Lezersrecensie
Ondanks zeikwijven toch een prachtig boek
Nooit eerder las ik iets van deze schrijver en nu begin ik aan een boek van meer dan achthonderd pagina’s. Na ruim honderd pagina’s weet ik dat ik voorlopig verder zal lezen. Het is buitengewoon vermakelijk en Van Heest vertelt ons uitvoerig van zijn wederwaardigheden als parkeerwachter in Hilversum en lardeert al die vaak hilarische anekdotes met verhalen over zijn vriendenkring. Zo gevoelloos als hij in zijn werk is, zo gevoelig blijkt hij toch wel temidden van zijn familie en zijn vriend(inn)en. Hij spant zich voor hen in en vindt die vriendschappen kennelijk toch belangrijk. Wat mij opvalt is dat Lousje, de partner van J.J. Voskuil uiteindelijk nooit verder komt dan ‘de partner van’. En ze blijkt ook nog op de PVV te stemmen. Over Wilders zegt ze: ”Die man heeft karakter, dat zie je”. Ook Frida Vogels figureert in dit boek. In zijn vrije tijd schrijft de verteller boeken, die ook worden uitgegeven.
Hoe het ook zij, van Heest kan schrijven, hij is vaardig met de pen en weet als geen ander op een droogkomische wijze zijn avonturen te schetsen. Het is een soort dagboek dat hij schrijft waarin hij even meedogenloos over zichzelf als over anderen is. Ik vraag me wel af wat hem gaande en op de been houdt. Er is niets dat hem echt interesseert, niemand van wie hij echt houdt, niets dat hem kan boeien. Hij kan wel aardig zijn voor anderen maar ook dat lijkt nooit uit overtuiging. Ook om zijn partner Adèle lijkt hij geen donder te geven. Uit lamlendigheid blijft hij bij haar maar waarom zij bij hem blijft? Kortom, hij kan er net zo goed niet meer zijn. Als hij midden op een pagina zou besluiten uit te stappen, zou ik er niet van staan te kijken. Misschien zou ik moeten zeggen: ik zou zo mijn leven niet kunnen leiden. Alleen om dieren lijkt de schrijver te geven maar daar ga je dan aan twijfelen omdat hij zo’n aartscynicus is. Wat me opvalt is dat de schrijver wel veel tolereert van mensen waar hij geen enkele band mee heeft en die ook dodelijk saai blijken te zijn. Zelf zegt hij dat de beleefdheid hem belet hardop te zeggen wat hij werkelijk denkt. Ik zou zeggen: gooi het er dan maar uit!
Is Noriko dezelfde als Noriko Morishita, schrijfster van The wisdom of tea? Ik vermoed van wel. En Emma Kroymans zal wel iets met Ferrari van doen hebben, zoals er wel meer namen in dit boek voorkomen waarvan je denkt: ken ik die niet ergens van? Als een collega vraagt waarom hij boeken over saaie buren schrijft, antwoordt hij: “Ik denk dat mijn lezers zelf ook saai zijn. Zo kunnen ze met een lange omweg over zichzelf lezen”. Op de een of andere manier doet Detlev me aan Eriek Verpale denken ofschoon de laatste radicaler was in zijn onaangepastheid. En een groot verschil is natuurlijk dat Verpale op kleine meisjes viel. Zo problematisch is Detlev nu ook weer niet.
Dan komen we Charlotte Mutsaers en Elsbeth Etty tegen. Echt functioneel zijn die ontmoetinkjes niet dus het lijkt soms een beetje op name dropping. En op zeker moment besluit Detlev, vermoedelijk naar aanleiding van de tsunami destijds, dat hij naar Japan moet. Wat hij er gaat doen, wie hij er ontmoet? We weten het niet. Dat zal wel voor een volgend boek bewaard blijven want in het volgende hoofdstuk is hij zes weken verder en weer thuis. En toch leest het boek, dat zich ruim tien jaar geleden afspeelt, als een page turner. Ik heb nooit geweten dat parkeerwachters zoveel haat en geweld over zich uitgestort krijgen. Nu ja, het zegt alles over het volk dat zich niet in weet te houden als het tot de orde wordt geroepen. Dit is de individualisering ten top.
