelbusch behoort tot de markante stemmen in de hedendaagse Duitse literatuur. In Opperduitsland (2018) liet hij al zien hoe de logica van de financiële wereld, politieke macht en ideologische verlangens in een satirisch universum kunnen versmelten. Zijn nieuwe roman Karma sluit daar thematisch op aan, maar richt de blik nadrukkelijker op de toekomst: een Duitsland waarin kunstmatige intelligentie, biopolitiek en digitale ideologieën de samenleving bepalen. Met als centrale vraag of de Duitse geschiedenis werkelijk achter ons ligt, of dat zij zich in nieuwe gedaanten onvermijdelijk herhaalt.
Het uitgangspunt is origineel en prikkelend. Schimmelbusch onderzoekt de gedachte dat juist de Duitsers, met hun beladen erfenis, in het digitale tijdperk opnieuw gevoelig zijn voor totalitaire systemen. Het begrip “Karma” fungeert daarbij als sleutel: iedere handeling heeft gevolgen, soms pas generaties later zichtbaar. Zo suggereert de roman dat de Duitse obsessie met orde, discipline en efficiëntie zich ook in de toekomst kan manifesteren – ditmaal via algoritmen en biotechnologie. Die thematiek is actueel en beangstigend, zeker in een tijd waarin technologie steeds meer terrein wint op het menselijke.
Toch blijkt deze scherpe analyse moeilijk literair te dragen. Waar de ideeën in een essay of polemiek overtuigend zouden uitpakken, botsen ze in de romanvorm met het verlangen naar narratieve spanning en psychologische diepte. De personages krijgen nauwelijks contouren en functioneren vooral als dragers van theorieën. Hun gevoelens en verlangens blijven schematisch; echte kwetsbaarheid of ontwikkeling ontbreekt. Daardoor lijken ze eerder karikaturen van een door en door gereguleerde maatschappij dan volwaardige individuen.
Ook de stijl vormt een hindernis. Schimmelbusch kiest voor een taalregister dat sterk lijkt op de zakelijke, technocratische retoriek van consultancy en start-ups. Dat werkt in eerste instantie satirisch en ontmaskerend: de leegte van de taal weerspiegelt de leegte van de denkwereld. Maar door dit idioom pagina’s lang vol te houden, verliest de satire haar kracht. Wat aanvankelijk als parodie amuseert, slaat om in monotone overdaad. Het lezen wordt vermoeiend, en de literaire suggestie van afstand en ironie verwordt tot stilistisch maniërisme.
Een ander probleem is de geringe narratieve dynamiek. Karma kent nauwelijks plot; het boek bestaat vooral uit scènes, schetsen en uitvoerige beschrijvingen van ondernemingen en technologieën. De psychologische ontwikkeling van de personages blijft achterwege, en er ontstaat geen echte dramatische spanning. Het gevolg is dat de schrijver zijn ideeën niet in een meeslepende vertelling weet te verankeren.
Daarmee mist het boek de kracht die het onderwerp had kunnen hebben. Schimmelbusch is messcherp als hij blootlegt hoe de neiging tot onderwerping en hiërarchie zich kan herhalen in de digitale moderniteit, maar hij vindt geen vorm die dit inzicht ook emotioneel overtuigend maakt. De roman Karma is de verkeerde gedaante voor een fascinerend en origineel denkexperiment.
Reageer op deze recensie