Zweuds

Verhaal over Joakim Westin, zijn vrouw Katrina en hun kleintjes Livia en Gabriël. Zij verhuizen van Stockholm naar een wonderlijk huis (een zgn hofstede) dat op de noordelijke punt van het eiland Öland gelegen is, met uitzicht op de twéé vuurtorens die daar staan. Het eerste half jaar van hun nieuwe behuizing verblijft Joakim nog grotendeels op het vasteland (bereikbaar via “de brug”; een soort Scandinavisch thema) terwijl Katrin het huis opknapt en zich “inwerkt” in de omgeving. Dáár begint de ellende die Theorin fraai en sfeervol, gepast Zweeds somber zou ik zeggen weet op te dienen. In het verhaal rond het drama dat zich afspeelt in het gezin Westin spelen andere drama’s in heden en verleden een belangrijke rol hetgeen onze schrijver pakkend in elkaar weet te passen, inclusief de onvoorspelbaarheid en onbarmhartigheid van het weer en de spookachtige, mysterieuze gebeurtenissen rond het huis. Het verhaal heeft zó veel pakkends in zich en zo'n, wat ik noem Zweudse sfeer, dat ik de schrijver de wat merkwaardige, voor mijn gevoel bijna gecomponeerde clou vergeef.