Mevrouw Paulides is tegen iedereen aardig maar die hoofddoekentroep, nee daar kan ze niet tegen. Waarom Detlev zo begaan is met haar lot? Mij wil dat maar niet duidelijk worden. Ik vind haar maar een oude zeur en ik begrijp niet waarom Detlev zich dat allemaal laat welgevallen en geen moeite wil doen om zijn relatie een beetje leuk te houden. En ook Lousje Voskuil is een oude zeur die alleen maar zit te emmeren over haar stomvervelende katten. En dan ook nog dementeren, ik begrijp helemaal niets van het geduld dat Detlev opbrengt voor twee zulke dodelijk saaie vrouwen!
Ik ben inmiddels halverwege het boek en ik begrijp steeds minder waarom die Detlev die twee stomvervelende vrouwen maar blijft bezoeken. Het is allemaal eindeloos gezever en ze gaan me steeds meer tegenstaan. En met katten heb ik ook al niks, dat zijn simpelweg extreem irritante beesten. Wel vind ik het leuk te lezen dat good old Fred Emmer zich vroeger tien slagen in de rondte neukte. Wat ik niet begrijp is dat de ene BM-er gewoon met zijn of haar naam genoemd wordt waar een ander, zoals Fred Emmer, een alias krijgt. Die Fred Enmer moet overigens, als we Carmen mogen geloven, een etter van jewelste geweest zijn!
Ik heb Voskuil nooit gelezen maar kan het zijn dat van Heest dacht: dat kan ik beter? Zijn bureau tegenover dat van de door hem bewonderde schrijver? Ook Frida Vogels, toch veel bejubeld, was nooit aan mij besteed. Te weinig humor en volgens mij geldt dat zeker ook voor Voskuil. Van Heest heeft wel die humor. En dat maakt hem zo goed. Ik had nooit belangstelling voor de intellectuele personages van Voskuil ofschoon ik mij een televisieserie over Het bureau herinner die ik wel de moeite waard vond. Maar geef mij maar Faroek, Youssef, Bercolo en de onvergetelijke Djokan! En wat te denken van het serpent Jane of Antonietta of Andrea, al even onmogelijke vrouwen. Deze vrouwelijke leidinggevenden, ik neem aan dat van Heest de werkelijkheid beschrijft, plegen regelrechte terreur. Van Heest heeft passende straffen voor hen in petto! Secreten zijn het, goed dat de schrijver hen tot op het bot fileert. Dan wordt er een nieuwe collega aangenomen, een vrouw die van een onvoorstelbare domheid blijkt te zijn. Ik zou daar gillend weglopen. De ondergrens van wat een mens verdragen kan is daar allang bereikt. Die Detlev moet wel een ongelooflijke masochist zijn.
Ik ben aan het einde van dit boek dat geheel wordt ingenomen door het sterven van Emma Paulides. Wat mij betreft te veel eer voor een ouwe zeur maar de schrijver denkt daar dus anders over. De titel van dit boek luidt De resten van een mens. Wat blijft er over van een mens wanneer de laatste levensfase intreedt: een krakkemikkig lijf en een krakkemikkige geest, zo luidt zijn boodschap. Er zijn geen passies meer die aangesproken kunnen worden, hoe ouder de mensen worden hoe meer ze in het verleden leven. En bij sommigen begint dat proces al heel erg vroeg. Je vraagt je af hoe dat bij de schrijver zelf zal verlopen. Hij bracht enorm veel tijd door bij Lousje en Emma, de laatste is dood, de eerste zit al lang en breed in een tehuis voor dementerende bejaarden. Hoe brengt hij nu zijn dagen door, inmiddels zelf ook met pensioen. Leeft ook hij steeds meer in het verleden? Ik mag het niet hopen. Zoals gemeld ging ik me steeds meer ergeren aan zijn vriendschap met twee van die zeikwijven maar zijn beschrijving van de parkeerwachterij in Hilversum vond ik ongeëvenaard. En, ik meldde dat reeds, dat ligt vooral aan zijn gevoel voor droge humor. En de manier waarop hij omging met de Turk, de Marokkaan en de Tunesiër in zijn heerlijke en wrange geschiedenis vond ik oprecht en vaak ontroerend. Er zat heel wat meer gevoel in zijn donder dan hij al schrijvend op ons over probeerde te brengen. Ik wil wel meer van hem lezen. En als je van Heest hebt gelezen kun je Voskuil net zo goed vergeten.
