Lezersrecensie
Wreed maar beklijvend
Schuim der aarde heeft drie verhaallijnen, die zich alle drie in dezelfde periode in Brazilië afspelen. Elisabet is de vrouw van de hoofdcommissaris, en zelf ook agente. Met haar dikke buik worstelt ze zich door een demonstratie, op weg naar haar afspraak. Zij leeft in de ‘bovenwereld’, de stad, waar de gegoeden wonen.
Lucy is een prostituee, die samen met haar vriendin Angelica op de berg in de sloppenwijken woont, en die op een dag zwanger blijkt te zijn. Anjo leeft met andere verstoten kinderen in een schuur op een eindeloze vlakte (de sertão), waar hij mishandeld en misbruikt wordt.
De hoofdstukken wisselen af tussen deze verschillende plaatsen en personages, waarbij door de titels altijd duidelijk is waar het zich afspeelt. Anjo vertelt in de eerste persoon over wat hij meemaakt, over Lucy en Elisabet wordt in de derde persoon verteld. Hierdoor kom je iets dichter bij Anjo dan bij de vrouwen, kruip je iets meer in zijn hoofd.
Deze perspectiefwisselingen zorgen er voor dat je nieuwsgierig blijft en wil doorlezen.
Dit is geen vrolijk boek, de ellendige gebeurtenissen volgen elkaar op. Armoede, eenzaamheid, geweld, verkrachting, moord, het zit er allemaal in en kan wat overweldigend zijn. Dat maakt het een erg donker en rauw boek, sommige scènes zijn echt gruwelijk en blijven op je netvlies plakken.
Hierdoor had ik het de eerste helft van het boek moeilijk om erin te blijven doorlezen, het was wel erg donker allemaal. Toch merkte ik op een gegeven moment dat de verschillende personages aan me bleven plakken, en dat ik graag wilde weten hoe het hen verging. Gelukkig zijn er ook lichtpuntjes, vooral in hoe sommige mensen met elkaar omgaan, waardoor je wat hoop krijgt.
Bovendien hanteert Roxane van Iperen een fijne schrijfstijl, die je meetrekt, en je doet voelen alsof je er bij bent. Ze beschrijft alles heel beeldend, en maakt zelfs de gruwel toch nog verteerbaar.
In eerste instantie lijken de drie personages en verhaallijnen weinig tot niets met elkaar te maken te hebben, maar op een gegeven moment komen ze wel dicht bij elkaar. Dat is knap geconstrueerd, en voelt niet geforceerd.
Het boek gaat vooral over ongelijkheid, en over hoeveel geluk je moet hebben met de omstandigheden en plaats waarin je geboren wordt, hoe moeilijk het is om daar uit te geraken. Maar ook hoe de gelukkigen onder ons hun eigen strijd strijden, hun eigen geheimen hebben.
Het einde voelde niet helemaal af en vond ik niet helemaal passend bij de rest van het boek. Maar Roxane van Iperen verklaart zelf dat het boek niet rond mocht eindigen, dat alles weer doorgaat, dat klopt dan wel weer heel erg en begrijp ik ook (maar ik had er wel haar eigen woorden voor nodig om het te snappen).
Wreed maar beklijvend.
Lucy is een prostituee, die samen met haar vriendin Angelica op de berg in de sloppenwijken woont, en die op een dag zwanger blijkt te zijn. Anjo leeft met andere verstoten kinderen in een schuur op een eindeloze vlakte (de sertão), waar hij mishandeld en misbruikt wordt.
De hoofdstukken wisselen af tussen deze verschillende plaatsen en personages, waarbij door de titels altijd duidelijk is waar het zich afspeelt. Anjo vertelt in de eerste persoon over wat hij meemaakt, over Lucy en Elisabet wordt in de derde persoon verteld. Hierdoor kom je iets dichter bij Anjo dan bij de vrouwen, kruip je iets meer in zijn hoofd.
Deze perspectiefwisselingen zorgen er voor dat je nieuwsgierig blijft en wil doorlezen.
Dit is geen vrolijk boek, de ellendige gebeurtenissen volgen elkaar op. Armoede, eenzaamheid, geweld, verkrachting, moord, het zit er allemaal in en kan wat overweldigend zijn. Dat maakt het een erg donker en rauw boek, sommige scènes zijn echt gruwelijk en blijven op je netvlies plakken.
Hierdoor had ik het de eerste helft van het boek moeilijk om erin te blijven doorlezen, het was wel erg donker allemaal. Toch merkte ik op een gegeven moment dat de verschillende personages aan me bleven plakken, en dat ik graag wilde weten hoe het hen verging. Gelukkig zijn er ook lichtpuntjes, vooral in hoe sommige mensen met elkaar omgaan, waardoor je wat hoop krijgt.
Bovendien hanteert Roxane van Iperen een fijne schrijfstijl, die je meetrekt, en je doet voelen alsof je er bij bent. Ze beschrijft alles heel beeldend, en maakt zelfs de gruwel toch nog verteerbaar.
In eerste instantie lijken de drie personages en verhaallijnen weinig tot niets met elkaar te maken te hebben, maar op een gegeven moment komen ze wel dicht bij elkaar. Dat is knap geconstrueerd, en voelt niet geforceerd.
Het boek gaat vooral over ongelijkheid, en over hoeveel geluk je moet hebben met de omstandigheden en plaats waarin je geboren wordt, hoe moeilijk het is om daar uit te geraken. Maar ook hoe de gelukkigen onder ons hun eigen strijd strijden, hun eigen geheimen hebben.
Het einde voelde niet helemaal af en vond ik niet helemaal passend bij de rest van het boek. Maar Roxane van Iperen verklaart zelf dat het boek niet rond mocht eindigen, dat alles weer doorgaat, dat klopt dan wel weer heel erg en begrijp ik ook (maar ik had er wel haar eigen woorden voor nodig om het te snappen).
Wreed maar beklijvend.
1
Reageer op deze recensie
