Lezersrecensie
Methyleenblauw
Het verhaal. De woorden, de letters. Punten, komma’s. Een kostbaar kleinood dat hij altijd bij zich draagt. Een verzameling diepgekleurde stuiters, veilig bewaard in dieprood fluweel. Tinten, schakeringen, golvend onder het gladde gepolijste oppervlak.
Het verhaal. Een fluwelen beurs met stuiters, dichtgesnoerd met een koord, de uiteinden verstrengeld in een simpele platte knoop.
De stuiters kletteren op de harde plavuizen en schieten alle kanten op. Enkele blijven steken in het hoogpolige wollen tapijt, traag zwaaiend zeewiergroen, droog warm terracotta, glashelder donker poolhemelblauw. Andere stuiteren de hele kamer door. Een regenboog van woorden zonder houvast, zonder hoofdstukken, zonder verhaal. Napels geel tegen de plinten onder de vensterbank, het volle rood van Bologna achter een poot van de eettafel, onschuldig wit onder een schemerlamp, ver weg onder de zitbank methyleenblauw, misbruikt in de geschiedenis...
____
Vakantie. Lido “Kypos”, net onder Torre Canne in Apulië. Zon, blauwe hemel, blauwe zee, een smal strand waardoor het tussen elf en twaalf vaak al passen en meten wordt om nog een aantal vierkante meters “vrij” zand te kunnen veroveren, en naast ons een Duits stelletje. Hij leest “Es” van Stephen King, zij bladert haar verveling weg in een tijdschrift met de laatste nieuwe Rundfunkliefdes en het einde van de vorige. Een paar meter strand, en dan ik. Zonnecrème, factor 30. Eerst mijn krantje, dan mijn boek, “De verdwijning van Josef Mengele” van Olivier Guez.
Guez heeft een hele interessante biografie geschreven, denk ik. De gruweldaden van de dokter des doods zijn bekend, en daar heeft hij gelukkig niet teveel over uitgewijd. Verbazend is te lezen hoe gemakkelijk een oorlogsmisdadiger zoals Mengele is kunnen ontsnappen uit Europa (via Italië (!), ik kijk even richting mijn buren op het strand – weten ze dat?) en hoe vrij en open de gevluchte nazi’s hun leven en sympathieën konden voortzetten in het Zuid-Amerika van de decenni na de tweede wereldoorlog. Na de ontvoering van Adolf Eichman in 1960 in Argentinië is Josef Mengele altijd “op de vlucht” geweest, achtervolgd door de Mossad (maar niet altijd) en vooral door zijn eigen waanideeën. Ze hebben hem echter nooit kunnen vinden en in 1979 is hij een natuurlijke dood gestorven in Brazilië.
Ik vraag me af of zoiets nu, anno 2019, nog mogelijk zou zijn. Ik denk het wel. Net zoals het mogelijk blijkt dat nazisme en facisme opnieuw de kop opsteken.
Hoewel Olivier Guez weinig ruimte geeft aan de gruweldaden van Mengele in Auschwitz worden er verbanden gelegd tussen diens bezigheden in Zuid-Amerika en die in de oorlogsjaren. Het zijn de passages in het boek die het meest aangrijpend zijn. Zoals over zijn experimenten om bruine ogen blauw te kleuren.
,, Gevangene Vera Kringel had net zo’n ervaring toen ze in Mengeles privélaboratorium op een dag een hele wand vol ogen zag. ‘Ze waren met spelden vastgeprikt, als vlinders. Ik dacht dat ik dood was en in de hel was beland.’ ''
Het beeld dat ik voor me zie is onwerkelijk, maar doet me helaas onvermijdelijk aan enkele werken van de Engelse kunstenaar Damien Hirst denken.
Josef Mengele dacht de ogen te kunnen kleuren door de kleurstof methyleenblauw in de iris te injecteren.
Wat raar is aan de menselijke psyche is dat die wetenschap je onmiddelijk een nare nasmaak geeft bij het woord “methyleenblauw”. Je koppelt het onmiddellijk aan de onmenselijke experimenten die in Auschwitz plaats vonden, althans dat gebeurde bij mij. Totdat ik verder ging zoeken en ik erachter ben gekomen dat methyleenblauw heel effectief gebruikt wordt bij de bestrijding van malaria. Ook is er een kans dat het een enigszins vertragende werking zou kunnen hebben op de progressie van de ziekte van Alzheimer.