Enno Nuy
Augustus 2025
Hoe het ook zij, van Heest kan schrijven, hij is vaardig met de pen en weet als geen ander op een droogkomische wijze zijn avonturen te schetsen. Het is een soort dagboek dat hij schrijft waarin hij even meedogenloos over zichzelf als over anderen is. Ik vraag me wel af wat hem gaande en op de been houdt. Er is niets dat hem echt interesseert, niemand van wie hij echt houdt, niets dat hem kan boeien. Hij kan wel aardig zijn voor anderen maar ook dat lijkt nooit uit overtuiging. Ook om zijn partner Adèle lijkt hij geen donder te geven. Uit lamlendigheid blijft hij bij haar maar waarom zij bij hem blijft? Kortom, hij kan er net zo goed niet meer zijn. Als hij midden op een pagina zou besluiten uit te stappen, zou ik er niet van staan te kijken. Misschien zou ik moeten zeggen: ik zou zo mijn leven niet kunnen leiden. Alleen om dieren lijkt de schrijver te geven maar daar ga je dan aan twijfelen omdat hij zo’n aartscynicus is. Wat me opvalt is dat de schrijver wel veel tolereert van mensen waar hij geen enkele band mee heeft en die ook dodelijk saai blijken te zijn. Zelf zegt hij dat de beleefdheid hem belet hardop te zeggen wat hij werkelijk denkt. Ik zou zeggen: gooi het er dan maar uit!
Is Noriko dezelfde als Noriko Morishita, schrijfster van The wisdom of tea? Ik vermoed van wel. En Emma Kroymans zal wel iets met Ferrari van doen hebben, zoals er wel meer namen in dit boek voorkomen waarvan je denkt: ken ik die niet ergens van? Als een collega vraagt waarom hij boeken over saaie buren schrijft, antwoordt hij: “Ik denk dat mijn lezers zelf ook saai zijn. Zo kunnen ze met een lange omweg over zichzelf lezen”. Op de een of andere manier doet Detlev me aan Eriek Verpale denken ofschoon de laatste radicaler was in zijn onaangepastheid. En een groot verschil is natuurlijk dat Verpale op kleine meisjes viel. Zo problematisch is Detlev nu ook weer niet.
Dan komen we Charlotte Mutsaers en Elsbeth Etty tegen. Echt functioneel zijn die ontmoetinkjes niet dus het lijkt soms een beetje op name dropping. En op zeker moment besluit Detlev, vermoedelijk naar aanleiding van de tsunami destijds, dat hij naar Japan moet. Wat hij er gaat doen, wie hij er ontmoet? We weten het niet. Dat zal wel voor een volgend boek bewaard blijven want in het volgende hoofdstuk is hij zes weken verder en weer thuis. En toch leest het boek, dat zich ruim tien jaar geleden afspeelt, als een page turner. Ik heb nooit geweten dat parkeerwachters zoveel haat en geweld over zich uitgestort krijgen. Nu ja, het zegt alles over het volk dat zich niet in weet te houden als het tot de orde wordt geroepen. Dit is de individualisering ten top.
Mevrouw Paulides is tegen iedereen aardig maar die hoofddoekentroep, nee daar kan ze niet tegen. Waarom Detlev zo begaan is met haar lot? Mij wil dat maar niet duidelijk worden. Ik vind haar maar een oude zeur en ik begrijp niet waarom Detlev zich dat allemaal laat welgevallen en geen moeite wil doen om zijn relatie een beetje leuk te houden. En ook Lousje Voskuil is een oude zeur die alleen maar zit te emmeren over haar stomvervelende katten. En dan ook nog dementeren, ik begrijp helemaal niets van het geduld dat Detlev opbrengt voor twee zulke dodelijk saaie vrouwen!
