Intense eenzaamheid omringd door prachtige natuur

Kya woont daar waar de rivierkreeften zingen, in het moeras, afgesloten van de gewone wereld in totale harmonie met de natuur. Haar alcoholverslaafde en agressieve vader drukt een enorme stempel op het gezinsleven waardoor haar oudere zussen, broers en haar moeder allemaal vertrekken. Als uiteindelijk ook haar vader niet meer thuis komt staat ze er op zeer jonge leeftijd helemaal alleen voor. Gelukkig wordt ze op de achtergrond nog een beetje opgevangen door de ‘zwarte’ Jumpin’ en zijn vrouw Mabel, maar ze moet zelf aan geld en eten zien te komen.

Ondanks dat ze redelijk weet om te gaan met de oneindige eenzaamheid verlangt ze naar liefde. Dit krijgt ze eerst van Tate, ook een fervent natuurliefhebber, die haar verlaat als hij naar de universiteit gaat. Later van Chase waarmee ze een tijd lang in het geheim een relatie heeft, maar die uiteindelijk met een ander trouwt. Wanneer Chase dood gevonden wordt in het moeras wordt Kya de hoofdverdachte. Een lang proces volgt.

Delia Owens heeft een schitterend debuut geschreven waarbij haar achtergrond als wildlife biologe op een mooie, maar niet overheersende manier naar voren komt. Je voelt de liefde en fascinatie voor de natuur bij Kya en door de levendige beschrijvingen kun je je vrij goed een voorstelling maken van de omgeving waarin zij overleeft. Op een indringende manier, mede dankzij de gedichten die er veelvuldig in voorkomen, voel je hoe eenzaam Kya zich voelt en hoe bang ze is om weer verlaten te worden. Tegelijkertijd zit er spanning in het verhaal, want wie heeft Chase vermoord, is hij wel vermoord, en hoe zou Kya het gedaan moeten hebben. Ook de vooroordelen die er heersen vanuit het dorp ten opzichte van de vieze minderwaardige moerasbewoners en de rassenscheiding spelen een belangrijke rol.

De twee verhaallijnen, het leven van Kya en het proces, worden afwisselend verteld en komen richting het einde steeds meer samen. Het laatste hoofdstuk maakt de cirkel over het leven van Kya rond.