Lezersrecensie
Het debuut van een belofte die veelbelovend blijft.
Met de verhalenbundel Het gore lef maakt Sarah Arnolds (1992) haar officiële debuut. Eerder al stond ze in de schijnwerpers met werk in De Gids, Das Mag Sampler en scenario’s voor film. Bij een verhalenbundel komt het niet alleen aan op de stijl, maar ook structuur, ritme en thematische kracht.
De rode draad door de verhalen is het verzwijgen van de waarheid – niet het grote theatrale liegen, maar de alledaagse vormen van zelfbedrog, ontkenning en vervorming. Dat komt in sommige verhalen sterk uit de verf. In Je vriendin koopt vis op de markt weet Arnolds met subtiele middelen een verontrustend beeld op te roepen van huiselijk geweld en morele blindheid. Daar wringt en schuurt het precies genoeg.
Dit niveau weet ze lang niet overal vast te houden. Haar stijl – scherp, associatief, vol sprankelende metaforen – werkt goed in kort bestek, maar begint in langere verhalen te rafelen. Ideeën worden aangestipt maar niet uitgewerkt, beelden stapelen zich op zonder richting, en de narratieve lijn vervaagt. De elegantie van de taal komt dan los te staan van de inhoud, en de verhalen verzanden in sfeertekening zonder richting.
Ook op emotioneel vlak laat de bundel steken vallen. De toon is vaak geestig en ironisch, maar ook afstandelijk. Je leest met bewondering, zelden met ontroering. Juist bij verhalen over identiteit, schaamte en zelfbeeld is dat een gemis – het hoofd wordt bediend, het hart blijft op afstand.
Wat niet helpt, is de herhaling in thematiek. Veel verhalen cirkelen rond hetzelfde spanningsveld: hoe het zelfbeeld botst met hoe we door anderen gezien worden. Een interessant uitgangspunt, maar zonder nieuwe invalshoeken of narratieve risico’s gaat het op den duur slepen. De bundel mist variatie en opbouw: het tweede deel voelt minder urgent dan het eerste.
Is Het gore lef dan geen geslaagd debuut? Interessant is het zeker; eentje waarin stijlgevoel en observatietalent zit, maar ook ongeduld. Arnolds kan origineel schrijven en heeft een eigen stem. Maar ze lijkt soms te vertrouwen op flair waar verdieping nodig is, en op vorm waar spanning ontbreekt.
Als Arnolds hierna haar taalgevoel weet te koppelen aan narratieve scherpte en thematische diepgang, kan ze uitgroeien tot een uitzonderlijk schrijver. Het gore lef zet de deur op een kier – maar nog niet wagenwijd open.
De rode draad door de verhalen is het verzwijgen van de waarheid – niet het grote theatrale liegen, maar de alledaagse vormen van zelfbedrog, ontkenning en vervorming. Dat komt in sommige verhalen sterk uit de verf. In Je vriendin koopt vis op de markt weet Arnolds met subtiele middelen een verontrustend beeld op te roepen van huiselijk geweld en morele blindheid. Daar wringt en schuurt het precies genoeg.
Dit niveau weet ze lang niet overal vast te houden. Haar stijl – scherp, associatief, vol sprankelende metaforen – werkt goed in kort bestek, maar begint in langere verhalen te rafelen. Ideeën worden aangestipt maar niet uitgewerkt, beelden stapelen zich op zonder richting, en de narratieve lijn vervaagt. De elegantie van de taal komt dan los te staan van de inhoud, en de verhalen verzanden in sfeertekening zonder richting.
Ook op emotioneel vlak laat de bundel steken vallen. De toon is vaak geestig en ironisch, maar ook afstandelijk. Je leest met bewondering, zelden met ontroering. Juist bij verhalen over identiteit, schaamte en zelfbeeld is dat een gemis – het hoofd wordt bediend, het hart blijft op afstand.
Wat niet helpt, is de herhaling in thematiek. Veel verhalen cirkelen rond hetzelfde spanningsveld: hoe het zelfbeeld botst met hoe we door anderen gezien worden. Een interessant uitgangspunt, maar zonder nieuwe invalshoeken of narratieve risico’s gaat het op den duur slepen. De bundel mist variatie en opbouw: het tweede deel voelt minder urgent dan het eerste.
Is Het gore lef dan geen geslaagd debuut? Interessant is het zeker; eentje waarin stijlgevoel en observatietalent zit, maar ook ongeduld. Arnolds kan origineel schrijven en heeft een eigen stem. Maar ze lijkt soms te vertrouwen op flair waar verdieping nodig is, en op vorm waar spanning ontbreekt.
Als Arnolds hierna haar taalgevoel weet te koppelen aan narratieve scherpte en thematische diepgang, kan ze uitgroeien tot een uitzonderlijk schrijver. Het gore lef zet de deur op een kier – maar nog niet wagenwijd open.
1
Reageer op deze recensie