Het verhaal. Een fluwelen beurs met stuiters, dichtgesnoerd met een koord, de uiteinden verstrengeld in een simpele platte knoop.
De stuiters kletteren op de harde plavuizen en schieten alle kanten op. Enkele blijven steken in het hoogpolige wollen tapijt, traag zwaaiend zeewiergroen, droog warm terracotta, glashelder donker poolhemelblauw. Andere stuiteren de hele kamer door. Een regenboog van woorden zonder houvast, zonder hoofdstukken, zonder verhaal. Napels geel tegen de plinten onder de vensterbank, het volle rood van Bologna achter een poot van de eettafel, onschuldig wit onder een schemerlamp, ver weg onder de zitbank methyleenblauw, misbruikt in de geschiedenis...
____
Vakantie. Lido “Kypos”, net onder Torre Canne in Apulië. Zon, blauwe hemel, blauwe zee, een smal strand waardoor het tussen elf en twaalf vaak al passen en meten wordt om nog een aantal vierkante meters “vrij” zand te kunnen veroveren, en naast ons een Duits stelletje. Hij leest “Es” van Stephen King, zij bladert haar verveling weg in een tijdschrift met de laatste nieuwe Rundfunkliefdes en het einde van de vorige. Een paar meter strand, en dan ik. Zonnecrème, factor 30. Eerst mijn krantje, dan mijn boek, “De verdwijning van Josef Mengele” van Olivier Guez.
Guez heeft een hele interessante biografie geschreven, denk ik. De gruweldaden van de dokter des doods zijn bekend, en daar heeft hij gelukkig niet teveel over uitgewijd. Verbazend is te lezen hoe gemakkelijk een oorlogsmisdadiger zoals Mengele is kunnen ontsnappen uit Europa (via Italië (!), ik kijk even richting mijn buren op het strand – weten ze dat?) en hoe vrij en open de gevluchte nazi’s hun leven en sympathieën konden voortzetten in het Zuid-Amerika van de decenni na de tweede wereldoorlog. Na de ontvoering van Adolf Eichman in 1960 in Argentinië is Josef Mengele altijd “op de vlucht” geweest, achtervolgd door de Mossad (maar niet altijd) en vooral door zijn eigen waanideeën. Ze hebben hem echter nooit kunnen vinden en in 1979 is hij een natuurlijke dood gestorven in Brazilië.
Ik vraag me af of zoiets nu, anno 2019, nog mogelijk zou zijn. Ik denk het wel. Net zoals het mogelijk blijkt dat nazisme en facisme opnieuw de kop opsteken.
Hoewel Olivier Guez weinig ruimte geeft aan de gruweldaden van Mengele in Auschwitz worden er verbanden gelegd tussen diens bezigheden in Zuid-Amerika en die in de oorlogsjaren. Het zijn de passages in het boek die het meest aangrijpend zijn. Zoals over zijn experimenten om bruine ogen blauw te kleuren.
,, Gevangene Vera Kringel had net zo’n ervaring toen ze in Mengeles privélaboratorium op een dag een hele wand vol ogen zag. ‘Ze waren met spelden vastgeprikt, als vlinders. Ik dacht dat ik dood was en in de hel was beland.’ ''
Het beeld dat ik voor me zie is onwerkelijk, maar doet me helaas onvermijdelijk aan enkele werken van de Engelse kunstenaar Damien Hirst denken.
Josef Mengele dacht de ogen te kunnen kleuren door de kleurstof methyleenblauw in de iris te injecteren.
Wat raar is aan de menselijke psyche is dat die wetenschap je onmiddelijk een nare nasmaak geeft bij het woord “methyleenblauw”. Je koppelt het onmiddellijk aan de onmenselijke experimenten die in Auschwitz plaats vonden, althans dat gebeurde bij mij. Totdat ik verder ging zoeken en ik erachter ben gekomen dat methyleenblauw heel effectief gebruikt wordt bij de bestrijding van malaria. Ook is er een kans dat het een enigszins vertragende werking zou kunnen hebben op de progressie van de ziekte van Alzheimer.
1
Reageer op deze recensie