Ik ben inmiddels halverwege het boek en ik begrijp steeds minder waarom die Detlev die twee stomvervelende vrouwen maar blijft bezoeken. Het is allemaal eindeloos gezever en ze gaan me steeds meer tegenstaan. En met katten heb ik ook al niks, dat zijn simpelweg extreem irritante beesten. Wel vind ik het leuk te lezen dat good old Fred Emmer zich vroeger tien slagen in de rondte neukte. Wat ik niet begrijp is dat de ene BM-er gewoon met zijn of haar naam genoemd wordt waar een ander, zoals Fred Emmer, een alias krijgt. Die Fred Enmer moet overigens, als we Carmen mogen geloven, een etter van jewelste geweest zijn!
Ik heb Voskuil nooit gelezen maar kan het zijn dat van Heest dacht: dat kan ik beter? Zijn bureau tegenover dat van de door hem bewonderde schrijver? Ook Frida Vogels, toch veel bejubeld, was nooit aan mij besteed. Te weinig humor en volgens mij geldt dat zeker ook voor Voskuil. Van Heest heeft wel die humor. En dat maakt hem zo goed. Ik had nooit belangstelling voor de intellectuele personages van Voskuil ofschoon ik mij een televisieserie over Het bureau herinner die ik wel de moeite waard vond. Maar geef mij maar Faroek, Youssef, Bercolo en de onvergetelijke Djokan! En wat te denken van het serpent Jane of Antonietta of Andrea, al even onmogelijke vrouwen. Deze vrouwelijke leidinggevenden, ik neem aan dat van Heest de werkelijkheid beschrijft, plegen regelrechte terreur. Van Heest heeft passende straffen voor hen in petto! Secreten zijn het, goed dat de schrijver hen tot op het bot fileert. Dan wordt er een nieuwe collega aangenomen, een vrouw die van een onvoorstelbare domheid blijkt te zijn. Ik zou daar gillend weglopen. De ondergrens van wat een mens verdragen kan is daar allang bereikt. Die Detlev moet wel een ongelooflijke masochist zijn.
Ik ben aan het einde van dit boek dat geheel wordt ingenomen door het sterven van Emma Paulides. Wat mij betreft te veel eer voor een ouwe zeur maar de schrijver denkt daar dus anders over. De titel van dit boek luidt De resten van een mens. Wat blijft er over van een mens wanneer de laatste levensfase intreedt: een krakkemikkig lijf en een krakkemikkige geest, zo luidt zijn boodschap. Er zijn geen passies meer die aangesproken kunnen worden, hoe ouder de mensen worden hoe meer ze in het verleden leven. En bij sommigen begint dat proces al heel erg vroeg. Je vraagt je af hoe dat bij de schrijver zelf zal verlopen. Hij bracht enorm veel tijd door bij Lousje en Emma, de laatste is dood, de eerste zit al lang en breed in een tehuis voor dementerende bejaarden. Hoe brengt hij nu zijn dagen door, inmiddels zelf ook met pensioen. Leeft ook hij steeds meer in het verleden? Ik mag het niet hopen. Zoals gemeld ging ik me steeds meer ergeren aan zijn vriendschap met twee van die zeikwijven maar zijn beschrijving van de parkeerwachterij in Hilversum vond ik ongeëvenaard. En, ik meldde dat reeds, dat ligt vooral aan zijn gevoel voor droge humor. En de manier waarop hij omging met de Turk, de Marokkaan en de Tunesiër in zijn heerlijke en wrange geschiedenis vond ik oprecht en vaak ontroerend. Er zat heel wat meer gevoel in zijn donder dan hij al schrijvend op ons over probeerde te brengen. Ik wil wel meer van hem lezen. En als je van Heest hebt gelezen kun je Voskuil net zo goed vergeten.
Enno Nuy
Augustus 2025
1
Reageer op deze recensie