Lezersrecensie
Van kip-in-nood naar man-in-nood
Sacha Naspini is een Italiaanse (scenario)schrijver met al meer dan twintig boeken op zijn naam en toch is Giacomina het eerste werk dat naar het Nederlands werd vertaald en zelfs naar het Engels onder de oorspronkelijke titel Nives.
Naspini beschrijft al in de eerste paragraaf het ietwat speciale overlijden van Anteo, de man van Nives, en laat zo het eerste dominoblokje vallen. Hij begint rustig met een stroeve moeder-dochterrelatie en de eenzaamheid van de weduwe op een afgelegen boerderij, totdat ze een manke kip in huis neemt om haar slapeloosheid te bestrijden. Als een wasmiddelreclame haar gevleugelde vriendin doet verstarren, grijpt ze naar de telefoon om de dierenarts Loriano Bottai, een jeugdvriend, te bellen.
“Bottai die voor een keer iets weet. Dat zou ik op de kalender moeten schrijven.”
Zonder indeling in hoofdstukken ontspint zich een telefoongesprek dat meer haarspeldbochten telt dan de Passo dello Stelvio. Via hun dialoog leren we niet alleen Donatella kennen, maar ook het beruchte koppel Renato en Rosa(ltea). Bij Renato springt vooral zijn liefdespenseel in het oog, Rosa heeft eerder bovennatuurlijke krachten. Het feit dat ze op dat moment niet meer in leven is, geeft haar legendarische magie nog een extra boost. Zo wordt onze ‘elk huisje heeft zijn kruisje’ hier ‘ogni casa ha la sua rosa’. De dominostenen vallen nu sneller dan een Freciarossa.
Met een kersverse weduwe in de hoofdrol en in haar kielzog thema’s als eenzaamheid, (be)rouw, trauma’s, leugens en wraak zou een roman in een negatieve spiraal kunnen terechtkomen. Gelukkig steken de vele soorten humor hier een stokje voor. Een pluim voor de vertalers Miriam Bunnik en Mara Schepers om al die woordspelingen en dubbelzinnigheden in vlot en vloeiend Nederlands te vertalen. Zelfs het wasmiddel verandert van Ava naar Dash.
Naspini speelt graag met woorden – een geweer hanteert hij als een Heilige Antonius – en zelfs hele uitdrukkingen krijgen een make-over:
“Alleen al bij het idee om met hem een gezin te stichten, groeide een paar hoorns op je hoofd.”
Hij creëert grappige misverstanden, laat soms botte, volkse moppen uit Nives’ mond komen en introduceert recyclagehumor: eerdere zinnen worden bijna letterlijk opnieuw gebruikt zoals op p. 37 en 39 “We waren jong, geen stukken hout.” om op de lachspieren te werken. Nives beheerst het spel om Loriano’s beweringen als een boemerang bij hem te laten terugkomen. Wie kan dit boek zonder gniffelen lezen?
“Dertig jaar later ben ik hier nog altijd, verstijfd als de kip in mijn woonkamer. Jij zou moeten weten hoe ik haar wakker kan maken, maar zoals gewoonlijk ben je nutteloos.”
Het mooiste beeld is de sneeuwwitte (neve) Giacomina als spiegelbeeld van Nives. Zelfs zonder uitgebreide beschrijvingen voelt Naspini’s stijl filmisch aan en worden de personages raak getypeerd. Een verhaal van 160 bladzijden met een beknopte inleiding en een abrupt einde laat ruimte voor de fantasie van de lezer.
Met een eenzame boerderij, een saai dorp, een verkrampte weduwe, een dronken dierenarts en een manke kip maakt Naspini in de onconventionele vorm van een urenlang telefoongesprek zo’n wervelend verhaal dat de lezer niet kan rusten vooraleer het einde bereikt is. Nives is haar ei kwijt en heeft haar rust terug, maar is dit ook voor haar gesprekspartner het geval?
Naspini beschrijft al in de eerste paragraaf het ietwat speciale overlijden van Anteo, de man van Nives, en laat zo het eerste dominoblokje vallen. Hij begint rustig met een stroeve moeder-dochterrelatie en de eenzaamheid van de weduwe op een afgelegen boerderij, totdat ze een manke kip in huis neemt om haar slapeloosheid te bestrijden. Als een wasmiddelreclame haar gevleugelde vriendin doet verstarren, grijpt ze naar de telefoon om de dierenarts Loriano Bottai, een jeugdvriend, te bellen.
“Bottai die voor een keer iets weet. Dat zou ik op de kalender moeten schrijven.”
Zonder indeling in hoofdstukken ontspint zich een telefoongesprek dat meer haarspeldbochten telt dan de Passo dello Stelvio. Via hun dialoog leren we niet alleen Donatella kennen, maar ook het beruchte koppel Renato en Rosa(ltea). Bij Renato springt vooral zijn liefdespenseel in het oog, Rosa heeft eerder bovennatuurlijke krachten. Het feit dat ze op dat moment niet meer in leven is, geeft haar legendarische magie nog een extra boost. Zo wordt onze ‘elk huisje heeft zijn kruisje’ hier ‘ogni casa ha la sua rosa’. De dominostenen vallen nu sneller dan een Freciarossa.
Met een kersverse weduwe in de hoofdrol en in haar kielzog thema’s als eenzaamheid, (be)rouw, trauma’s, leugens en wraak zou een roman in een negatieve spiraal kunnen terechtkomen. Gelukkig steken de vele soorten humor hier een stokje voor. Een pluim voor de vertalers Miriam Bunnik en Mara Schepers om al die woordspelingen en dubbelzinnigheden in vlot en vloeiend Nederlands te vertalen. Zelfs het wasmiddel verandert van Ava naar Dash.
Naspini speelt graag met woorden – een geweer hanteert hij als een Heilige Antonius – en zelfs hele uitdrukkingen krijgen een make-over:
“Alleen al bij het idee om met hem een gezin te stichten, groeide een paar hoorns op je hoofd.”
Hij creëert grappige misverstanden, laat soms botte, volkse moppen uit Nives’ mond komen en introduceert recyclagehumor: eerdere zinnen worden bijna letterlijk opnieuw gebruikt zoals op p. 37 en 39 “We waren jong, geen stukken hout.” om op de lachspieren te werken. Nives beheerst het spel om Loriano’s beweringen als een boemerang bij hem te laten terugkomen. Wie kan dit boek zonder gniffelen lezen?
“Dertig jaar later ben ik hier nog altijd, verstijfd als de kip in mijn woonkamer. Jij zou moeten weten hoe ik haar wakker kan maken, maar zoals gewoonlijk ben je nutteloos.”
Het mooiste beeld is de sneeuwwitte (neve) Giacomina als spiegelbeeld van Nives. Zelfs zonder uitgebreide beschrijvingen voelt Naspini’s stijl filmisch aan en worden de personages raak getypeerd. Een verhaal van 160 bladzijden met een beknopte inleiding en een abrupt einde laat ruimte voor de fantasie van de lezer.
Met een eenzame boerderij, een saai dorp, een verkrampte weduwe, een dronken dierenarts en een manke kip maakt Naspini in de onconventionele vorm van een urenlang telefoongesprek zo’n wervelend verhaal dat de lezer niet kan rusten vooraleer het einde bereikt is. Nives is haar ei kwijt en heeft haar rust terug, maar is dit ook voor haar gesprekspartner het geval?
4
Reageer op deze recensie